Terug
Gepubliceerd op 22/12/2021

Besluit  OCMW-raad

di 14/12/2021 - 20:00

Rechtspositieregeling (eindejaarstoelage - verhoging variabel gedeelte vanaf het jaar 2021): goedkeuring aanpassing.

Aanwezig: Koen Tack, Voorzitter
Gino Devogelaere, Burgemeester
Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Anja Desmet, Christophe Vandererven, Davy Demets, Schepenen
Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Amandine Eeckhaut, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Marie-Rose D'huyvetter, Raadsleden
Sonja Nuyttens, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Johan Delrue, Raadslid
Feitelijke en juridische overwegingen

Op 24 november 2020 werd het VIA6-voorakkoord voor de private en publieke socialprofitsectoren afgesloten. Hierover werd een akkoord gesloten met de sociale partners en de Vlaamse regering op 22 december 2020 en werd onderhandeld in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 op 23 december 2020.

Het toepassingsgebied van dit VIA6-akkoord is de eenmalige verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020. Deze verhoging van de eindejaarstoelage voor het zorgpersoneel geldt voor al het personeel dat in de DMFA-aangifte een VIA-deelcode heeft toegewezen gekregen, met uitzondering van de deelcodes 102 (dienstencheques) en 500-512 (socio-culturele sector). Personeel tewerkgesteld met VIA-code 509 (lokale diensteneconomie) moet toch meegenomen worden voor de eenmalige verhoging van de eindejaarstoelage, als deze personen van de lokale diensteconomie tewerkgesteld zijn in één van de VIA sectoren. Het al dan niet toekennen van een VIA-deelcode is op zich geen element om te besluiten dat iemand wel of geen recht heeft op de koopkrachtmaatregelen en op de verhoging van de eindejaarstoelage in het bijzonder, maar is eerder een administratieve bevestiging dat het om VIA-personeel gaat.
Een rechtzetting van de juiste VIA-deelcode is regelmatig noodzakelijk omdat de omvang van de subsidies van de Vlaamse overheid ervan afhangt en ook de verdere verdeling van deze subsidies aan elk individueel bestuur.

Op 9 juni 2021 sloten de sociale partners een nieuw sectoraal akkoord voor het personeel van de lokale en provinciale besturen goed. Ze beslisten om de plafonnering van de eindejaarstoelage van de VIA-personeelsleden in de publieke sector te schrappen. Dit was nodig om ook de lagere lonen een volwaardige koopkrachtverhoging toe te kennen.

Daarnaast bereikten de sociale partners een akkoord over de vervroegde uitkanteling van de publieke socio-culturele sector uit de VIA-akkoorden, de compensatie aan de lokale besturen voor het personeel dat niet onder het toepassingsgebied van het VIA6-akkoord valt, en de koopkrachtmaatregelen voor deze groep van niet-VIA personeelsleden. Deze maatregel maakt een einde aan de indirecte discriminatie van vorige VIA-akkoorden. Het voelde voor een lokaal bestuur als werkgever immers onrechtvaardig aan om alléén voor VIA-medewerkers een koopkrachtverhoging toe te passen. Hieruit volgt dat het variabele gedeelte van de eindejaarstoelage van alle personeelsleden van de lokale en provinciale besturen vanaf 2021 verhoogd zal worden van 2,5 % naar 3,6 % van het jaarsalaris.

De rechtspositiebesluiten voor het personeel van de lokale en provinciale besturen zullen overeenkomstig het bovenstaande aangepast worden.

Tot slot bereikten de sociale partners een akkoord over het handhaven van de sociale vrede in de sector van de lokale en provinciale besturen. Van nu af aan zal slechts 1 sectoraal akkoord rond koopkrachtverhoging per bestuursperiode worden onderhandeld.

Gelet op het akkoord bereikt in het comité C1;
Gelet op de VIA-financiering en compensatieregeling die hiertegenover staat;
Gelet op de informatie op de webpagina van het Agentschap van het Binnenlands Bestuur met betrekking tot de hoogte van het vast bedrag van de eindejaarstoelage van het jaar 2020, die 1.288,43 euro bedraagt.

Syndicaal onderhandeld op 29 juni 2021 met gunstig advies.

Regelgeving

Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op de artikelen 40 en 41

sectoraal akkoord van 9 juni 2021

Vorige beslissingen

Gemeenteraadsbeslissing en OCMW-raadsbeslissing van 9 maart 2021 inzake eindejaarstoelage van het jaar 2020 voor het zorgpersoneel dat onder het VIA6-akkoord van 22 december 2020 ressorteert: goedkeuring verhoging.

Publieke stemming
Aanwezig: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Anja Desmet, Christophe Vandererven, Davy Demets, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Amandine Eeckhaut, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Marie-Rose D'huyvetter, Sonja Nuyttens
Voorstanders: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Anja Desmet, Christophe Vandererven, Davy Demets, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Amandine Eeckhaut, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Marie-Rose D'huyvetter
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Art.1: Deze beslissing is van toepassing op alle personeelsleden tewerkgesteld in de gemeente en OCMW Anzegem.

Art.2:   het variabel bedrag van de berekening van de eindejaarstoelage vanaf het jaar 2021 met 1,1% te verhogen, rekening houdend met de prestatiebreuk van het personeelslid, zodat de nieuwe berekeningswijze voor een voltijds equivalent als volgt is: 1.288,43 euro vast bedrag + 3,6% variabel bedrag (+1,1%) = nieuw bedrag eindejaarstoelage 2021 (VTE).

Art.3: De RPR als volgt aan te passen:

Artikel 8.2.3.3.

Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte.

Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend:

1°    het forfaitaire gedeelte:

a)       het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2011 349,73 euro;

b)       vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig;

c)        het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b), wordt verhoogd met 698,74 euro;

d)       voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c), verhoogd met 100 euro;

e)       vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c) voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro;

2°    het veranderlijke gedeelte:

2,5 procent 3,6 percent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend.

Art.4: De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de personeelsleden deze verhoging ontvangen vanaf 2021.