De voorzitter opent de zitting op 13/12/2022 om 20:50.
De zitting werd na punt 1.1 geschorst om de gemeenteraad te heropenen ter behandeling van de resterende punten opgenomen op de agenda. Na sluiting van de gemeenteraad werd vervolgens de OCMW-raad hervat vanaf punt 1.2.
In 2019 werd, in toepassing van de beleids- beheerscyclus, het geïntegreerd meerjarenplan voor gemeente en OCMW opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Dit bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025. Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat lokale besturen minstens een keer per jaar hun meerjarenplan moeten aanpassen en dit om de kredieten voor het volgend boekjaar vast te stellen en om eventueel de kredieten van het huidig boekjaar aan te passen.
Het meerjarenplan dient te worden aangepast naar aanleiding van nieuwe of gewijzigde keuzes van diverse beleidsniveaus, omstandigheden of assumpties en omwille van de verwerking van de jaarrekening 2021 van gemeente en OCMW in deze aanpassing.
De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit 3 onderdelen en de bijhorende documentatie:
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Exploitatiesaldo | 1.864.319 | 1.323.807 | 1.730.975 | 1.738.731 |
Investeringssaldo | -11.120.619 | -3.258.233 | -3.230.651 | -1.522.151 |
Financieringssaldo | -1.213.945 | -1.163.047 | -1.360.273 | -1.304.424 |
Budgettair resultaat van het boekjaar | -10.470.245 | -3.097.473 | -2.859.949 | -1.087.844 |
Gecumuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar |
17.642.131 | 7.171.886 | 4.074.414 | 1.214.465 |
Beschikbaar budgettair resultaat | 7.171.886 | 4.074.414 | 1.214.465 | 126.621 |
Autofinancieringsmarge | 148.259 | -341.355 | 102.969 | 166.574 |
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge | 554.077 | 144.690 | 678.912 | 829.500 |
Door het financieel evenwicht in deze aanpassing van meerjarenplan blijven de door de decreten vooropgestelde evenwichten gevrijwaard.
De derde aanpassing van het meerjarenplan verkreeg een gunstig advies van het MAT op 25 oktober 2022.
De derde aanpassing van het meerjarenplan werd besproken in de raadscommissie Financiën en Algemene zaken op 5 december 2022.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- & beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- & beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC);
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- & beheerscyclus.
Het besluit van de OCMW-raad van 16 december 2019 tot vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen' deel OCMW;
Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 betreffende de integrale goedkeuring, incl deel OCMW, van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen';
Het besluit van de OCMW-raad van 16 december 2020 tot vaststelling van de eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen' - deel OCMW;
Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2020 betreffende de eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen' - goedkeuring deel OCMW;
Het besluit van de OCMW-raad van 14 december 2021 tot vaststelling van de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen' - deel OCMW;
Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2021 betreffende de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen' - goedkeuring deel OCMW.
Art.1: haar deel vast te stellen in de derde aanpassing (2022) van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen'. Hieronder kunnen de belangrijkste cijfers uit deze derde aanpassing van het geïntegreerd meerjarenplan teruggevonden worden:
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Exploitatiesaldo | 1.864.319 | 1.323.807 | 1.730.975 | 1.738.731 |
Investeringssaldo | -11.120.619 | -3.258.233 | -3.230.651 | -1.522.151 |
Financieringssaldo | -1.213.945 | -1.163.047 | -1.360.273 | -1.304.424 |
Budgettair resultaat van het boekjaar | -10.470.245 | -3.097.473 | -2.859.949 | -1.087.844 |
Gecumuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar |
17.642.131 | 7.171.886 | 4.074.414 | 1.214.465 |
Beschikbaar budgettair resultaat | 7.171.886 | 4.074.414 | 1.214.465 | 126.621 |
Autofinancieringsmarge | 148.259 | -341.355 | 102.969 | 166.574 |
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge | 554.077 | 144.690 | 678.912 | 829.500 |
Art.2: Kennis te geven van dit besluit aan de toezichthoudende overheid volgens de regels vervat in het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De raadsleden worden gevraagd hun akkoord of eventuele opmerkingen te geven over het verslag van de vorige raadszitting 8 november 2022 conform decreet lokaal bestuur artikel 32.
