Terug
Gepubliceerd op 17/03/2022

Besluit  Gemeenteraad

di 08/03/2022 - 19:00

Schoolreglement dd 23 november 2020: goedkeuring opheffing en goedkeuring nieuw schoolreglement met directe ingang.

Aanwezig: Koen Tack, Voorzitter
Gino Devogelaere, Burgemeester
Louis Degroote, Anja Desmet, Christophe Vandererven, Davy Demets, Schepenen
Johan Delrue, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Marie-Rose D'huyvetter, Raadsleden
Sonja Nuyttens, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Yannick Ducatteeuw, Tweede schepen
Afwezig: Amandine Eeckhaut, Raadslid
Feitelijke en juridische overwegingen

Een schoolbestuur moet voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt. Een goede schoolorganisatie steunt op duidelijke afspraken tussen de ouders en het schoolbestuur. Het huidig schoolreglement dateert van 23 november 2020 en is aan actualisatie toe wegens gewijzigde regelgeving en de noodzaak om sommige artikelen te verduidelijken en/of te verfijnen (gewijzigde contactgegevens e.d.m.). Een wijziging van het schoolreglement kan ten vroegste uitwerking hebben in het daaropvolgende schooljaar, tenzij die wijziging het rechtstreekse gevolg is van nieuwe regelgeving. Er zijn wijzigingen opgenomen die reeds op basis van regelgeving reeds van kracht zijn in het huidige schooljaar.

Het model schoolreglement van de Onderwijsvereniging van de Steden en Gemeenten dient als basis voor het schoolreglement gewoon basisonderwijs.

De beslissing voldoet aan de voorwaarden vermeld in art. 21 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.

Dit werd voorgelegd aan de schoolraad op 21 oktober 2021 en het ABC op 14 februari 2022, met gunstig advies.

Regelgeving

decreet lokaal bestuur

het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 40, §3 en art. 41, tweede lid, 2°

het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, de artikelen 3, 25°, 6, 14, 14/0, 20, 27 , 27bis, §1, 3° en §4, 37, §2, 12°, 37, §3,17°, 29 , 37bis, 62, §2, 26ter, 47bis, 195;

Vorige beslissingen

gemeenteraadsbeslissing van 23 november 2020 betreffende opheffing bestaand schoolreglement en goedkeuring nieuw schoolreglement.

Publieke stemming
Aanwezig: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Anja Desmet, Christophe Vandererven, Davy Demets, Johan Delrue, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Marie-Rose D'huyvetter, Sonja Nuyttens
Voorstanders: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Anja Desmet, Christophe Vandererven, Davy Demets, Johan Delrue, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Marie-Rose D'huyvetter
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Art.1: Het bestaande schoolreglement gewoon basisonderwijs, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23 november 2020, op te heffen met onmiddellijke ingang.

Art.2: Het hierbij gevoegde schoolreglement wordt vastgesteld en gaat onmiddellijk in:

 

Schoolreglement van de Gemeenteschool -Ingooigem dd.  8 maart 2022

De gemeenteschool Ingooigem heeft volgende vestigingen:

-        P. Verrieststraat 12 – AnzegemIngooigem (hoofdvestiging)

-         Ingooigemplaats 58 – Ingooigem

-        Heirbaan 28 - Ingooigem

De gemeenteschool behoort sedert 1 september 2020 tot de  scholengemeenschap Kadanz, bestaande uit volgende besturen en scholen:

Schoolbesturen:

  • Gemeentebestuur Anzegem
  • Gemeentebestuur Deerlijk
  • Gemeentebestuur Kortrijk
  • vzw Vzw Katholiek Onderwijs Sint-Jan
  • vzw Vzw Vrije Basisschool Sint-Theresia Anzegem
  • vzw Vzw Katholieke Basisscholen V.I.K.T
  • Vzw Vrije Basisscholen Sint-Vincentius Deerlijk
  • Vzw Sint-Vincentiusschool Kachtem

Scholen:

  • De Gesubsidieerde Vrije basisschool, Hogestraat 66, 8870 Izegem Kachtem
  • De Gesubsidieerde Vrije basisscholen van Sint-Vincentius Deerlijk,
  • De Gesubsidieerde Vrije basisscholen van Vichte, Ingooigem, Kaster en Tiegem
  • De Gesubsidieerde Vrije basisschool Sint-Theresia Anzegem
  • De Gesubsidieerde Vrije basisschool Sint-Jan Anzegem
  • De Gemeentelijke lagere school uit Deerlijk
  • De Gemeentelijke scholen voor buitengewoon onderwijs, de ‘Kim’ en de ‘Sam’ uit Deerlijk
  • De Gemeentelijke lagere school uit Vichte en Ingooigem
  • De Gemeentelijke basisscholen uit Kortrijk en Kooigem


Hoofdstuk 1     Algemene Bepalingen

Artikel 1

Het schoolreglement regelt de verhouding tussen leerlingen en hun ouders enerzijds en de school/het schoolbestuur anderzijds

 

Artikel 2

De ouders ondertekenen het schoolreglement, de infobrochure en het pedagogisch project van de school voor akkoord. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde.

Het schoolreglement wordt door de directeur voorafgaand aan elke inschrijving van de leerling schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen (schoolwebsite, e-mail, …) ter beschikking gesteld. Bij elke wijziging van het schoolreglement informeert de directeur de ouders schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen. De ouders verklaren zich opnieuw schriftelijk akkoord. Indien de ouders zich met de wijziging niet akkoord verklaren, dan wordt aan de inschrijving van het kind een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar. De school vraagt de ouders of ze ook een papieren versie van het schoolreglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking.

 

Artikel 3

Dit schoolreglement eerbiedigt de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder.

 

Artikel 4

Voor de toepassing van dit schoolreglement wordt verstaan onder:

1°         Aangetekend: met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs.

2°         Extra-murosactiviteiten: activiteiten van één of méér schooldagen die plaatsvinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.

3°         Klassenraad: team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling.

4°         Leerlingen: de kinderen die regelmatig zijn ingeschreven in de basisschool.

5°         Regelmatige leerling:

                      - in het lager onderwijs of als zes- en zevenjarige in het kleuteronderwijs: altijd aanwezig ,behalve bij gewettigde afwezigheid;

                       -vijfjarige in het kleuteronderwijs : voldoende aanwezig (minstens 275 halve dagen )

                      -deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor de leerlingengroep of de leerling worden georganiseerd, behoudens vrijstelling .Deelnemen aan het taalbad of een ander taalintegratietraject wordt beschouwd als een onderwijsactiviteit die voor de leerlingengroep of de leerling wordt georganiseerd..

 6°            Toelatingsvoorwaarden:

Om toegelaten te worden in het kleuteronderwijs moet een kind ten minste twee en een half jaar oud zijn. Als een kleuter, op het moment van de inschrijving nog geen drie jaar is, kan hij in het basisonderwijs slechts toegelaten worden op één van de volgende instapdagen:

-        de eerste schooldag na de zomervakantie;

-        de eerste schooldag na de herfstvakantie;

-        de eerste schooldag na de kerstvakantie;

-        de eerste schooldag van februari;

-        de eerste schooldag na de krokusvakantie;

-        de eerste schooldag na de paasvakantie;

-        de eerste schooldag na Hemelvaart.

 

Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen :

-         het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 275 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn  (halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid)

-        een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling voorafgaand aan de instap in het gewoon lager onderwijs kleuteronderwijs gevolgd heeft. Dit advies behelst de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten.

-         bij ongunstig advies van de klassenraad van de kleuterschool :een toelating door de klassenraad van de school waar de leerling het gewoon lager onderwijs wil volgen. Leerlingen met een ongunstig advies worden enkel toegelaten tot het gewoon lager onderwijs mits deze leerlingen een taaltraject doorlopen.

-        voor leerlingen die geen kleuteronderwijs gevolgd hebben, beslist de klassenraad van de school voor lager onderwijs na een taalscreening of deze leerling al dan niet toelating krijgt tot het reguliere traject, of een taalbad in het gewoon lager onderwijs volgt.

 

                               Een jaar vroeger naar het lager onderwijs:

Als vijfjarigen worden beschouwd, al wie vijf jaar geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar.

 

Er zijn twee mogelijke situaties:

1. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in    een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:

  • Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.
  •  bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs.
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs .

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. 

2.Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs :

  • een gunstige beslissing van de klassenraad van de school voor lager    onderwijs
  • de klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/ of taalintegratietraject.’.

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na toelating door de klassenraad lager onderwijs , nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

Voor zij-instromers van 7 jaar of ouder gelden de bovenstaande voorwaarden niet.

7°         Leerlingengroep: een aantal leerlingen dat samen voor een bepaalde periode eenzelfde opvoedings- of onderwijsactiviteit volgt.

8°        Ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de   minderjarige onder hun bewaring hebben.

9°         Pedagogisch project: het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat door een schoolbestuur voor een school en haar werking wordt bepaald.

10°       School: het pedagogisch geheel, waar onderwijs wordt georganiseerd en dat onder leiding staat van de directeur.

11°       Schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de sch(o)ol(en) van de gemeente, nl. de gemeenteraad. Inzake daden van dagelijks beheer is het college van burgemeester en schepenen bevoegd.

