Sinds 1 juli 2011 is een keuring van de privéwaterafvoer van woningen en gebouwen verplicht. Deze verplichting van keuring van private riolering wordt opgelegd via het Algemeen Waterverkoopreglement. Dit reglement bepaalt de rechten en de plichten van de drinkwaterleverancier, de rioolbeheerder en de klant.
Een optimale afkoppeling op woningniveau is noodzakelijk om in aanmerking te komen voor de maximale subsidies vanwege de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voor de uitvoering van rioleringswerken. Een gescheiden stelsel, o.a. 2DWA stelsel, werkt pas als een optimale afkoppeling voor elke woning gebeurt, zoniet moet de DWA-leiding overgedimensioneerd worden. Sedert 1 juli 2011 is de keuring verplicht (Besluit Vl.Regering 8 april 2011). Voor projecten, gegund na 1 juli 2011, waarbij een gescheiden riolering in de straat wordt aangelegd betaalt de VMM de subsidies pas uit indien alle woningen langs dat project goedgekeurd zijn.
3 projecten zijn inmiddels afgerond:
dossiernummer |
gemeente |
projectomschrijving |
subsidiebedrag grootte-orde |
subsidieproblematiek |
W208196 |
Anzegem |
Oplossen van knelpunten riolering centrum Ingooigem: aanleg van een gescheiden stelsel in de Sint-Antoniusstraat afkoppelen van een gracht thv de Schellebellestraat |
104.000 euro |
Niet alle woningen zijn afgekoppeld |
W209173 |
Anzegem |
Wegen- en rioleringswerken Doortocht N36 te Ingooigem |
410.000 euro |
Niet alle woningen zijn afgekoppeld |
W210058 |
Anzegem |
Weg- en rioleringswerken in het kader van de Dorpskernvernieuwing Gijzelbrechtegem |
360.000 euro |
Niet alle woningen zijn afgekoppeld |
Om maximaal resultaat te behalen, riep het gemeentebestuur in 2015 een belasting in het leven. Het grootste deel van de woningen langs hogervermelde trajecten stelde zich inmiddels in orde.
Op 25 maart 2021 werden alle eigenaars die dat nog niet gedaan hadden voor hierbovenvermelde projecten aangeschreven. Daarin werd aangegeven dat er een belasting van €1.000 per jaar zou geheven worden als er niet binnen de twee maanden een keuringsattest zou worden overgemaakt. Er werd vastgesteld dat er een aantal woningen zijn die een keuringsattest hebben ingediend in 2021, maar wel buiten de termijn van twee maanden die hierboven gesteld wordt. Verder zijn er ook een aantal woningen waarvoor tot op heden geen keuringsattest werd ingediend zonder dat er hiervoor een legitieme reden is. Deze eigenaars werden nogmaals uitgenodigd op een infovergadering, nl. op 24 maart ll. waarop vastgesteld werd dat niemand aanwezig was.
Vanuit Riopact wordt aangedrongen om de belasting nu te heffen voor diegene die nog steeds niet in orde zijn, anders dreigt het gemeentebestuur de subsidies te verliezen (in totaal €874.000 -zie tabel hierboven).
Er wordt voorgesteld dat de eigenaars in hogervermelde projecten, die zich in orde stelden, in 2021 nog vrijgesteld worden van de belasting. De overige eigenaars in hogervermelde projecten die zich nog niet in orde stelden, zullen hiertoe volgens het huidige reglement de belasting opgelegd worden en wel als volgt:
Art.5
Het belastbaar feit ontstaat wanneer de eigenaar binnen de twee maanden na aangetekend schrijven van de gemeente, geen keuringsbewijs van de riolering kan voorleggen dat bevestigt dat er optimaal afgekoppeld werd.
De belasting wordt vastgesteld met een forfaitair bedrag van € 1.000,00 per jaar.
De belasting is voor het eerst verschuldigd op 01 januari van het jaar dat volgt op het ontstaan van het belastbaar feit.
De belasting is onverdeeld op 01 januari verschuldigd tot en met het jaar waarin een positief keuringsbewijs kan voorgelegd worden.
