Op 12 september 2025 werd door het Centraal Kerkbestuur via het digitaal platform 'Religiopoint' op een gecoördineerde wijze de budgetten 2026 van alle Anzegemse kerkfabrieken aan het gemeentebestuur overgemaakt. Deze waren allen voorzien van een gunstig advies vanuit het Bisdom Brugge dd 1 september 2025.
De cijfers voor wat betreft de budgetten 2026 en de hierbij gevraagde gemeentelijke toelage (exploitatie) zijn de volgende:
| MJP 2026-2031 exploitatie |
Budget 2026 gemeentelijke exploitatietoelage |
MJP 2026-2031 investering |
Budget 2026 voorzien investeringen (geen gemeentelijke toelage) |
|
| Sint-Jan-Baptist en Sint-Eligius | 0 euro | 0 euro | 0 | 100.000 euro (meubilair in inrichting kerk) |
| Sint-Petrus | 4 098.93 euro | 4 098.93 euro | 0 | 0 |
| Sint-Antonius Abt | 0 euro | 0 euro | 0 | 0 |
| Sint-Arnoldus | 5 349.80 euro | 5 349.80 euro | 0 | 0 |
| Sint-Mattheus | 4 045.92 euro | 4 045.92 euro | 0 | 0 |
| Sint-Theresia van het Kind Jezus | 8 374.35 euro | 8 374.35 euro | 0 | 0 |
| Sint-Stefanus | 55 399.42 euro | 55 399.42 euro | 0 | 0 |
| 77 268.42 euro | 77 268.42 euro |
De gevraagde gemeentelijke bijdragen in de exploitatie van de budgetten 2026 passen allen in de goedgekeurde meerjarenplannen 2026-2031 van de diverse kerkfabrieken (Raad 14 oktober 2025).
De budgetten 2026 van de kerkfabrieken werden besproken tijdens het overleg Centraal Kerkbestuur - College van Burgemeester en Schepenen van 28 mei 2025. In tegenstelling tot andere jaren zijn de gevraagde gemeentelijke toelage in de meerjarenplannen 2026-2031 voor 2026 en het uiteindelijk budget 2026 helemaal gelijklopend. Dit is te verklaren doordat voor boekjaar 2026 de overschotten/tekorten van boekjaar 2024 alreeds zijn verwerkt en dit kon zowel gebruikt worden voor de opmaak van hun meerjarenplannen als het budget 2026. Voor de daaropvolgende jaren moet gewerkt worden met onderbouwde ramingen gezien de overschotten van dat boekjaar X-2 op heden nog niet gekend zijn.
Het voorziene investeringsbudget van 100.000 euro voor kerkfabriek Sint-Jan wordt voorzien voor meubilair en de inrichting van de kerk na afwerking van de werken. Dit zal door kerkfabriek Sint-Jan gefinancierd worden vanuit eigen middelen (verzekeringsgelden kerk).
Er worden geen investeringsbudgetten gevraagd in de budgetten 2026 omdat, in toepassing van de afsprakennota, investeringswerken aan de kerkgebouwen worden opgenomen in de gemeentelijke budgetten. Verdeling van deze middelen en prioritering dient te gebeuren in overleg, binnen het Centraal Kerkbestuur en met de gemeente.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, aangepast door het decreet van 6 juli 2012;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende de vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de erediensten en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
De ministeriële omzendbrief van 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 14 oktober 2025 betreffende de goedkeuring van de meerjarenplannen 2026-2031 van de diverse kerkfabrieken;
Art.1: Akte te nemen van de budgetten 2026 van volgende kerkfabrieken:
Voor de gemeentelijke bijdragen worden hierin voorzien:
| Budget 2026 gemeentelijke exploitatietoelage |
MJP 2026-2031 investering |
|
| Sint-Jan-Baptist en Sint-Eligius | 0 euro | 0 |
| Sint-Petrus | 4 098.93 euro | 0 |
| Sint-Antonius Abt | 0 euro | 0 |
| Sint-Arnoldus | 5 349.80 euro | 0 |
| Sint-Mattheus | 4 045.92 euro | 0 |
| Sint-Theresia van het Kind Jezus | 8 374.35 euro | 0 |
| Sint-Stefanus | 55 399.42 euro | 0 |
| TOTAAL | 77 268.42 euro |
Art.2: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de verschillende kerkfabrieken en het erkend representatief orgaan;
Art.3: De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit reglement op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.