12°       Schoolraad: is een officieel inspraakorgaan waarin ouders, personeel, en personen van de lokale gemeenschap vertegenwoordigd zijn.

13°       Werkdag: weekdagen van maandag tot vrijdag, met uitzondering van feestdagen en dagen die vallen tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie.

 

Hoofdstuk 2 Engagementsverklaring

Artikel 5

$1        Oudercontacten

De school organiseert oudercontacten op geregelde tijdstippen. De ouders en de school zelf kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen. De ouder(s) wonen de oudercontacten bij. In de infobrochure staan de concrete data.

 

$2        Voldoende aanwezigheid

De ouders zorgen dat hun kind elke schooldag en op tijd naar school komt:

Er is toezicht op school vanaf 8u. De lessen starten om 8u30

Vestiging  Ingooigemplaats 58

Vestiging Pastoor Verrieststraat 12

Vestiging Engelhoek

8.30u – 11.40u

13.15u - 16u

Op woensdag eindigen de lessen om 11.40u.

Op vrijdag eindigen de lessen om 15u.

8.30u – 11.40u

13.20u- 16.05u

Op woensdag eindigen de lessen om 11.40u.

Op vrijdag eindigen de lessen om 15u.

8.30u tot 11.40u

13.15u – 16u

Op woensdag eindigen de lessen om 11.40u.

Op vrijdag eindigen de lessen om 15u.

 

§3        Deelnemen aan individuele begeleiding. Sommige kinderen hebben nood aan een individuele begeleiding. Voor kinderen die daar nood aan hebben, werkt de school vormen van individuele ondersteuning uit en ze maakt daarover afspraken met de ouders zoals voorzien in het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid van de school. De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn.

§4        Nederlands is de onderwijstaal van de school. Ouders moedigen hun kind(eren) aan om Nederlands te leren. Ouders ondersteunen de initiatieven en de maatregelen die de school neemt om de eventuele taalachterstand van hun kind(eren) weg te werken. Ouders tonen hun positief engagement door de nodige inspanningen te leveren om de onderwijstaal te begrijpen.

 

Hoofdstuk 3 Sponsoring

 

Artikel 6

            §1 De school werkt voor het bereiken van de eindtermen en het nastreven van ontwikkelingsdoelen met de middelen die door de Vlaamse Gemeenschap en door het schoolbestuur ter beschikking worden gesteld.

            §2 Om de bijdragen van de ouders voor niet-eindtermgebonden onderwijskosten te beperken, kan de school gebruik maken van geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning door derden.

            §3 Dergelijke ondersteuning in de vorm van mededelingen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel hebben de verkoop van producten of diensten te bevorderen, kan enkel in geval van facultatieve activiteiten en na overleg in de schoolraad.

            §4 De school zal in geval van dergelijke ondersteuning enkel vermelden dat de activiteit of een gedeelte van de activiteit ingericht werd door middel van een gift, een schenking, een gratis prestatie of een prestatie verricht onder de reële prijs door een bij name genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging.

            §5 De bedoelde mededelingen kunnen enkel indien:

-        deze mededelingen verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de school;

-        deze mededelingen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang brengen.

            §6 ln geval van vragen of problemen met betrekking tot de geldelijke of niet-geldelijke ondersteuning door derden, richt men zich tot het schoolbestuur.

 

Hoofdstuk 4 Kostenbeheersing

Artikel 7

            Het schoolbestuur bepaalt wanneer de noodzaak zich voordoet, na overleg in de schoolraad

 

            1. de bedragen van de scherpe maximumfactuur;

            2. het bedrag van de minder scherpe maximumfactuur;

            3. de bedragen van de facultatieve uitgaven (bijdrageregeling);

            4. een lijst en tarieven van de basisuitrusting;

               5. de modaliteiten en de periodiciteit van de betalingen (minstens 3 keer, verspreid over een schooljaar).

De school voorziet, binnen het kader van het kosteloos aanbod, eenmalig per kind een basisset bestaande uit o.a. 1 pen met inktpatronen, 1 schrijfpotlood met gom,  1 meetlat, 2 blauwe balpennen, slijper, groene balpen (blauw), geodriehoek (3de graad), fluostift (5-6)

 

Artikel 8

             §l Kosteloos

            Het schoolbestuur vraagt geen direct of indirect inschrijvingsgeld. Het schoolbestuur vraagt geen bijdrage voor onderwijsgebonden kosten die noodzakelijk zijn om een eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven. De school biedt volgende materialen gratis ter beschikking, maar ze blijven eigendom van de school. In overleg met de directie en de titularis kan materiaal mee naar huis, waarbij verondersteld wordt dat dit terug op school gegeven wordt na rechtmatig gebruik.

Lijst met materialen

Voorbeelden

Bewegingsmateriaal

 

 

Ballen, touwen, (klim)toestellen, ballen, …

Constructiemateriaal

 

Karton, hout, hechtingen, gereedschap, katrollen, tandwielen, bouwdozen, …

 

Handboeken, schriften, werkboeken en -blaadjes, fotokopieën, software

 

Rekenmethode “Rekensprong”, Taalmethode: “Tijd voor Taal Accent”, WO: Open Wereld, Godsdienst: “Tuin van Heden” e.a.

ICT-materiaal

 

Computers, inclusief internet, tv, radio, telefoon,…

 

Informatiebronnen

 

(Verklarend) woordenboek, (kinder)krant, jeugdencyclopedie, documentatiecentrum, cd-rom, dvd, klank- en beeldmateriaal, …

 

Kinderliteratuur

 

Prentenboeken, (voor)leesboeken,  kinderromans, poëzie, strips, …

 

Knutselmateriaal

 

Lijm, schaar, verf, grondstoffen, textiel, …

Leer- en ontwikkelingsmateriaal

Spelmateriaal, lees- en rekenmateriaal, denkspellen, materiaal voor socio-emotionele ontwikkeling, …

 

Meetmateriaal

Lat, graadboog, geodriehoek, tekendriehoek, klok (analoog en digitaal), thermometer, weegschaal, …

 

Multimediamateriaal

 

Audiovisuele toestellen, fototoestel, dvd-speler, MP3-speler, tablet

 

Muziekinstrumenten

Trommels, fluiten, slaginstrumenten

 

Planningsmateriaal

 

Schoolagenda, kalender, dagindeling, …

 

Schrijfgerief

 

Potlood, pen, …

Tekengerief

Stiften, kleurpotloden, verf, penselen, …

 

Atlas, globe, kaarten, kompas, passer, tweetalige alfabetische woordenlijst, zakrekenmachine

 

 

 

            Bij gebruik gelden volgende afspraken :

             - het materiaal respecteren d.w.z. materiaal komt terug in oorspronkelijke staat met uitzondering van slijtage door gebruik ;

            - het materiaal na afgesproken gebruikstermijn correct binnenleveren. Zonder specifieke vermelding gebeurt dit ten laatste op de laatste dag van het schooljaar ;

             - het materiaal bij verlies en/of beschadiging zelf vervangen of een geldelijke boete betalen overeenkomstig met de waarde van het materiaal;

 

            §2 Scherpe maximumfactuur

Het schoolbestuur kan echter een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen te verlevendigen. Dit gebeurt steeds na overleg met de schoolraad. Het gaat over volgende bijdragen :

            1,. de toegangsprijs voor het zwembad, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor de toegangsprijs door de Vlaamse Gemeenschap wordt gedragen;

            2. de toegangsprijs bij pedagogisch-didactische uitstappen;

            3. de deelnamekosten bij eendaagse extra-murosactiviteiten;

            4. de vervoerskosten bij pedagogisch-didactische uitstappen, ééndaagse extra-murosactiviteiten en zwemmen, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor de vervoerkosten naar het zwembad door de Vlaamse Gemeenschap worden gedragen; Bij onze school is dat het zesde leerjaar.

            5. de aankoopprijs van turn- en zwemkledij (indien niet facultatief);

            6. de kosten voor occasionele activiteiten, projecten en feestactiviteiten.

Maximumbijdrage per schooljaar:

Kleuter : 45 euro

Leerling lager onderwijs: 90 euro

De concrete uitwerking van de scherpe maximumfactuur, d.w.z. specifieke activiteiten zijn terug te vinden in de infobrochure of worden schriftelijk meegedeeld. Bij deze uitwerking worden de maximumbedragen in acht genomen. Activiteiten kunnen tijdens het schooljaar wijzigen of geannuleerd worden. Prijzen kunnen tevens afwijken van het voorgestelde overzicht.


