Terug
Gepubliceerd op 22/06/2023

Besluit  OCMW-raad

di 13/06/2023 - 19:30

Deontologische code voor OCMW-raadsleden: goedkeuring aanpassing.

Aanwezig: Koen Tack, Voorzitter
Gino Devogelaere, Burgemeester
Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Pauline Van Marcke, Christophe Vandererven, Davy Demets, Schepenen
Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Johan Delrue, Amandine Eeckhaut, Anja Desmet, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Kris De Meulemeester, Raadsleden
Sonja Nuyttens, Algemeen directeur
Feitelijke en juridische overwegingen

Door een wijziging van het decreet over het lokaal bestuur (hierna: DLB) moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben er een oprichten. Dat moet zowel in de gemeente als in het OCMW. Lokale besturen die wel al een deontologische commissie hebben, moeten deze conformeren aan de nieuwe bepalingen daarover in het DLB.


Sinds 2007 is een deontologische code verplicht voor de lokale mandatarissen.  

Via dit addendum is het de bedoeling dat de OCMW-raad zijn  huidige deontologische code al kan aanpassen aan de nieuwe regels rond deontologische commissies.   

Wat moet er geregeld worden?

De decreetwijziging werkt ook door voor het OCMW, en houdt in dat:

-        de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk een deontologische commissie moeten oprichten;

-        de deontologische codes van zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn  regels moeten bevatten over de deontologische commissie, meer bepaald over de:

  • samenstelling,
  • werking en
  • bevoegdheid;

-        de deontologische commissie van de gemeenteraad en die van de OCMW-raad bestaan beiden minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.”

 

Ook al is het juridisch nodig om voor de gemeente en het OCMW een aparte deontologische code en commissie te hebben, toch wordt aangeraden om deze maximaal op elkaar af te stemmen. Het komt de duidelijkheid, de expertise van de leden en de praktische werking ten goede als de gemeentelijke deontologische commissie en die van het OCMW samengesteld zijn uit dezelfde mensen en gelijkaardige bevoegdheden en werkingsregels hebben.

 

Vanuit VVSG werd een model van addendum aangereikt dat mits enkele kleine aanpassingen kan overgenomen worden voor de besturen die al over een deontologische code beschikten die gebaseerd is op die van het VVSG-model.

De deontologische code voor de OCMW-raad van Anzegem werd - na de bestuurswissel - opnieuw goedgekeurd op 23 april 2019 en destijds door elk raadslid apart 'voor akkoord' ondertekend. 

Regelgeving

1502 (2022-2023) – Nr. 4 1 februari 2023 (2022-2023) verzendcode: BIN Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het voorstel van decreet van Tom Ongena, Kris Van Dijck, Brecht Warnez, Nadia Sminate, Katrien Partyka en Paul Van Miert tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad

Documenten in het dossier: 1502 (2022-2023) – Nr. 1: Voorstel van decreet – Nr. 2: Verslag – Nr. 3: Amendement Vlaams Parlement — 1011 Brussel — 02 552 11 11 — www.vlaamsparlement.be 2 1502 (2022-2023) – Nr. 4

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2. Aan artikel 39 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur worden de volgende zinnen toegevoegd:

“en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.”.

Art. 3. Artikel 127 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: “Art. 127. De leden van de districtsraad hanteren de deontologische code van de gemeenteraad, vermeld in artikel 39, en vallen onder de bevoegdheid van de deontologische commissie van de gemeenteraad. De leden van de districtsraad worden door de districtssecretaris van die deontologische code en de wijzigingen erin binnen een maand na de aanneming ervan op de hoogte gebracht.”.

Vorige beslissingen

Gemeenteraadsbesluit 10 september 2019 inzake goedkeuring beheersovereenkomst gemeente/OCMW

Publieke stemming
Aanwezig: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Pauline Van Marcke, Christophe Vandererven, Davy Demets, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Johan Delrue, Amandine Eeckhaut, Anja Desmet, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Kris De Meulemeester, Sonja Nuyttens
Voorstanders: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Pauline Van Marcke, Christophe Vandererven, Davy Demets, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Johan Delrue, Amandine Eeckhaut, Anja Desmet, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Kris De Meulemeester
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Art.1: ermee akkoord te gaan dat de samenstelling van de deontologische commissie zoals ze van toepassing is voor de gemeenteraad, ook gehanteerd wordt voor de OCMW-raad.

Art.2: De deontologische code voor de leden van de OCMW-raad (goedgekeurd in het raadsbesluit van 23 april 2019) wordt aangepast als volgt:

 

de tekst onder het hoofdstuk 'Naleving en handhaving van de deontologische code' wordt integraal vervangen door volgende tekst:

Naleving en handhaving van de deontologische code

 

Artikel 47

De OCMW-raad richt een deontologische commissie op.

De mandaten in de commissie worden door de OCMW-raad evenredig verdeeld volgens eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegde voor alle commissies. De berekeningswijze is als volgt: methode D’Hondt.

De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het Vast Bureau steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de OCMW-raad. Als de voorzitter van de OCMW-raad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de OCMW-raad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissie  te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.

Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.

Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in de deontologische commissie, wordt door deze fractie één raadslid aangewezen om in de commissie te zetelen.

 

De commissie wordt voorgezeten door een OCMW-raadslid. De leden van het Vast Bureau kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De OCMW-raad duidt de voorzitter  van de  commissie  aan. Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen conform art.7,§5, derde lid van het DLB. Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan kan tijdens  de hele procedure daarover het lid vervangen worden door een plaatsvervanger die door de fractie wordt voorgedragen.

 

Artikel 48

De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.


De commissie vergadert   in ieder geval  wanneer dat nodig is conform art. 46 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.

 

De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.

De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.

De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.

De leden van de commissie werken volgens volgende principes:

-        De handhaving is onpartijdig.

-        Men is terughoudend met publiciteit.

-        Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.


Artikel 49

De commissie is bevoegd voor:

-        Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden.  zoals voorzien in de procedure van art. 51 tot 55 van deze code.

-        Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 46 van deze code.

-        …

 

 

Artikel 50

De OCMW-raad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

 

Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

        het voorkomen van mogelijke schendingen

        het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

        het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code

        het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

 

Het voorkomen van mogelijke schendingen

 

Artikel 51

Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Artikel 52

Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Het signaleren van vermoedens van schendingen 
(= start formele procedure binnen het lokaal bestuur)

 


Artikel 53
 

Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).

 

Indien na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.

  

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

 

Artikel 54

Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.

Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roep de voorzitter van de deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.

 

De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.

Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad.

 

 

Het zich uitspreken over schendingen 
(= einde formele procedure binnen het lokaal bestuur)

 

Artikel 55

Enkel de OCMW-raad kan zich uitspreken of een mandataris van het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.

Wanneer de OCMW-raad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van het OCMW dan kan de raad:

-        zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.

-        vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.

-        beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.

-        bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door een lid van het Vast Bureau of de raadsvoorzitter   een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.

-        …

 

Slotbepaling

 

Artikel 56

De code treedt in werking de dag na goedkeuring door de OCMW-raad.