In de besloten zitting is voorzien om GAS-vaststellers aan te stellen om inbreuken vast te stellen inzake zwerfvuil. Hiertoe dient aan artikel 245 in de Algemene Politieverordening Anzegem een tweede en derde lid toegevoegd te worden:
(2de lid) De intergemeentelijke vaststellers zijn bevoegd om afvalgerelateerde kleine vormen van overlast vast te stellen, die een overtreding inhouden vervat in deze politieverordening.
(3de lid) De gewestelijke OVAM-vaststellers zijn bevoegd om afvalgerelateerde kleine vormen van overlast vast te stellen, die een overtreding inhouden vervat in deze politieverordening.
De nieuwe gemeentewet
Decreet Lokaal Bestuur.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet) en meer in het bijzonder artikel 21 §1, 2°.
KB van 21 december 2013, in het bijzonder art. 2 tot vaststellen van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststellen van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie.
De Algemene Politieverordening + bijlagen (APV) goedgekeurd in de gemeenteraad van 13 december 2016 en laatst gewijzigd in de gemeenteraad van 11 mei 2021.
De beslissing van de gemeenteraad van 15 november 2016 betreffende de goedkeuring van een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Anzegem en stad Kortrijk betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Art.1: aan artikel 245 in de Algemene Politieverordening Anzegem een tweede en derde lid toe te voegen als volgt:
(2de lid) De intergemeentelijke vaststellers zijn bevoegd om afvalgerelateerde kleine vormen van overlast vast te stellen, die een overtreding inhouden vervat in deze politieverordening.
(3de lid) De gewestelijke OVAM-vaststellers zijn bevoegd om afvalgerelateerde kleine vormen van overlast vast te stellen, die een overtreding inhouden vervat in deze politieverordening.
Art. 2: deze beslissing over te maken aan:
Art. 3: deze beslissing bekend te maken conform art. 285 en 286 van het decreet Lokaal Bestuur.