Kosten in verband met de eindtermen

 

-          Zwemmen

Voor boven- en onderbouw veertiendaags) (17 X 3,65 euro= 62.05 euro)

Het zwemmen is voor het zesde leerjaar gratis (er moet voor 1 jaar gratis zwemmen worden aangeboden)


-          Pedagogische en didactische uitstappen

Schoolreis: jaarlijks voor alle klassen : max. € 25

Sportdag: jaarlijks voor alle klassen: max. € 5

Didactische uitstappen: maximaal 3 keer per jaar  € 6

Schooltheater : vraagprijs culturele dienst Anzegem: +- € 6

 

-          Niet verplichte = facultatieve kosten

-          Vervoer en deelname aan buitenschoolse activiteiten: vervoer: € 1 euro per busrit

-          Naschoolse studie: 2,5 euro per uur

-          Abonnementen voor tijdschriften: reële kostprijs

-          Leerlingenvervoer: € 1 euro per busrit

-          Turnkledij: driejaarlijkse aankoop turntruitje : € 9

-          Maaltijden: € 3,80 inclusief toezicht (0,50 euro)     Soep: € 1,00 inclusief toezicht (€ 0,50)

-          Hesje: gratis door de ouderraad om de 3 jaar, bijkomend kost 5 euro

-          Fruitproject: gratis (steun van de ouderraad)

-          Nieuwjaarsbrieven: 1 euro

 

Prijzen onder voorbehoud

             §3 Minder scherpe maximumfactuur

            Voor meerdaagse extra-murosactiviteiten kan enkel in de lagere school een bijdrage gevraagd worden. Dit gebeurt na overleg met de schoolraad.

Deze bijdrage mag  450 euro bedragen voor de volledige schoolloopbaan lager onderwijs. De concrete uitwerking van de minder scherpe maximumfactuur, d.w.z. specifieke activiteiten zijn terug te vinden in de infobrochure van de school of er wordt een brief meegegeven.

 -          2-daagse (3e kleuter en eerste leerjaar) – 1 overnachting max. 100 euro

-          3-daagse (bosklas - onderbouw) – 2 overnachtingen max. 130 euro

-          5-daagse (zeeklas – bovenbouw): 4 overnachtingen max. 200 euro

 

            §4 Bijdrageregeling

 

De ouders kiezen of ze hier gebruik van maken of niet. De school gebruikt deze materialen/diensten niet in haar activiteiten en lessen.

 

            §5 Basisuitrusting

            De school verwacht dat de leerlingen over volgende zaken beschikken. De basisuitrusting valt ten laste van de ouders en bevat hetgeen volgt: boekentas, turnzak met turnpantoffels en zwart turnbroekje, zwemzak met zwemgerief,  pennenzak,  materialen om thuis huiswerk te kunnen maken, ... De school voorziet, binnen het kader van het kosteloos aanbod (zie hoofdstuk 4, artikel 7, § 1) een basispakket voor de loop van de schoolloopbaan.

 

            §6 Betalingen

            Er worden per schooljaar maandelijks facturen gemaakt die worden meegegeven of per mail verstuurd. De kosten worden achteraf gefactureerd. De betaling gebeurt per domiciliëring of per overschrijving.

Ouders zijn, ongeacht hun burgerlijke staat, hoofdelijk gehouden tot het betalen van de schoolrekening. De school kan elke ouder afzonderlijk aanspreken voor het geheel van de schoolrekening. De school kan niet verplicht worden rekening te houden met overeenkomsten die ouders getroffen hebben of door de rechtbank werden bepaald over de kosten en de opvoeding van de kinderen. Die regelingen zijn immers niet tegenstelbaar aan derden, zoals de school.

De school hoeft geen gesplitste facturen te maken. Als ouders het wensen, krijgen ze beiden een identieke schoolrekening. Beide ouders blijven elk het resterende bedrag verschuldigd, tot de rekening betaald is.

 

            lndien de factuur niet tijdig betaald wordt, start volgende procedure:

            1-. Eerste betalingsherinnering. 2. Tweede betalingsherinnering. 3. De onbetaalde factuur wordt overgemaakt aan de rekendienst van de gemeente. U krijgt de factuur opnieuw via een aangetekend schrijven.  4. De onbetaalde factuur met kosten wordt geïnd via een deurwaarder. Bij betalingsmoeilijkheden geldt volgend engagement:

             - engagement van de school om telefonisch of mondeling contact op te nemen met de ouders en een regeling i.v.m. de terugbetaling (ev. contante betaling)

            - engagement van de ouders om de school aan te spreken; Het schoolbestuur kan in uitzonderlijke omstandigheden, na advies van de directeur en in samenspraak met de ouders, afwijkingen op de leerlingenbijdragen toestaan bv. verdere spreiding van betaling of uitstel van betaling of andere maatregelen.

 

Hoofdstuk 5     Extra-murosactiviteiten

Artikel 9

Extra-murosactiviteiten zijn activiteiten van één of meerdere schooldagen die plaats vinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen. De school streeft ernaar dat alle leerlingen deelnemen aan de extra-murosactiviteiten, aangezien ze deel uitmaken van het leerprogramma. De ouders worden tijdig geïnformeerd over de geplande extra-murosactiviteiten. Ouders hebben echter het recht om hun kinderen niet mee te laten gaan op extra-murosactiviteiten van een volledige dag of meer. Ze moeten deze weigering schriftelijk motiveren aan de school. Als de leerling niet deelneemt dan moet de leerling toch op school aanwezig zijn. Voor deze leerlingen voorziet de school een aangepast programma. Leerlingen die niet aanwezig zijn,zijn ongewettigd afwezig. Activiteiten die volledig buiten de schooluren georganiseerd worden, vallen hier niet onder.

 

Hoofdstuk 6  Huiswerk, agenda's, rapporten, evaluatie en schoolloopbaan

 

Artikel 10 Huiswerk/contract

De huiswerken worden genoteerd in de schoolagenda. lndien een leerling zijn huiswerk vergeet, kan de leerkracht de nodige maatregelen nemen. Ook kan een wekelijks of veertiendaags "contract" ter nazicht worden aangeboden.

 

Artikel 11 Agenda

In het lager onderwijs krijgen de leerlingen een schoolagenda. Hierin worden de mededelingen voor ouders en de taken van de leerlingen genoteerd. De ouders ondertekenen minstens wekelijks de schoolagenda

 

Artikel 12 Evaluatie en rapport

Een samenvatting van de evaluatiegegevens van een leerling wordt neergeschreven in een rapport. Dit rapport wordt meegegeven aan de leerlingen en door de ouders ondertekend voor kennisname. Het rapport wordt ondertekend terugbezorgd aan de klasleerkracht. We evalueren proces en product in functie van het bijsturen van het leerproces van de leerling, didactisch handelen van de leraar en om een eindbeslissing te nemen naar oriëntering.

We zetten in op zelfevaluatie en evaluatie door de ‘peers’.

Er worden toetsperiodes gehouden in december en in juni. Eind oktober en tegen de paasvakantie geven we een overzicht van alle evaluaties die tot dan toe liepen, bij wijze van overzicht.

We hechten ook belang aan kindcontacten, waarbij het kind zelf aangestuurd wordt om zijn leren zelf in handen te nemen. Deze kindcontacten zijn 2 keer per schooljaar.

In het eerste leerjaar is er in december geen puntenrapport. Er worden enkel vaktotalen vermeld op het rapport, geen eindprocent. Het gemiddelde wordt niet vermeld op een leerlingenrapport. Voor de leervakken hanteren we punten, voor de vaardigheden, attitudes wordt er met  picto’s gewerkt.

 

Artikel 13 Schoolloopbaan

§1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling de eindbeslissing inzake:

 - de overgang van kleuter- naar lager onderwijs, na kennisneming van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB;

- het volgen van een achtste leerjaar lager onderwijs, na kennisneming van en toelichting bij het gunstig advies van de klassenraad en advies van het CLB.

 

§2 Een leerling die een jaar te vroeg wil instappen in het lager onderwijs (5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt enkel ingeschreven, na advies van het CLB en na toelating van de klassenraad. Geeft de klassenraad geen toelating, dan vervalt het beslissingsrecht van de ouders.

§3 ln alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven van de leerling. Een school die beslist het leerproces van een leerling te onderbreken door deze leerling het aanbod van het afgelopen schooljaar gedurende het daaropvolgende schooljaar nogmaals te laten volgen, neemt deze beslissing na overleg met het CLB. De beslissing wordt aan de ouders schriftelijk gemotiveerd en mondeling toegelicht. De school deelt mee welke bijzondere aandachtspunten er in het daaropvolgende schooljaar voor de leerling zijn. In het leerlingendossier bewaart de school de adviezen van de klassenraad en het CLB of het bewijsstuk waaruit blijkt dat de ouders kennis hebben genomen en toelichting hebben gekregen bij het advies van de klassenraad en CLB.

 

Hoofdstuk 7 Afwezigheden en te laat komen

Artikel 14 Afwezigheden

Voor leerlingen is een voldoende aanwezigheid noodzakelijk voor een vlotte schoolloopbaan.

 

§ 1        Kleuteronderwijs


Er is geen medisch attest nodig voor afwezigheden van kleuters.

Voor leerlingen in het kleuteronderwijs die vijf jaar worden voor 1 januari van het schooljaar is er een leerplicht van minimaal 275 halve dagen aanwezigheid per schooljaar. Voor de berekening van dat aantal halve dagen aanwezigheid in functie van de leerplicht en de regelmatigheid van de leerling kunnen de afwezigheden die door de directie als aanvaardbaar geacht worden meegerekend worden.