Art.1: De notulen- en zittingsverslag van van de OCMW-raad van 8 november 2022 eenparig goed te keuren.
De OCMW-raad kan kennis nemen van het definitieve rapport audit ‘niet terugvorderbare steun' zoals opgemaakt door Audit Vlaanderen na enkele maanden testwerk binnen de Sciale Dienst van het OCMW (juni/juli/augustus/september 2022).
Het rapport is over het algemeen vrij gunstig te noemen.
Er werden geen zware tekortkomingen gesignaleerd, wel formuleerde Audit Vl. een 4-tal aanbevelingen.
Inmiddels is er een plan van aanpak met timing opgemaakt teneinde de gesignaleerde risico's in te dijken.
Het MAT formuleerde een reactie op 10 november 2022.
Het BCSD nam kennis van de rapporten en van het plan van aanpak op 15 november 2022.
LUIK 1 - THEMA-AUDIT NIET TERUGVORDERBARE STEUN
Nr. | Aanbeveling | Streefdatum | Verantwoordelijke/ initiator | Actieplan of opmerkingen |
A1 | Het lokaal bestuur werkt een kader uit voor niet-terugvorderbare steun (visie, afspraken, criteria en/of richtlijnen) en integreert hierin de bestaande instrumenten of aanpak (bv. reglementen, afspraken …). Het OCMW communiceert het nieuwe kader en pas het toe voor hulpvragen waarbij niet-terugvorderbare steun ingezet wordt. | 1.07.2024 | Annelies Demets | We wensen in eerste instantie de toekomstige implementatie van REMI en de onvermijdelijke denkoefening(en) m.b.t. richtlijnen, criteria, enz. die ermee gepaard gaan aan te grijpen om een verder kader uit te werken. In afwachting verzamelen we wel al verdere info en voorbeelden (o.a. good practices Audit Vlaanderen). Indien de implementatie van REMI langdurige vertraging zou oplopen, bekijken we de mogelijkheden om toch tot een voorstel van omvattend kader te komen. |
A2 | Het lokaal bestuur zorgt voor een correct en veilig betalingsproces voor cash betalingen. | 31.12.2023 | Annelies Demets / Charlotte Coetsier / Thijs Soens | 1. Verder onderzoek en overleg rond extra controlemogelijkheid via of op basis van de notulen voor de financiële dienst (denkpistes: sjabloon met lijst beslissingen/besluiten BCSD of ‘inspectiedossier’ in DSD met digitale bewijsstukken en ontwerpnotule) 2. Per maatschappelijk werker zorgen voor een afzonderlijke bankkaart met concrete instructies rond de bewaring ervan en het persoonlijk houden van de code. 3. Verder onderzoek naar haalbare mogelijkheden om cash betalingen maximaal te vermijden (prepaid kaarten, payconiq…) & implementatie 4. Navraag m.b.t. mogelijkheden om het aanpassen van betaalgegevens in Belfiusweb te verhinderen. 5. Hernieuwen afspraken voorzitter BCSD m.b.t. toestemming dringende steun |
A3 | Het lokaal bestuur versterkt de werkwijze voor het opslaan en beveiligen van dossier- en persoonsgegevens. Dit houdt in dat, zowel op kantoor als in de thuissituatie, de maatschappelijk werker (of zijn vervanger) vlot aan de gegevens van de cliënten kan en dat deze gegevens te allen tijde vertrouwelijk worden behandeld en veilig worden opgeslagen. | 31.12.2023 | Annelies Demets / Charlotte Coetsier / Thijs Soens | 1. Opmaak en hanteren van interne check list (proces) bij zowel indienst- als uitdiensttreding maatschappelijk werkers (o.a. schrappen toegangsrechten Sierra) 2. Inloggen in Sierra via eID of Itsme realiseren 3. Controle op de logins m.b.t. KSZ-kruispuntbank 4. Verdere implementatie van DSD (Digitaal Sociaal Dossier) waardoor de papieren dossiers en stukken geminimaliseerd worden, er op dossierniveau vaste rubrieken komen voor het opslaan van digitale info, enz. 5. Jaarlijks aanpassen toegangscode deuren onthaal & bekijken mogelijkheden maximaal sluiten van deuren binnen bestaande sleutelplan 6. Afsprakenkader m.b.t. bewaring documenten en afschermen gevoelige informatie bij werken op locatie (telewerk, huisbezoek…). |
Ter kennis gegeven in het BCSD van 15 november 2022.