Er is een nieuw Algemeen Waterverkoopreglement dat in voege treedt in 2 fasen (1 juli 2019 en 1 januari 2020). Met betrekking tot de keuring van de riolering is er een ministerieel besluit betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer. Hierin worden een aantal zaken verduidelijkt wat betreft de uitvoering van de keuring van de private riolering.
Naar aanleiding van het nieuw Algemeen Waterverkoopreglement is een nieuw ministerieel besluit keuring in opmaak. Een rioolbeheerder kan ook bijkomende zaken laten keuren indien deze zijn opgenomen in een bijzonder waterverkoopreglement/aanvullende voorwaarden, goedgekeurd door de minister. De rioolbeheerder is verantwoordelijk voor de organisatie en kwaliteitsborging van de keuring privériolering op zijn grondgebied. Hij bepaalt de regels hieromtrent (wie mag deze keuring uitvoeren, wat dient geïnventariseerd te worden, aan welke eisen moet een keurder voldoen).
Bij (her)aanleg van een openbare gescheiden rioleringsstelsel wordt aan aangelanden conform Vlarem-wetgeving, opgelegd de private riolering maximaal af te koppelen, zijnde het hemelwater en huishoudelijk afvalwater te scheiden tot aan de openbare riolering. Dit heeft tot doel het openbare rioleringssysteem en de rioolwaterzuiveringsinstallatie optimaal te laten functioneren.
Bij de start van het ontwerp van rioleringswerken worden aangelanden van deze verplichting in kennis gesteld, waarna de rioolbeheerder en het gemeentebestuur de private afkoppeling begeleiden, middels opmaak van afkoppelingsstudie, opvolging door afkoppelingsmanager.
De subsidiërende overheid VMM, verplicht bovendien dat na uitvoering van de werken ten opzichte van aangelanden die de afkoppeling niet optimaal realiseerden, een proces-verbaal wordt opgemaakt wegens inbreuk op de Vlarem-wetgeving of de opmaak van een belastingkohier wegens niet optimaal afkoppelen, op straffe van verlies van subsidies.
Teneinde optimaal afkoppelingsresultaat van het privaat rioleringsstelsel bij openbare afkoppelingsprojecten te bekomen, is de opmaak van een proces-verbaal en navolgende vervolging door parket en rechtbank, niet het meest efficiënt middel. Aan gemeentebesturen wordt geadviseerd een belastingreglement op te maken betreffende "niet optimaal afkoppelen van private riolering".
Doel van dergelijk reglement is de onbereidwillige aangelande van een afkoppelingsproject, jaarlijks te belasten tot men middels een keuringsattest kan aantonen dat de private afkoppeling conform de afkoppelingsstudie werd uitgevoerd. Om een extra incentive te geven om deze afkoppeling binnen de kortst mogelijk termijn na het verstrijken van de 'normale' uitvoering alsnog te realiseren, wordt de belasting per maand berekend.
De belastingbasis neemt een aanvang 6 maanden na de voorlopige oplevering van de betreffende openbare rioleringswerken of 6 maanden na goedkeuring van betreffend besluit voor aangelanden van die werken waarbij reeds een private afkoppelingsverplichting geldt, teneinde eenieder de mogelijkheid te bieden zich in orde te stellen.
Er blijken enerzijds een aantal private aansluitingen op de openbare riolering zonder aanvraag bij de rioolbeheerder te worden uitgevoerd, en anderzijds een beperkt aantal nieuwbouwwoningen te voldoen aan de reglementering betreffende keuring van de binneninstallatie en privéwaterafvoer. Tevens blijkt er geen enkele controle te bestaan op de uitvoering van de verplichtingen inzake buffer- en infiltratievoorzieningen opgelegd overeenkomstig het hemelwaterdecreet, bij omgevingsvergunningen.
De verplichte regenwaterrecuperatie, -infiltratie en/of -buffering zijn noodzakelijk om waterschaarste en verdroging te bestrijden. De controle en het toezicht erop is aan de gemeente opgedragen.
Om maximaal resultaat te halen en de wetgeving te laten respecteren is het belasten op de niet-maximale-afkoppeling noodzakelijk naar analogie met afkoppelingen van private rioleringen naar aanleiding van openbare afkoppelingsprojecten.
De belastingbasis neemt een aanvang na de domiciliëring of ingebruikname van de vergunde werken, meer bepaald 6 maanden na vaststelling en aanmaning.