Voor zes- en zevenjarigen in het kleuteronderwijs of een vijfjarige die vervroegd instapt in het lager onderwijs, moeten de afwezigheden gewettigd worden volgens dezelfde regels als in het lager onderwijs.

 

§ 2        Lager onderwijs

 

1°  Afwezigheid wegens ziekte:        

a) een verklaring van ziekte ondertekend en gedateerd door een ouder. Dit kan hoogstens vier maal per schooljaar worden ingediend. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.

b) een medisch attest:

-        als de ouders al vier maal in een schooljaar zelf een verklaring wegens ziekte hebben ingediend;

-        bij een afwezigheid wegens ziekte van meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen;

 

De ouder verwittigt de school ten laatste een half uur na de aanvang van de lessen (telefonisch of via andere leerling of ouder aan een leerkracht/directeur/administratief personeelslid).

 

$2. Afwezigheid van rechtswege:

Bij een afwezigheid van rechtswege bezorgen de ouders aan de directeur of de groepsleraar een ondertekende verklaring of een officieel document. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum

Het gaat om volgende gevallen:

-  het bijwonen van een familieraad;

-  het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een persoon die onder hetzelfde dak woont als de leerling of van een bloed- of aanverwant van de leerling;

-  de oproeping of dagvaarding voor de rechtbank;

-  het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherrming;

-  de onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht;

-  het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van een leerling.                                                  

-  het actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een  vereniging als topsportbelofte aan sportieve manifestaties. Maximaal 10 al dan niet gespreide halve schooldagen per schooljaar.

3. Afwezigheid mits voorafgaandelijke toestemming van de directeur:

Bij een afwezigheid met toestemming van de directeur bezorgen de ouders aan de directeur een ondertekende verklaring of een officieel document voorafgaand aan de afwezigheid. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum. Belangrijk is dat de ouders deze afwezigheden zeker niet mogen zien als 'automatismen'. Ouders dienen een aanvraag in bij de directeur en deze beslist of de afwezigheid wordt toegestaan. Hiertegen kan geen beroep aangetekend worden.

 

4. Afwezigheid wegens verplaatsingen van de trekkende bevolking: ln uitzonderlijke omstandigheden kan de afwezigheid van kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners gewettigd zijn om de ouders te vergezellen tijdens hun verplaatsingen. De afspraken over de modaliteiten aangaande het onderwijs op afstand en aangaande de communicatie tussen de school en de ouders worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de directeur en de ouders.

 

5. Afwezigheden voor topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek mits toestemming van de directie:

Deze categorie afwezigheden kan slechts worden toegestaan voor maximaal zes lestijden per week (verplaatsingen inbegrepen) en kan enkel als de school voor de betrokken topsportbelofte over een dossier beschikt dat volgende elementen bevat:

- een gemotiveerde aanvraag van de ouders;

- een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie;

- een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse Gemeenschap;

- een akkoord van de directie.

 

6. Afwezigheden omwille van revalidatie of behandeling van een stoornis tijdens de lestijden:

a) de afwezigheid omwille van revalidatie na ziekte of ongeval, en dit gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen. Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat minstens de volgende elementen bevat:

- een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet plaatsvinden;

- een medisch attest waaruit de noodzakelijkheid, de frequentie en de duur van de revalidatie blijkt;

- een advies, geformuleerd door het CLB, na overleg met de klassenraad en de ouders;

- een toestemming van de directeur voor een periode die de duur van de behandeling, vermeld in het medisch attest, niet kan overschrijden. 

Uitzonderlijk kunnen de 150 minuten overschreden worden, mits gunstig advies van de arts van het CLB, in overleg met de klassenraad en de ouders.

            b) de afwezigheid gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen van leerlingen met een specifieke onderwijsgerelateerde behoefte waarvoor een handelingsgericht advies is gegeven.

b) Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat tenminste de volgende elementen bevat:

- een verklaring van de ouders waarom de behandeling tijdens de lestijden moet plaatsvinden;

 - een advies, geformuleerd door het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders;

- een samenwerkingsovereenkomst tussen de school en de behandelende instanties. Deze bezorgt op het einde van elk schooljaar een evaluatieverslag;

- een toestemming van de directeur, die jaarlijks vernieuwd en gemotiveerd moet worden, rekening houdend met het evaluatieverslag waarvan sprake in punt 3.

 ln uitzonderlijke omstandigheden en mits gunstig advies van het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders, kan de maximumduur van 150 minuten voor leerplichtige kleuters uitgebreid worden tot 200 minuten, verplaatsing inbegrepen. Voor leerlingen die vallen onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2003 betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs kan de afwezigheid maximaal 250 minuten per week bedragen, verplaatsing inbegrepen.

 

§3 Problematische afwezigheden

Alle afwezigheden die niet zijn opgesomd of niet kunnen worden gewettigd zoals beschreven onder §2 worden ten aanzien van de leerling beschouwd als problematische afwezigheden.

Ook afwezigheden gewettigd door een twijfelachtig medisch attest, met name de 'dixit' -attesten, geantidateerde attesten en attesten die een niet-medische reden vermelden, worden als problematische afwezigheden beschouwd.

ln deze gevallen zal de directeur contact opnemen met de ouders. De ouders kunnen deze afwezigheid alsnog wettigen. Vanaf meer dan vijf halve schooldagen problematische afwezigheden heeft de school een meldingsplicht ten opzichte van het CLB. Het CLB voorziet begeleiding voor de betrokken leerling, in samenwerking met de school.

 

Artikel 15 Te laat komen

Kinderen moeten op tijd op school zijn. Komt een leerling toch te laat dan meldt het kind en de ouder zich aan bij de directeur. De ouder begeleidt vervolgens het kind op een veilige manier naar het klaslokaal.

De ouders worden bij herhaaldelijk te laat komen schriftelijk hiervan op de hoogte gebracht.

ln uitzonderlijke gevallen kan een leerling die daarvoor een gewettigde reden heeft, de school voor het einde van de schooldag verlaten. Dit kan enkel na overleg met de ouders en toestemming van de directeur. De ouders nemen de verantwoordelijkheid op zich wat betreft de veiligheid van de leerling tijdens deze buitenschoolse activiteit.

 

Hoofdstuk 8 Schending van de leefregels,preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting

Artikel 16 Leefregels

Ouders stimuleren hun kind om de leefregels van de school na te leven.  Deze regels zijn te vinden in de infobrochure van de school en ook in reglement voor de kinderen dat in het begin van het schooljaar aan ieder kind wordt meegegeven en door de ouders ook dient ondertekend. Dit reglement wordt bewaard in de schoolagenda.

 

Artikel 17 Schending van de leefregels en ordemaatregelen

§1 lndien een leerling door zijn gedrag de leefregels schendt of de goede orde in de school in het gedrang brengt, kunnen maatregelen worden genomen.

§2 Deze maatregelen kunnen zijn:

-een mondelinge opmerking;

-een schriftelijke opmerking in de schoolagenda of het heen-en-weerschrift die de ouders ondertekenen voor gezien; - -een extrataak die de ouders ondertekenen voor gezien;

Deze opsomming sluit niet uit dat een andere maatregel wordt genomen, aangepast aan het onbehoorlijk gedrag van de leerling. Deze maatregelen kunnen worden genomen door de directeur of elk personeelslid van de school met een kindgebonden opdracht.

§3 Meerverregaande maatregelen kunnen zijn:

- een gesprek tussen de directeur en de betrokken leerling. De directeur maakt hiervan melding in de schoolagenda of het heen-en-weerschrift. De ouders ondertekenen voor gezien.

 - De groepsleraar en/of de directeur nemen contact op met de ouders en bespreken het gedrag van de leerling. Van dit contact wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt door de ouders ondertekend voor gezien;

 preventieve schorsing : Een preventieve schorsing is een uitzonderlijke maatregel die de directeur voor een leerling in het lager onderwijs kan hanteren als bewarende maatregel om de leefregels te handhaven en om te kunnen nagaan of een tuchtsanctie aangewezen is. De leerling mag gedurende maximaal vijf opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De directeur kan, mits motivering aan de ouders, beslissen om die periode eenmalig met maximaal vijf opeenvolgende schooldagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen die eerste periode kan worden afgerond. De preventieve schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en de school stelt de ouders in kennis van de preventieve schorsing. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

§4 lndien vermelde maatregelen niet het gewenste effect hebben, kan een individueel begeleidingsplan met meer bindende gedragsregels worden vastgelegd door de directeur. Dit moet ertoe bijdragen dat een goede samenwerking met personeelsleden en/of medeleerlingen opnieuw mogelijk wordt. Dit begeleidingsplan wordt opgesteld door de groepsleraar,de zorgcoördinator en de directeur. Het wordt steeds besproken met de ouders en wordt van kracht van zodra de ouders het begeleidingsplan ondertekenen voor akkoord. lndien de ouders niet akkoord gaan met het individueel begeleidingsplan, kan de directeur onmiddellijk overgaan tot het opstarten van een tuchtprocedure.

§5 Tegen geen enkele van deze maatregelen is er beroep mogelijk.

 

Artikel 18 Tuchtmaatregelen

§1        Het onbehoorlijk gedrag van een leerling kan uitzonderlijk een tuchtmaatregel noodzakelijk maken.