Reactie MAT geformuleerd op 10 november 2022.
LUIK 2: ORGANISATIEBEHEERSING
Nr. | Aanbeveling | Streefdatum | Verantwoordelijke/ initiator | Actieplan of opmerkingen |
B1 | Het lokaal bestuur neemt maatregelen om een actueel zicht te behouden op de risico's die het bereiken van de doelstellingen kunnen belemmeren. Dit door tussentijds voldoende en systematisch na te gaan of de geïdentificeerde risico's van de zelfevaluatie nog voldoende actueel zijn, maar ook door na te gaan of er bijkomende risico's zijn die de organisatie moet aanpakken. | 1 x per jaar, telkens in de periode maart/april met start 2023 | Thijs Soens en algemeen directeur | 1. systematische toevoeging aan de agenda MAT: 'Evaluatie/rapportering uitvoering plan organisatiebeheersing' 2. Opname in het organisatiebeheersingsplan van de geformuleerde aanbevelingen thema-audit NTS: toevoeging aan de rapportering + plan van aanpak. (zie hierboven) |
3. systematische evaluatie geformuleerde risico's: nagaan of deze nog voldoende actueel zijn, beschrijving stand van zaken, gehanteerde aanpak voor het realiseren van de actieplannen | ||||
4. Vooruitblik lopende en toekomstige projecten: zijn er bijkomende risico's die moeten aangepakt worden? | ||||
Zo ja, opname in organisatiebeheersingsplan + voorstel te ondernemen acties | ||||
Opmerking: De medewerkers wiens jobinhoud aansluit bij de aard van de risico's rapporteren in het MAT en geven een stand van zaken. De resultaten van deze opvolging worden integraal opgenomen in de jaarlijkse rapportering naar de raden over organisatiebeheersing. Hierdoor krijgen de raden voldoende zicht op de manier waarop de organisatie de vastgestelde risico's aanpakt. | ||||
5. Rapportering aan de gemeenteraad (raadscommissie + raad) | ||||
Toevoegen aan de rapportering (naast powerpoint met mondelinge toelichting ter zitting en excel) van een korte beschrijving van: | ||||
|
||||
|
Het Decreet Lokaal Bestuur
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Art. 1: kennis te nemen van het rapport audit ‘Niet Terugvorderbare Steun’ zoals opgemaakt door Audit Vlaanderen op 11 oktober 2022.
Art.2: Kennis te geven van dit besluit aan de toezichthoudende overheid volgens de regels vervat in het decreet Lokaal Bestuur.
Als iemand sterft zonder (voldoende) inkomen, vrienden of familie of als ook zij over onvoldoende middelen beschikken, is het de taak van de gemeente waar de overledene staat ingeschreven in één van de bevolkingsregisters om voor de begrafenis te zorgen (en deze te betalen). In bijna alle gemeenten neemt het OCMW deze taak ter harte in het kader van het lokaal sociaal beleid. Hiertoe wordt telkens een sociaal en financieel onderzoek uitgevoerd.
In 2020 keurde de OCMW-raad een reglement goed waarin de krijtlijnen voor een zogenaamde 'minimale begrafenis' vastgelegd worden.
Er wordt voorgesteld om het maximaal bedrag voor een dergelijke begrafenis op te trekken van 2.000 € naar 2.500 €. Uit concrete toepassingen is gebleken dat het oorspronkelijk bedrag niet meer volstaat.