Het Wetboek van inkomstenbelastingen van 10 april 1992 zoals van toepassing inzake provincie- en gemeentebelastingen.
Het Wetboek minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
De omzendbrief van 15 februari 2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
De Europese Kaderrichtlijn Water van 22 december 2000 welke tot doel stelt om de watervoorraden, de waterbeheersing en de kwaliteit van de leefomgeving veilig te stellen.
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende de vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I) en latere wijzigingen. Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en latere wijzigingen.
Het subsidiebesluit de dato 1 februari 2002 en de wijzigingen bij besluiten van 29 april 2005 en 10 maart 2006, houdende subsidiëring van gemeentelijke rioleringen, waarbij de nieuwe afkoppelingsregels dienen toegepast op alle aanvragen voor (her)aanleg van gemeentelijke rioleringen.
De Vlarem-wijziging ten gevolge van de implementatie van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichtingen en de vaststelling van de zoneringsplannen waarbij nieuwe eisen opgelegd worden welke vertaald worden in het begrip ‘optimale afkoppeling’. De term ‘optimale afkoppeling’ betekent dat bij de aanleg of heraanleg van riolering het hemelwater van particuliere woningen langsheen het tracé van de werken optimaal dient afgekoppeld te worden. Dit betekent dat bij open en halfopen bebouwing alle hemelwater gescheiden van het afvalwater dient afgevoerd te worden. Dit betekent dat bij gesloten bebouwing het hemelwater gescheiden van het afvalwater dient afgevoerd te worden, behalve indien hiervoor leidingen door of onder de woning dienen aangelegd te worden.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 08 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het Algemeen Waterverkoopreglement, artikel 8, artikel 12, § 1, waardoor een keuring van de privéwaterafvoer verplicht is in volgende gevallen:
o voor de eerste ingebruikname,
o bij belangrijke wijzigingen,
o na vaststelling van een inbreuk bij gelijkvormigheid (de wettelijke voorschriften) op verzoek van de exploitant,
o bij aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer.
Het ministerieel besluit van 20 augustus 2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp en de aanleg van rioleringssystemen. https://www.integraalwaterbeleid.be/nl/publicaties/code-goede-praktijk-rioleringssystemen
Gemeenteraadsbesluit van 7 juli 2015 houdende goedkeuren belastingsreglement op het niet-optimaal afgekoppeld zijn van woningen gelegen langs rioleringsprojecten gegund na 1 juli 2011,
Art.1: Eenmalig afwijking toe te staan van de termijn waarbinnen de woningen langs onderstaande projecten het keuringsattest moesten voorleggen waaruit blijkt dat men optimaal afgekoppeld is, gezien ten gevolge corona er minder aannemers beschikbaar waren en/of keuringsverslagen door de keurder niet tijdig konden overgemaakt worden. Deze eigenaars die hun keuringsattest ondertussen hebben overgemaakt worden vrijgesteld van deze belasting. De eigenaars van de woningen die bijgevolg op 10 mei 2022 geen keuringsattest hebben overgemaakt , wordt vanaf 1 januari 2023 de hogervermelde belasting van 7 juli 2015 toegepast.
Het belastingsreglement van 7 juli 2015 blijft van toepassing tot het jaar waarin alle niet optimaal en reglementair afgekoppelde woningen een conform keuringsattest voorgelegd hebben. Daarna wordt het reglement - dat enkel nog voor onderstaande projecten van toepassing is - van rechtswege opgeheven.
dossiernummer |
Gemeente |
projectomschrijving |
W208196 |
Anzegem |
Oplossen van knelpunten riolering centrum Ingooigem: aanleg van een gescheiden stelsel in de Sint-Antoniusstraat afkoppelen van een gracht thv de Schellebellestraat |
W209173 |
Anzegem |
Wegen- en rioleringswerken Doortocht N36 te Ingooigem |
W210058 |
Anzegem |
Weg- en rioleringswerken in het kader van de Dorpskernvernieuwing Gijzelbrechtegem |
Art.2: Volgend belastingsreglement wordt vastgesteld:
Artikel 1: voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein n.a.v. de realisatie van een gescheiden rioleringsstelsel in door de gemeente goedgekeurde afkoppelingsprojecten of het plaatsen van een IBA (individuele behandeling afvalwater), op het illegaal aansluiten op de openbare riolering, en ingeval van niet conforme keuring van de privéwaterafvoer in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting, de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk, en het algemeen waterverkoopreglement.