§2        Een tuchtmaatregel kan worden opgelegd indien het gedrag van de leerling:

-           het ordentelijk verstrekken van opvoeding en onderwijs in gevaar brengt;

-           de verwezenlijking van het pedagogisch project van de school in het gedrang brengt;

-           ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaakt;

-           niet overeenstemt met het eventueel opgesteld individueel begeleidingsplan;

-           de naam van de instelling of de waardigheid van het personeel aantasten;

-           de instelling materiële schade toebrengt.

 

§3        Tuchtmaatregelen zijn:

Tijdelijke uitsluiting

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, een leerling in het lager onderwijs tijdelijk uitsluiten. Een tijdelijke uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling gedurende minimaal één schooldag en maximaal vijftien opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. Een nieuwe tijdelijke uitsluiting kan enkel na een nieuw feit. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

Definitieve uitsluiting.

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, een leerling in het lager onderwijs definitief uitsluiten. Een definitieve uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling wordt uitgeschreven op het moment dat die leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperioden tussen 1 september en 30 juni niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving.

In afwachting van een inschrijving in een andere school mag de gesanctioneerde leerling de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

§5        Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elke leerling moet afzonderlijk worden behandeld.

§6        De inrichtende macht kan de inschrijving weigeren in een  waar de betrokken leerling het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten.

 

Artikel 19 Tuchtprocedure

§ 1       De directeur kan beslissen tot een tijdelijke of definitieve uitsluiting.             

§2        Hij volgt daarbij volgende procedure:

1   Hij vraagt advies aan de klassenraad die het tuchtdossier beoordeelt.
De klassenraad stelt een gemotiveerd advies op.
Indien de klassenraad adviseert om de leerling te schorsen of uit te sluiten, deelt de directeur aan de ouders mee dat een tuchtprocedure wordt ingezet.
Deze beslissing en het gemotiveerd advies worden binnen de drie werkdagen na de bijeenkomst van de klassenraad aangetekend verstuurd aan de ouders.
In dit schrijven worden zij opgeroepen tot een onderhoud met de directeur over de vastgestelde feiten en de voorgestelde maatregel.

2   De ouders en de leerling kunnen vóór het onderhoud kennis nemen van het tuchtdossier in het bureau van de directeur na afspraak.
Het onderhoud moet uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de kennisgeving plaatsvinden.
Van dit onderhoud wordt een verslag gemaakt dat wordt ondertekend voor kennisneming.

3   Het onderhoud tussen directeur, de ouders en de leerling en gebeurt enkel op basis van elementen uit het tuchtdossier. Bij de uiteindelijke beslissing kan geen rekening worden gehouden met gegevens die niet vooraf zijn bekendgemaakt en/of die geen deel uitmaken van het tuchtdossier.

4   Na dit onderhoud neemt de directeur een gemotiveerde beslissing omtrent de tuchtmaatregel die aangetekend, binnen de drie werkdagen na het onderhoud meegedeeld wordt aan de ouders.

5   Tegen deze beslissing kan aangetekend beroep worden ingesteld bij het college van burgemeester en schepenen binnen de vijf werkdagen na ontvangst van de mededeling. Binnen de tien werkdagen na het instellen van het beroep wordt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen aangetekend aan de ouders meegedeeld. Dit schrijven vermeldt dat de beslissing voor de Raad van State kan worden aangevochten.

§3        De tuchtmaatregel gaat in daags nadat de termijn om beroep aan te tekenen is verstreken of daags na de uitspraak van het college van burgemeester en schepenen.

§4        Bij een definitieve uitsluiting kunnen de ouders, bij het zoeken naar een andere school, worden bijgestaan door de directeur of door het CLB.
Het tuchtdossier kan niet worden overgedragen aan een andere school.

§5        Tijdens de procedure kunnen de ouders zich laten bijstaan door een raadsman. Dit kan geen personeelslid van de school zijn.

 

Artikel 20 Tuchtdossier

§1        Een tuchtdossier van een leerling wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur.

 

§2         Het tuchtdossier omvat een opsomming van:

-           de gedragingen zoals omschreven in artikel 16, §2;

-           de reeds genomen ordemaatregelen;

-           de gedragingen die niet overeenstemmen met het individueel begeleidingsplan;

-           de reacties van de ouders op eerder genomen maatregelen;

-           het gemotiveerd advies van de klassenraad;

-           het tuchtvoorstel en de bewijsvoering ter zake.

 

Artikel 21 Beroepsprocedure tegen definitieve uitsluiting

§ 1       Ouders kunnen een beslissing tot definitieve uitsluiting betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen. De ouders stellen het beroep in bij het schoolbestuur.

Dit beroep moet binnen de vijf schooldagen na kennisneming van de feiten aangetekend ingediend worden bij het schoolbestuur.

            Het beroep:

-       wordt gedateerd en ondertekend

-       vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren.

-       kan aangevuld worden met overtuigingsstukken

§ 2       Het beroep wordt behandeld  door een beroepscommissie , opgericht door het schoolbestuur.

§ 3       De beroepscommissie bestaat uit een delegatie van 2 externe leden en een delegatie van 3  interne leden en wordt in functie van een concreet beroep samengesteld door het college van burgemeester en schepenen.

§ 4       De voorzitter wordt door het College van burgemeester en schepenen onder de externe leden aangeduid

Het schoolbestuur bepaalt de samenstelling van de beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° de samenstelling van de beroepscommissie kan per te behandelen dossier verschillen, maar kan binnen het te behandelen dossier niet wijzigen;

2° de samenstelling is als volgt:

-       “interne  leden”, zijnde leden intern aan het schoolbestuur of intern aan de school waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, met uitzondering van de directeur die de beslissing heeft genomen;

Wordt verstaan onder lid van het schoolbestuur of de school en is dus een intern lid van de beroepscommissie in het gesubsidieerd gemeentelijk onderwijs:

-       een lid van de gemeenteraad

-       een lid van het college van burgemeester en schepenen

-       (in voorkomend geval) een lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf

-       (in voorkomend geval ) een lid van het directiecomité van het autonoom gemeentebedrijf

-       een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd  personeelslid aangesteld in de betrokken school :

◦in een ambt van het  bestuurspersoneel , het onderwijzend personeel    of het ondersteunend personeel

◦ ongeacht het volume of taakinvulling van de opdracht

◦ ongeacht effectieve prestaties worden geleverd of een vorm van dienstonderbreking / verlofstelsel, terbeschikkingstelling (TBS) of tijdelijk andere opdracht (TAO) loopt

-        een contractueel personeelslid van de betrokken school.

-       externe leden”,  Elk lid van de beroepscommissie dat geen lid is van het betrokken schoolbestuur én geen lid is van de betrokken school is een extern lid van de beroepscommissie.

Personeelsleden van andere scholen van hetzelfde schoolbestuur (of een ander schoolbestuur) die niet aangesteld zijn in de betrokken school zijn externe leden.

In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen:

a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid te zijn;

b) wordt een lid van de ouderraad of, met uitzondering van het personeel, de school- raad van de school waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling vermeld in punt a) van toepassing is;

De werking van de beroepscommissie

4°Het schoolbestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van een beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, met dien verstande dat bij stemming het aantal stemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van de beroepscommissie gelijk moet zijn; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

2° elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;

3° een beroepscommissie hoort de ouders in kwestie;

4° een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen, waaronder eventueel het horen van een of meer leden van de klassenraad die een advies over de definitieve uitsluiting heeft gegeven;

5° de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van de individuele personeelsleden van het onderwijs;

6° een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het schoolreglement.

Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor deze beslissing van de beroepscommissie.

§ 5       Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

a) de in het schoolreglement  opgenomen  termijn voor indiening van het beroep is overschreden;

b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

2° de bevestiging van de definitieve uitsluiting,

3° de vernietiging van de definitieve uitsluiting.

§ 6     Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd binnen de drie schooldagen na de beslissing van de beroepscommissie. Bij de kennisgeving van de beslissing moeten de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State worden vermeld .

               Termijn en modaliteiten:

Het verzoekschrift moet het opschrift "verzoekschrift tot nietigverklaring" dragen. Het moet worden ondertekend door de verzoekende partij of door haar advocaat. Het moet zeker de volgende gegevens en uiteenzettingen bevatten:

  • de naam en het adres van elke verzoekende partij;
  • een uitdrukkelijk gekozen woonplaats, dit is een adres in België dat zal worden gebruikt voor alle briefwisseling over het beroep;
  • de beslissing waarvan de nietigverklaring wordt gevraagd;
  • de verwerende partij, dit is de overheid die deze beslissing heeft genomen;
  • een uiteenzetting van de feitelijke omstandigheden van de zaak;
  • een uiteenzetting van de ‘middelen’, waarin wordt uitgelegd welke rechtsregels er werden geschonden en op welke wijze.

Er moet een kopie van de bestreden beslissing worden bijgevoegd. Als de verzoekende partij een rechtspersoon is, moet er een kopie worden bijgevoegd van de gepubliceerde statuten en van de gecoördineerde geldende statuten. Als het verzoekschrift van een rechtspersoon niet door een advocaat wordt ingediend, moet ook de beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon om het beroep in te dienen worden voorgelegd, evenals een kopie van de aanstelling van dat orgaan. De verplicht bij te voegen stukken, evenals alle andere stukken die ter staving van het beroep zouden worden bijgevoegd, moeten worden genummerd en worden opgenomen in een inventaris.

Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek "e-procedure" op deze website). Bij een verzending per post moeten er naast het origineel verzoekschrift steeds drie eensluidend verklaarde afschriften worden bezorgd, te vermeerderen met een afschrift voor iedere verwerende partij. De beroepen tot nietigverklaring moeten worden ingediend binnen een vrij korte termijn van zestig dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van de beslissing.

Als er verplichte vermeldingen of bij te voegen stukken of afschriften ontbreken zal de behandeling zeker vertraging oplopen, en bestaat bovendien het risico dat het beroep onontvankelijk zal moeten worden bevonden, en dus niet zal kunnen worden behandeld.

Per verzoekende partij moet er een recht van 200 euro worden betaald binnen een termijn van 30 dagen. Na de ontvangst van het verzoekschrift bezorgt de griffie daartoe een overschrijvingsformulier.

§ 7       Bij overschrijding van deze vervaltermijn is de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege nietig.

§ 8       Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op.

 

Hoofdstuk 9     Getuigschrift basisonderwijs

Artikel 22 Het getuigschrift toekennen

Het schoolbestuur kan een getuigschrift basisonderwijs, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, uitreiken.
Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter en ten minste de helft van de leden van de klassenraad, de voorzitter van het schoolbestuur en de houd(st)er.
Het getuigschrift wordt toegekend uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar, tenzij na een beroepsprocedure.

De regelmatige leerling ontvangt het getuigschrift basisonderwijs indien uit het leerlingendossier blijkt dat de betrokkene bij het voltooien van het lager onderwijs de doelen opgenomen in het leerplan in voldoende mate heeft bereikt.
Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert het zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar mee aan de ouders.

 

Artikel 23  Het getuigschrift niet toekennen

Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert hij zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt het schoolbestuur dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar aangetekend mee aan de ouders.

Een leerling die het getuigschrift basisonderwijs niet behaalt, krijgt een verklaring met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde schooljaren lager onderwijs .Naast deze verklaring heeft de leerling recht op een schriftelijke motivering waarom het getuigschrift basisonderwijs niet werd toegekend, alsook aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan.

Ouders die niet akkoord gaan met deze beslissing, kunnen uiterlijk binnen de drie werkdagen een overleg vragen met de directeur De bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder dat de formele beroepsprocedure opgestart moet worden.

Dit overleg vindt plaats binnen de twee werkdagen na de aanvraag tot gesprek.

De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijke verslag van gemaakt worden.

In dit verslag wordt meteen opgenomen of de directeur de klassenraad al dan niet opnieuw samenroept.

Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing (hetzij om de klassenraad niet bijeen te roepen, hetzij om het getuigschrift niet toe te kennen), dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

Indien de klassenraad bij zijn oorspronkelijke beslissing blijft, wordt zij opnieuw gemotiveerd en door het schoolbestuur aangetekend meegedeeld aan de ouders, uiterlijk binnen de drie werkdagen . Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

 

Artikel 24         Beroepsprocedure

§ 1       Ouders kunnen het niet-toekennen van een getuigschrift door de klassenraad betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen, na voorgaande stappen, zoals beschreven in artikel 23 .

            Dit beroep moet door de ouders aangetekend en binnen de vijf werkdagen  ingediend worden bij het schoolbestuur.

            Het beroep:

-       wordt gedateerd en ondertekend;

-       vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren;

-       kan aangevuld worden met overtuigingsstukken;

§ 2       Het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie, opgericht door het schoolbestuur.

Het schoolbestuur stelt de beroepscommissie samen, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° de samenstelling kan per te behandelen dossier verschillen, doch kan binnen het te behandelen  dossier niet wijzigen;

2° de samenstelling is als volgt:

-        interne leden”, zijnde leden van de klassenraad die besliste het getuigschrift basisonderwijs  niet toe te kennen, waaronder alleszins de directeur eventueel aangevuld met een lid van het schoolbestuur

-        externe leden”, zijnde personen  die extern zijn aan dat schoolbestuur en extern  aan de school die besliste het getuigschrift basisonderwijs niet uit te reiken.

In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen:

a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid te zijn;

b) wordt een lid van de ouderraad of, met uitzondering van het personeel, de schoolraad van de school die besliste het getuigschrift basisonderwijs niet toe te kennen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling vermeld in punt a) van toepassing is;

3° de voorzitter wordt door het schoolbestuur onder de externe leden aangeduid.

4° Het schoolbestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van de beroepscommissie, met inachtneming van volgende bepalingen:

1° elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, met dien verstande dat bij stemming het aantal stemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van de beroepscommissie gelijk moet zijn; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

2° elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;

3° een beroepscommissie hoort de ouders in kwestie;

4° een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen, waaronder eventueel het horen van een of meer leden van de klassenraad die het getuigschrift basisonderwijs niet toegekend heeft;

5° de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van individuele personeelsleden van het onderwijs;

6° een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de reglementaire onderwijsbepalingen en met het schoolreglement”.

§ 3       De beroepscommissie komt bijeen uiterlijk tien werkdagen na het ontvangen van het beroep.

            De beroepsprocedure wordt voor de duur van zes weken opgeschort met ingang van 11 juli.

§ 4       Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

a) de in het schoolreglement opgenomen termijn voor indiening van het beroep is overschreden;

b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

                  2° de bevestiging van het niet toekennen van het getuigschrift basisonderwijs;

                  3° de toekenning van het getuigschrift basisonderwijs.

Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie.

§ 5   Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd, gebracht, uiterlijk op 15 september daaropvolgend.

          In de mate van het mogelijke wordt de beslissing vroeger dan de eerste schooldag van september genomen, zodat de leerling op 1 september het schooljaar kan beginnen.

§ 6   De ouders kunnen zich gedurende de procedure laten bijstaan door een raadsman.
Dit kan geen personeelslid van de school zijn.

Artikel 25

Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een schriftelijke motivering met inbegrip van bijzondere aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan, en een verklaring met de vermelding van het aantal en de gevolgde schooljaren lager onderwijs, afgeleverd door de directie.

Artikel 26

Het meegeven van het getuigschrift en rapport kan om geen enkele reden worden ingehouden, ook niet bij verzuim door de ouders van hun financiële verplichtingen.

 

Hoofdstuk 10 Onderwijs aan huis  en synchroon internetonderwijs

Artikel 27

§ 1       Het onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs is kosteloos.

§ 2       Alle leerlingen van het basisonderwijs (kleuter- en lager onderwijs) die wegens ziekte langdurig of korte opeenvolgende periodes niet op school aanwezig kunnen zijn, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op 4 lestijden onderwijs aan huis per week ,synchroon internetonderwijs of een combinatie van beide.

§3         Voor tijdelijk onderwijs aan huis dienen volgende voorwaarden gelijktijdig te zijn vervuld:

  1. de leerling is meer dan eenentwintig opeenvolgende kalenderdagen afwezig ,vakantieperiodes meegerekend , wegens ziekte of ongeval, of de leerling is chronisch ziek en is negen halve dagen afwezig;
  2. De ouders (of de personen die de minderjarige in rechte of in feite onder hun bewaring hebben) dienen een schriftelijke aanvraag in bij de directeur van de school.
  3. de afstand tussen de school en de verblijfplaats van de betrokken leerling bedraagt ten hoogste tien kilometer.
  4. Bij een chronische ziekte kan het tijdelijk onderwijs aan huis ook gedeeltelijk op school georganiseerd worden. Dit is mogelijk na een akkoord tussen de ouders en de school en vindt plaats buiten de normale schooluren en niet tijdens de middagpauze.

§ 4       De aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis , gebeurt door de ouders, per brief of via een specifiek aanvraagformulier.

             Bij die aanvraag gaat een medisch attest waarop de arts attesteert dat de leerling niet of minder dan halftijds naar school kan gaan (bij langdurige afwezigheid wegens ziekte of ongeval) of waarop de arts-specialist attesteert dat de leerling lijdt aan een chronische ziekte, maar wel onderwijs mag krijgen ,

De aanvraag van de ouders en de medische vaststelling van de chronische ziekte door de arts-specialist moet niet bij elke afwezigheid of bij elke periode van 9 halve dagen afwezigheid opnieuw gebeuren, maar blijft geldig gedurende de volledige periode van de inschrijving van de leerling op de school.

§5        De school zal de ouders individueel op de hoogte brengen van het bestaan en de mogelijkheden van het TOAH, van zodra duidelijk is dat de leerling in aanmerking zal komen voor het TOAH. Kleuters, jonger dan 5 jaar, zijn nog niet leerplichtig, dit neemt niet weg dat ook de ouders van deze doelgroep geïnformeerd worden over TOAH.

Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, zal de school de dag na het ontvangen van de aanvraag en vanaf de tweeëntwintigste kalenderdag afwezigheid en voor de verdere duur van de afwezigheid van het kind, voor vier lestijden per week onderwijs aan huis verstrekken.