Het BCSD gaf op 15 november jl. een positief advies.
Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging
OCMW-raad 16 december 2020 - goedkeuring reglement tussenkomst begrafeniskosten
Art. 1: in de OCMW-raadsbeslissing van 16 december 2020 artikelen 8 en 9 van het reglement tussenkomst begrafeniskosten als volgt aan te passen:
art. 8 – De tussenkomst van de kosten die door het OCMW ten laste genomen wordt beperkt tot maximaal 2.000 2.500 € voor zowel een traditionele begrafenis als een crematie.
art. 9 – Deze bedragen worden van toepassing vanaf 1 januari 2023 en worden jaarlijks geïndexeerd volgens de gezondheidsindex.
Het aangepaste reglement ziet er uit als volgt:
art. 1 – De bevoegdheid om tussen te komen in de begrafeniskosten van een overleden inwoner van Anzegem behoort aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
art. 2 – Bij afwijking van art.1 kan de voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op basis van een sociaal onderzoek, bij hoogdringendheid beslissen tot ten laste name door het OCMW van de begrafeniskosten zoals verder omschreven in huidig reglement.
art. 3 – Het OCMW zal slechts de kosten tot begrafenis ten laste nemen als blijkt dat
- het OCMW daartoe bevoegd is
- dat de overledene behoeftig was
- dat er geen personen kunnen aangesproken worden die wettelijk verplicht zijn deze kosten te dragen (echtgenote, kinderen, kleinkinderen enz.) of wanneer de personen die deze kost wettelijk moeten dragen zich ook in een staat van behoeftigheid bevinden.
In geval binnen de 48u of de eerste werkdag na het overlijden niemand van de familie of verwanten zich laat horen, wordt dezelfde regeling toegepast als in geval van behoeftigheid.
art. 4 – De eventuele erfgenamen die beroep doen op een tussenkomst van het OCMW moeten bereid zijn hun financiële situatie aan te tonen. Indien er onvoldoende tijd is om het sociaal onderzoek volledig te voeren, en zou blijken dat de erfgenamen de begrafenis zelf kunnen/moeten regelen zal dit bedrag teruggevorderd worden, behoudens afwijking wegen billijkheidsredenen.
In die gevallen waar blijkt dat de erfgenamen geen band meer hebben met de overledene en bijgevolg de begrafeniskosten niet willen dragen dient duidelijk gesteld te worden dat het uitbreiden van de minimale begrafenis op eigen kosten van die erfgenaam een rechtstreekse aanleiding (aanvaarding van de erfenis) kan zijn om alsnog de kosten die het OCMW gedaan voor die begrafenis, terug te vorderen.
art. 5 – Een aantal bijkomende voorwaarden tot ten laste name moeten vervuld zijn:
- Als gevolg van het overlijden moet het OCMW onmiddellijk en voorafgaandelijk gecontacteerd worden. Er kan niet gewacht worden tot na de begrafenis, gezien het OCMW in dat geval haar verantwoordelijkheid niet meer kan opnemen daar alles al geregeld is en ervan uitgaat dat de wettelijke onderhoudsplicht is opgenomen.
- Indien een derde de begrafenis regelt, is het fundamentele uitgangspunt dat wie de begrafenis regelt zelf de financiële lasten ervan draagt, ongeacht of de overledene al dan niet behoeftig is.
- In voorkomend geval kan de persoon die de begrafenis regelt, in zijn persoonlijke naam, voorafgaandelijk een aanvraag doen bij het OCMW van de gemeente waar hij woont.
- De financiële tussenkomst van het OCMW in de begrafeniskosten zal afhankelijk zijn van de sociale en financiële situatie van de aanvrager.