Artikel 2: Definities:
Onder ‘afkoppelingsproject’ wordt verstaan ‘elk door het college van burgemeester en schepenen of door de gemeenteraad goedgekeurd project met realisatie van een gescheiden afvoer van hemelwater en huishoudelijk afvalwater sinds invoering van de verplichte keuring van de privéwaterafvoer.
Met ‘entiteit’ wordt bedoeld: ‘elke woongelegenheid, gebouw, parking,...'.
Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de entiteit:
§1. waarvan de entiteit gelegen is binnen een afkoppelingsproject dat voorlopig opgeleverd wordt na inwerkingtreding van dit besluit- die uiterlijk 6 maanden na de datum van aanmaning door het gemeentebestuur (die ten vroegste zal gebeuren na de datum van het proces-verbaal van de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein), niet beschikt over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer.
§2. waarvan wordt vastgesteld dat de nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting niet werd aangevraagd bij en uitgevoerd in opdracht van de rioolbeheerder en "eigenhandig" (zelf of door een eigen aangestelde aannemer) werd gerealiseerd, en waarvan 6 maanden na aanmaning door het gemeentebestuur/rioolbeheerder de aansluiting niet werd geregulariseerd,
§3. waarvan de rioolbeheerder, noch het gemeentebestuur beschikt -na ingebruikname van de entiteit- over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer, binnen een termijn van 6 maanden na aanmaning door het gemeentebestuur/rioolbeheerder.
De belasting is verschuldigd indien één van de bovenstaande voorwaarden is vervuld.
Artikel 4: Keuring privéwaterafvoer
De keuring van de privéwaterafvoer dient te gebeuren conform artikel 12/1 Besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting, de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk, en het algemeen waterverkoopreglement, het toepasselijke ministerieel besluit en het Bijzonder Waterverkoopreglement van De Watergroep.
Artikel 5: Belastingplichtige:
§1. de belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door wie op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van het belastbaar goed.
§2. ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, zijn respectievelijk de opstalgever, de erfpachtgever en naakte eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
§3. indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende personen, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd, terwijl de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de volledige belasting.
Artikel 6: Vrijstellingen:
Volgende belastingplichtigen kunnen worden vrijgesteld van deze belasting:
§1. een nieuwe eigenaar: de nieuwe eigenaar, die op 1 januari minder dan één jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van deze belasting. Deze vrijstelling geldt voor één aanslagjaar volgend op de datum van de notariële akte.
§2. entiteiten volledig gelegen binnen een onteigeningsplan: de eigenaar zoals bedoeld in artikel 5, van entiteiten die op 1 januari van het aanslagjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid.
Artikel 7: Procedure:
Een door de gemeente gemachtigd ambtenaar stelt op aangeven van de rioolbeheerder Riopact jaarlijks per 1 januari vast:
De belasting wordt als volgt berekend:
De belasting blijft verschuldigd zolang de eigenaar geen conform keuringsattest bezorgt aan het gemeentebestuur, dan wel de rioolbeheerder (datum poststempel of datum e-mail telt met betrekking tot registratie ontvangst van het conform keuringsattest). De belasting wordt berekend a rato van het aantal maanden dat de belastingplichtige niet in overeenstemming is/was met het verplichte positief keuringsattest.
Artikel 8: Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen en dit ten laatste op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar.
Artikel 9: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet door middel van overschrijving op het vermelde rekeningnummer.
Artikel 10: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarschriften kunnen via duurzame dragen (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in bovenstaand lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschriften zijn: gemeentebelastingen@anzegem.be
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de 15 dagen na indiening ervan.
Artikel 11: Dit reglement treedt met onmiddellijke ingang in werking.
Art.3: De burgemeester maakt het reglement via de webtoepassing van de gemeente bekend overeenkomstig artikel 285 §1 en artikel 286 §1 van het decreet lokaal bestuur. In uitvoering van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur brengt de gemeente op dezelfde dag als de bekendmaking van de besluiten op de webtoepassing van de gemeente, de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking ervan.