Bij chronisch zieke kinderen is onderwijs aan huis, mogelijk telkens het kind negen halve dagen (hoeven niet aan te sluiten) afwezig was.

§6        Bij verlenging van de afwezigheid moeten de ouders opnieuw een schriftelijke aanvraag, vergezeld van een medisch attest, indienen bij de directeur.

            Bij chronisch zieke leerlingen hoeft er niet telkens opnieuw een medisch attest voorgelegd worden en volstaat een schriftelijke aanvraag van de ouders.

§7        Kinderen die na een periode van onderwijs aan huis, de school hervatten, maar binnen een termijn van 3 maanden opnieuw afwezig zijn wegens ziekte, hebben onmiddellijk recht op onderwijs aan huis, synchroon internetonderwijs of een combinatie van beiden. Wel moet het onderwijs aan huis opnieuw worden aangevraagd .

§8        De concrete organisatie wordt bepaald na overleg met de directeur.

§9         De centrale organisator voor synchroon internetonderwijs is vzw Bednet.  Bednet bepaalt autonoom welke leerlingen in aanmerking komen voor synchroon internetonderwijs op basis van een aantal criteria ,waaronder de ondersteuningsbehoefte van de leerling en het positief engagement van de leerling, de ouders, de school en het CLB.

§10       Bij een langdurige afwezigheid wordt een minimale afwezigheid van 4 weken vooropgesteld vooraleer de leerling recht heeft op synchroon internetonderwijs.

§11      Bij een frequente afwezigheid wordt een minimale geplande afwezigheid van 36 halve dagen op jaarbasis vooropgesteld vooraleer een leerling recht heeft op synchroon internetonderwijs.

§12      Synchroon internetonderwijs kan door alle betrokkenen bij de begeleiding van de leerling aangevraagd worden via de webstek van vzw Bednet:

                          http://www.bednet.be/aanvraag-aanmaken

 

Hoofdstuk 11 : Schoolraad, ouderraad en leerlingenraad

Artikel 28

De schoolraad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de volgende geledingen:

1. de ouders;

2. het personeel;

3. de lokale gemeenschap

Artikel 29

Er wordt een ouderraad opgericht, wanneer tenminste 10% van de ouders erom vraagt. Het moet gaan over ten minste drie ouders. De leden van de ouderraad worden verkozen door en uit de ouders. Iedere ouder kan zich verkiesbaar stellen en kan één stem uitbrengen. De stemming is geheim.

De werking van de schoolraad wordt geregeld conform het huishoudelijk reglement van de schoolraad, terug te vinden op de website van de gemeenteschool.

Artikel 30

De school richt een leerlingenraad op als ten minste 10% van de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar er om vragen.

De leerlingenraad wordt via verkiezingen samengesteld en wordt verkozen uit leerlingen van iedere klas (4, 5 en 6). Elke klas vaardigt twee leerlingen af. De leerlingenraad komt 3 keer per schooljaar samen onder leiding van de directeur en de beleidsmedewerker.

 

Hoofdstuk 12 Leerlingengegevens en privacy


Artikel 31 Gegevensbescherming en informatieveiligheid

De school verwerkt persoonsgegevens van leerlingen en ouders in het kader van haar opdracht. Het schoolbestuur is de eindverantwoordelijke voor deze verwerking en de veiligheid ervan.

Het schoolbestuur en de school leven de verplichtingen na die voortvloeien uit de regelgeving inzake privacy en gegevensbescherming en gaan zorgvuldig om met deze persoonsgegevens. Het schoolbestuur zorgt voor een afdoend niveau van gegevensbescherming en informatieveiligheid. Het beschikt hiervoor over een informatieveiligheidsconsulent. De school heeft een aanspreekpunt dat in contact staat met de informatieveiligheidsconsulent en betrokken wordt in het informatieveiligheidsbeleid van het schoolbestuur (wat onderwijs betreft).

De school zal enkel gegevens verwerken met de toestemming van de ouders, tenzij er een andere wettelijke grondslag is voor de verwerking. Deze toestemming moet vrij, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig zijn.
Over het gebruik van sociale media in de klas worden afspraken gemaakt.

De school is transparant over de verwerking van persoonsgegevens en verstrekt de nodige informatie, al dan niet in detail, met inbegrip van de afspraken die gemaakt zijn met derden en bewerkers die persoonsgegevens ontvangen.

Verder hanteert de school een strikt beleid inzake toegangsrechten en paswoorden en reageert ze adequaat op datalekken.

De meer concrete regels voor de gegevensverwerking en -bescherming worden vastgelegd in een privacyverklaring die tot doel heeft:

-       de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen te beschermen tegen verkeerd en onbedoeld gebruik van de persoonsgegevens;

-       vast te stellen welke persoonsgegevens worden verwerkt en met welk doel dit gebeurt;

-       de zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens te waarborgen;

-       de rechten van betrokkene te waarborgen.

De meest recente versie van deze privacyverklaring is te raadplegen via de website van het schoolbestuur.

De protocollen die in het kader van de privacy-reglementering worden afgesloten, zijn gepubliceerd op de website van de gemeente.   

Personeelsleden van de school waar de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag ingeschreven is of de lessen volgt, hebben recht op inzage van het verslag of het gemotiveerde verslag uit het multidisciplinaire dossier van de leerling. Dat recht op inzage geldt ook voor de personeelsleden van de school voor buitengewoon onderwijs die in het kader van het ondersteuningsmodel instaan voor de begeleiding van de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag. Bij elke inzage wordt de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens toegepast.

 

Artikel 32 Meedelen van leerlingengegevens aan ouders

Ouders hebben recht op inzage en recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, die worden verzameld door de school. lndien na de toelichting blijkt dat de ouders een kopie willen van de leerlingengegevens, hebben ze kopierecht.  ledere kopie dient persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden, mag noch verspreid noch publiek gemaakt worden en mag enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling.

Ouders kunnen zich daarnaast beroepen op de wetgeving op openbaarheid van bestuur die voorziet in een recht op inzage, toelichting en/of kopie. Hiertoe richten ze een vraag tot het college van Burgemeester en Schepenen dat bekijkt of toegang kan worden verleend. Als een volledige inzage in de leerlingengegevens een inbreuk is op de privacy van een derde, dan wordt de toegang tot deze gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage.

 

Artikel 33 Meedelen van leerlingengegevens aan derden

De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de school afsluit met een verwerker voor leerplatformen, leerlingenvolgsystemen, leerlingenadministratie e.d.m.

Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder). Bij de uitoefening van het inzagerecht, kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden, in voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming.

Ook in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening kunnen er leerlingengegevens worden meegedeeld.

Bij verandering van school door een leerling worden tussen de betrokken scholen leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe school op voorwaarde dat:

1° de gegevens enkel betrekking hebben op de leerlingspecifieke onderwijsloopbaan;

2° de overdracht gebeurt in het belang van de leerling;

3° ouders zich niet expliciet verzet hebben, tenzij de regelgeving de overdracht verplicht stelt.

De school nodigt ouders hiertoe uit op een overleg waarop de gegevens worden ingekeken en waarop samen overeengekomen wordt welke gegevens worden overgedragen.

Een kopie van een verslag of een gemotiveerd verslag van een CLB  moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten.

Gegevens die betrekking hebben op schending van leefregels door de leerling mogen nooit aan de nieuwe school doorgegeven worden.


Artikel 34 Geluids- en beeldmateriaal gemaakt door de school

De school kan geluids- en beeldmateriaal van leerlingen maken en publiceren.

Voor het maken en publiceren van niet-gericht geluids- en beeldmateriaal in schoolgerelateerde publicaties zoals de website van de school of gemeente, publicaties die door de school of gemeente worden uitgegeven, wordt de toestemming van de leerlingen/ouders vermoed. Onder niet-gericht geluids- en beeldmateriaal verstaan we geluids- en beeldmateriaal dat een eerder spontane, niet geposeerde sfeeropname weergeeft zonder daarvoor specifiek één of enkele personen eruit te lichten. Het gaat bijvoorbeeld om een groepsfoto tijdens een activiteit van de school. De betrokken leerlingen/ouders kunnen schriftelijk hun toestemming weigeren.

Voor het maken en publiceren van gericht geluids- en beeldmateriaal zal voorafgaandelijk de toestemming van de leerling/ouders worden gevraagd. Hierbij worden het soort geluids- of beeldmateriaal, de verspreidingsvorm en het doel gespecificeerd.


Hoofdstuk 13   Smartphone, tablet, laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

Artikel 35

ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school

De school stelt een laptop/chromebook/computer (hierna ICT- materiaal) ter beschikking van de leerling. Deze blijft eigendom van de school.

De leerling gaat met het ICT-materiaal zorgvuldig (als een goede huisvader) om en is verantwoordelijk voor het correcte gebruik en beheer ervan.

De leerling kan aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de apparatuur ontstaan door verwijtbare nalatigheid of onachtzaamheid.

Bij vervanging van het toestel door diefstal of verlies worden de kosten doorgerekend aan de leerling wanneer er sprake is van bedrog, een zware fout of nalatigheid.