- Indien het OCMW de verantwoordelijkheid voor de begrafenis, wordt er voorzien in een minimale begrafenisregeling.
art.6 – Een minimale begrafenisregeling houdt in dat er maximaal kan tussengekomen worden in (niet-limitatieve lijst) :
- Een minimale kerkdienst / gedenkdienst
- Een lijkwagen om betrokkene op te halen naar het funerarium, om betrokkene naar de eredienst of crematorium te brengen
- Kosten voor opbaring en mortuarium
- Een eenvoudige kist
- Lijkwade
- Hygiënische zorgen en opmaak
- Een (voorlopig) kruis/opschrift op het graf
- Eventuele kosten teraardebestelling in een niet-geconcedeerd graf
- Attesten en dienstverlening
- Eventuele crematie via Psilon Kortrijk
- Na crematie is er de mogelijkheid de urne in volle grond te plaatsen, de as uit te strooien op de strooiweide, de urne op te baren in een columbarium of om de urne mee te nemen
- Drukwerk van max. 50 rouwprentjes
- Bloemstuk ter waarde van max. 30 €
Het OCMW zal niet tussenkomen in de kosten voor :
- De kosten voor een concessie (langer dan 10 jaar)
- Grafsteen
- Graveren columbarium
- Koffietafel of rouwmaaltijd
art. 7 - Naast deze tussenkomst wordt er geen enkele uitbreiding voorzien noch door het OCMW, noch door de erfgenamen. Mocht er toch een uitbreiding gevraagd worden door de erfgenamen, en dit zelfs op hun eigen kosten, dan zal dit beschouwd worden als het aanvaarden van de erfenis. Hierdoor zullen alle kosten voor de begrafenis teruggevorderd worden van de betrokken erfgenamen.
art. 8 – De tussenkomst van de kosten die door het OCMW ten laste genomen wordt beperkt tot maximaal 2.500 € voor zowel een traditionele begrafenis als een crematie.
art. 9 – Deze bedragen worden van toepassing vanaf 1 januari 2023 en worden jaarlijks geïndexeerd volgens de gezondheidsindex.
art. 10 – Deze bepalingen met de daarbij horende vastgelegde bedragen worden aan de begrafenisondernemers bezorgd.
art. 11 - De vergoeding van uitvaartverzekeringen of levensverzekeringen of andere inkomsten worden door het OCMW (terug)gevorderd.
art. 12 – Het verwerpen van de nalatenschap dient te gebeuren bij een Notaris. De verwerpers van de nalatenschap bezorgen het OCMW hiervan een afschrift.
art. 13 – De familie wordt verzocht een document te ondertekenen waarin ze verklaren akkoord te gaan met de bepalingen van het OCMW inzake de minimale begrafenisregeling. Ook de familieleden die niet spontaan bij het OCMW langskomen worden hieromtrent aangeschreven.
art. 14 - Het reglement wordt na één jaar toepassing geëvalueerd en desgevallend bijgestuurd.
Art. 2: Het reglement wordt bekend gemaakt cf. de bepalingen van het decreet lokaal bestuur
In navolging van heel wat andere lokale besturen willen we ook in Anzegem een laagdrempelige financiële tussenkomst creëren voor kinderen en gezinnen die nog niet in begeleiding zijn van de sociale dienst. Dit past binnen de initiatieven in het kader van armoedebestrijding en is ook een actie in het meerjarenplan waar ook financiële middelen aan gekoppeld zijn (1.500€/jaar).
Binnen het Sociaal Huis bestaan diverse steunmaatregelen en (sociale) toelagen waar heel wat voorwaarden en eisen aan gekoppeld zijn: een sociaal en financieel onderzoek (o.a. voorleggen van rekeninguittreksels), het aantonen van de gezinsinkomsten via het aanslagbiljet van de personenbelasting, enz. In de meeste gevallen duurt het ook wel even voor een bepaalde steun of toelage toegekend en uitgekeerd wordt, waardoor ze niet kunnen ingezet worden bij acute problemen. In een aantal situaties schrikken deze voorwaarden mensen af om hulp te vragen.
Binnen de werking van de brugfiguren en de toeleiding naar hen via diverse doorverwijzers (directies scholen en/of zorgleerkrachten, Kind & Gezin, CLB, BKO...) is er nood aan een snel antwoord op concrete, acute noden van kinderen en jongeren die gedomicilieerd zijn en/of school lopen in Anzegem. Bedoeling is dat via een beperkte financiële tussenkomst niet alleen een dringende nood of vraag kan opgelost worden, maar dat dit ook als 'instrument' kan ingezet worden om een vertrouwensrelatie op te bouwen en op die manier de doorstroming naar de reguliere begeleiding aan te moedigen.
Een aantal 'grendels' worden ingebouwd in het systeem:
Het reglement werd destijds voor advies voorgelegd aan het BCSD dd. 19 november jl. en aan het Gezins- en Welzijnsraad dd. 30 november jl.
Er wordt voorgesteld om het reglement goed te keuren voor een proefperiode van 1 jaar en het daarna te evalueren.
Evaluatie:
Evaluatie kindtoelage door de brugfiguren:
• Tot op heden werd deze kindtoelage nog niet gebruikt.
• De meeste van aangemelde cliënten werden op vrij korte termijn toegeleid tot het OCMW waardoor ze recht openden op andere steunvormen.
• Bij nieuwe gezinnen bekijken de brugfiguren of de gezinnen nood hebben aan iets wat met de kindtoelage kan betaald worden. Men stelt vast dat ouders zaken voor hun kinderen kunnen betalen maar dat ze eerder moeite hebben met het betalen van andere facturen, niet gericht op de kinderen.
• Als er een vraag komt ivm onbetaalde schoolfacturen, waarvoor de kindtoelage onder andere kan gebruikt worden, toetst men eerst af of de school kan tussen komen of er andere steunvormen zijn of er een betaalplan voorzien kan worden.
Dit instrument diende op heden nog niet ingezet te worden hoewel enkele keren overwogen. Het wordt gebruikt als een residuair recht indien het kind in een precaire situatie verkeert. Het is een instrument dat snel inzetbaar is als er acute noden bij het kind zijn. Als er aanmeldingen zijn van de school, ivm financiële moeilijkheden, merken de brugfiguren dat deze gezinnen vaak al gekend zijn bij het OCMW. Scholen stelden al meermaals de vraag naar de toelage:
1x gaven de ouders aan dat ze geen financiële problemen hadden,
2x woonden de mensen in een andere stad/gemeente en werd verwezen naar het lokaal bestuur van de woonplaats.
In één van de gevallen kon de kindtoelage niet gebruikt worden gezien het gezin reeds langer dan 6 maanden in begeleiding was. 6 maanden begeleidingstermijn is misschien iets te kort. Vertrouwensrelatie is nog niet ten volle uitgebouwd.
Het reglement werd voor de duur van één jaar goedgekeurd door de OCMW-raad van 16 december 2020. Inmiddels werd de toepassing ervan geëvalueerd en werd er gunstig advies verleend door het BCSD van 15 november 2022 om het reglement voor onbepaalde duur goed te keuren.
1.500 € per jaar voorzien in het meerjarenplan binnen actie 1.4.1 jaarbudgetrekening 0900-00 6.481.005
Het decreet lokaal bestuur
Opmaak actieplan armoedebestrijding als onderdeel van het meerjarenplan 2020-2025 'Anzegem morgen'.
Beslissing van 16 december 2020 van de OCMW-raad houdende goedkeuring op proef (voor de duur van één jaar) van het reglement kindcheque.
Art. 1: Het reglement kindtoelage als volgt definitief goed te keuren:
artikel 1
In het kader van armoedebestrijding wil Anzegem een laagdrempelige tussenkomst creëren die een oplossing biedt voor acute (financiële) noden bij kinderen en jongeren op het vlak van (basis)onderwijs of menswaardig bestaan en de veiligheid van het kind.
artikel 2
Alle kinderen en jongeren (minderjarig of meerderjarig) die recht hebben op het groeipakket én waarvan de ouder(s) bij de aanvraag nog niet in begeleiding zijn van de sociale dienst van het Sociaal Huis of waarvan de begeleiding minstens 1 jaar geleden beëindigd werd, komen in aanmerking voor tussenkomst als ze voldoen aan één volgende voorwaarden:
artikel 3
De aanvraag komt via een doorverwijzer (CLB, zorgcoördinator, schooldirectie, kinderopvang, Kind & Gezin…) en mits het akkoord van de ouder(s) terecht bij de brugfiguren van het Sociaal Huis, die na een verdere inschatting en beoordeling (zonder formeel sociaal en financieel onderzoek) de vraag ter goedkeuring voorleggen aan het BCSD.
In dringende omstandigheden kan de voorzitter van het BCSD de vraag goedkeuren en wordt deze dan ter bekrachtiging voorgelegd tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het BCSD.
artikel 4
De tussenkomst wordt beperkt tot een bedrag van maximum 100 € per kind met een plafond van 300 € per gezin en kan maximaal twee keer per kind toegekend worden.
De aanwending dient te gebeuren binnen een termijn van 6 maanden na de aanmelding of doorverwijzing.
artikel 5
De tussenkomst kan aangewend worden voor volgende niet-limitatieve lijst uitgaven:
1. (Basis)onderwijs
• aankoop schrijfmateriaal voor huiswerk
• aankoop pennenzak
• aankoop boekentas
• aankoop brooddoos
• aankoop zwemkledij
• aankoop sportschoenen/turnpantoffels/turnkledij
• aankoop schoolboeken
• tussenkomst in warme maaltijden, schoolzwemmen, enz.
• tussenkomst in abonnement openbaar vervoer
2. Menswaardig bestaan en de veiligheid van het kind
• aankoop tandenborstel en tandpasta
• aankoop pampers
• aankoop medicatie/hulpmiddelen in kader van een acuut medisch of gezondheidsprobleem (bvb luizen)
• aankoop slaapuitrusting
• aankoop materiaal noodzakelijk voor de deelname aan vrijetijdsbesteding
• aankoop fietshelm
• aankoop bril (na teruggave ziekenfonds)
• aankoop jas
• aankoop schoenen
• aankoop kledij (seizoenskledij, handschoenen, sjaal, …)
• kosten kinderopvang
Artikel 6
Naast de financiële tussenkomsten uit artikel 5 kan ook voor een periode van maximum 3 maanden de onmiddellijke toegang tot de pamperbank en de voedselbedeling toegezegd worden.
Artikel 7
De tussenkomst voor hierboven vermelde uitgaven geldt enkel voor de eventuele opleg na tussenkomst van mutualiteit of andere instanties.
Artikel 8
Het gezin verklaart actief te willen meewerken aan begeleiding van de brugfiguren en uitputting van alle mogelijke rechten en tussenkomsten (bijv. sociale toelagen).
Artikel 9
De aanwending gebeurt door betaling via de brugfiguren van het Sociaal Huis of indien dit niet mogelijk is na het voorleggen van een rekening of betaalbewijs. De aanvragers krijgen na goedkeuring nooit op voorhand een bedrag in cash of op hun rekening uitbetaald.
Art. 2: Het reglement wordt bekendgemaakt cf. de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Conform het huishoudelijk reglement wordt de mogelijkheid geboden om schriftelijk en mondeling vragen te stellen. Mondelinge vragen worden - zo mogelijk - onmiddellijk beantwoord of uiterlijk schriftelijk tegen de eerstvolgende zitting. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. De vragen en de eventuele antwoorden net als de mededelingen worden opgenomen in het zittingsverslag.
er kennis van te nemen dat er geen verdere mondelinge of schriftelijke vragen ingediend worden.
er kennis van te nemen dat er geen verdere mededelingen worden gedaan.
De voorzitter sluit de zitting op 13/12/2022 om 21:30.
Aansluitend op de openbare vergadering kan ook een gesloten gedeelte volgen. Deze is helaas niet toegankelijk voor het publiek.
Namens OCMW-raad,
Sonja Nuyttens
Algemeen directeur
Koen Tack
Voorzitter