Het ICT-materiaal is strikt persoonlijk en de leerling zal deze niet aan derden ter beschikking stellen, verpanden noch op enige andere wijze vervreemden.

Het ICT-materiaal wordt uitsluitend gebruikt voor de uitoefening van werkzaamheden en het volgen van lessen. Het is de leerling verboden dit te gebruiken voor activiteiten die in strijd zijn met de doelstellingen van de school.

De leerling gebruikt het ICT-materiaal op een wettelijke manier met respect voor het auteursrecht en de privacy.

Het is aan de leerling verboden zelf software in de apparatuur in te brengen.

Bij beëindiging van het schoolverband wordt het ICT-materiaal in goede staat aan de school teruggegeven. Zoniet verbindt de leerling zich er toe de vervangingswaarde ervan aan de school te betalen.

Artikel 36

Alleen buiten de schoolgebouwen mogen smartphone, eigen tablet, eigen laptop, trackers of enige andere gelijkaardige toestellen gebruikt worden. Als ouders of leerlingen elkaar dringend nodig hebben tijdens de schooldag, kunnen ze terecht op het secretariaat van de school.

Artikel 37

Elke leerling draagt zorg voor zijn toestel. Het IMEI nummer van het toestel wordt genoteerd in de schoolagenda. Dit helpt het opsporen van een verdwenen toestel.

Artikel 38

Elke leerling zorgt ervoor dat de privacy-instellingen van zijn toestel zo afgesteld zijn dat ze de privacy van anderen niet kunnen schenden.

Artikel 39

Het is niet toegestaan om beeld- of geluidsopnamen te maken op het domein van de school zonder toestemming van de school. Overeenkomstig de privacywetgeving mogen er geen beeld- of geluidsopnamen van medeleerlingen, personeelsleden of andere personen gemaakt worden of verspreid zonder hun uitdrukkelijke toestemming.

Artikel 40

Onder sociale media worden websites zoals Facebook, Netlog Instagram, Twitter, enz. verstaan. Er worden geen films, geluidsfragmenten, foto’s enz. op sociale websites geplaatst die betrekking hebben op de school zonder dat daar uitdrukkelijk toestemming voor wordt gegeven door de school. Dit geldt voor de leerlingen, ouders en grootouders en alle personen die onder hetzelfde dak wonen als de leerling.

Artikel 41

Bij communicatie via sociale media worden de normale fatsoennormen in acht genomen. Cyberpesten is verboden.

Artikel 42

Het downloaden, installeren en verdelen van illegale software op school is verboden.

Artikel 43

Het internet van de school mag alleen gebruikt worden voor schoolse aangelegenheden.


Hoofdstuk 14 Absoluut en permanent

Artikel 44

Er is een absoluut en permanent verbod op het roken van tabak of van soortgelijke producten (onder andere de shisha pen, de e-sigaret of heatsticks,…)

Dit verbod geldt binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen, sportterreinen en andere open ruimten.

Er is eveneens een absoluut en permanent verbod op het roken van tabak of van soortgelijke producten tijdens extramuros-activiteiten.

Bij overtreding van deze bepaling

-        zal de leerling gesanctioneerd worden volgens het orde- en tuchtreglement opgenomen in dit schoolreglement;

-        zullen ouders en/of bezoekers verzocht worden te stoppen met roken of het schooldomein te verlaten.


Hoofdstuk 15 Leerlingenbegeleiding

Artikel 45 Korte beschrijving van de visie op leerlingenbegeleiding

4 begeleidngsdomeinen:

      Onderwijsloopbaan

      Leren & studeren

      Psychisch en sociaal functioneren

      Preventieve gezondheidszorg

4 principes:

1)     Belang van elke leerling staat centraal: we zorgen voor alle leerlingen

2)     Gedragen door het schoolteam

3)     Doelgericht, systematisch, planmatig en transparant

4)     Discreet uit te voeren door alle actoren

Deze vormen de insteek om de kinderen optimaal te stimuleren, waarbij de school een krachtige leeromgeving creëert met aandacht voor proactieve en preventieve acties. Ze vormen tevens de basis voor het opvolgen van de vorderingen van de leerlingen, waarbij de kernwaarde verbondenheid dragend is.

In de 4 begeleidingsdomeinen hebben we aandacht voor de brede basiszorg voor alle leerlingen, de verhoogde zorg voor een aantal leerlingen en de uitbreiding van de zorg waarbij de externe partners  betrokken worden zoals onderzoek/ ON-begeleiding/ IAC. Dit uit zich in structurele acties op klas- en schoolniveau.

 

Hoofdstuk 16 Medicatie

Artikel 46

§ 1       De school dient uit eigen beweging geen medicatie toe. Bij ziekte zal ze in de eerste plaats een ouder of een door u opgegeven contactpersoon trachten te bereiken. Indien dit niet lukt en afhankelijk van de hoogdringendheid, zal de school de eigen huisarts, een andere arts of eventueel zelfs de hulpdiensten contacteren.

§ 2       De ouders kunnen de school vragen om medicatie toe te dienen.

De school kan weigeren om medicatie toe te dienen, tenzij:

            1. die is voorgeschreven door een arts én:.

2. die omwille van medische redenen tijdens de schooluren dient te worden toegediend .

Zij doen dit schriftelijk met vermelding van:

- de naam van het kind

- de datum

- de naam van het medicament

- de dosering

- de wijze van bewaren

- de wijze van toediening

- de frequentie

- de duur van de behandeling

 

3. In overleg met de CLB-arts kan het personeelslid  van de school alsnog weigeren medicatie toe te dienen. In onderling overleg tussen de school, het CLB en de ouders wordt naar een passende oplossing gezocht.  

 

Hoofdstuk 17   Leerlingenbegeleiding

Artikel 47 Contactgegevens

 

Het schoolbestuur heeft beleidsplan afgesloten met het Vrij CLB Weimeersen, Zuiderlaan 42  8790 Waregem, (tel.). 056 60 23 93

Dhr Yves Duthoo is de contactpersoon.

Het CLB behoort tot het vrij net.

 

 

Het CLB heeft de opdracht leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. Hiervoor biedt het kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding aan.

Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling, verhoogt het welbevinden, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Op die manier draagt het bij tot het functioneren van de leerling in de schoolse én maatschappelijke context

 

          Het CLB  werkt:

  • onafhankelijk en stelt het belang van de leerling centraal;
  • kosteloos voor de leerling, de ouders en de school;
  • multidisciplinair;
  • binnen de regels van het beroepsgeheim
  • met respect voor het pedagogisch project van de school;

Artikel 48 Leerlingenbegeleiding

 

Het CLB werkt vraaggestuurd vanuit de leerlingen, de ouders en de scholen, behalve voor de verplichte begeleiding.

 

       .Vraaggestuurde begeleiding :

 

  • Leren en Studeren
  • Schoolloopbaanbegeleiding :vragen over schoolloopbaan zoals de overgang naar het secundair, veranderen van school, overstap naar buitengewoon onderwijs,...
  • Het psychisch en sociaal functioneren : dit kan bijvoorbeeld gaan over gedragsproblemen, psychische problemen, sociale problemen,….
  • Preventieve gezondheidszorg : vragen over gezonde voeding, seksualteit,…

 

Het CLB  zet de individuele leerlingenbegeleiding alleen verder als de betrokken bekwame leerling daarmee akkoord gaat of de ouders van de niet bekwame leerling daarmee akkoord gaan

 

     . Verplichte leerlingenbegeleiding :

 

  • De controle op de leerplicht:
  • De signaalfunctie en de consultatieve leerlingenbegeleiding door het CLB:

-als het CLB noden vaststelt bij de leerling of een probleem of onregelmatigheid vaststelt in het beleid op leerlingenbegeleiding, dan brengt het CLB de school hiervan op de hoogte

-het CLB  biedt ondersteuning  aan de school bij problemen van individuele    leerlingen of groepen van leerlingen

  • De preventieve gezondheidszorg: op bepaalde tijdstippen in de  schoolcarrière wordt de kleuter/leerling onderzocht via medische consulten. Ook wordt het CLB gecontacteerd door de school als er sprake is van een besmettelijke ziekte.

 

Preventieve gezondheidszorg


Preventieve gezondheidszorg bestaat uit algemene en gerichte consulten en profylactische maatregelen.

Het medisch consult gebeurt door Nele Debruyne (verpleegkundige)

Contact: Nele.Debruyne@vclbweimeersen.be

 

 Preventieve gezondheidszorg omvat:

1.Systematische contacten 

Overzicht van contactmomenten :

  • 3 jaar of in de eerste kleuterklas
  • 6 jaar of in het eerste leerjaar
  • 9 jaar of in het vierde leerjaar
  • 11 jaar of in het zesde leerjaar

2.Aanbieden van vaccinaties:

Het CLB houdt toezicht op de vaccinaties van de leerlingen en biedt vaccinaties aan die in het vaccinatieschema zijn opgenomen. Ouders en leerlingen worden hierover geïnformeerd en geven hiervoor hun toestemming  .  

 

     .   Profylactische maatregelen

Het CLB houdt toezicht op de vaccinaties van de leerlingen en biedt vaccinaties aan die in het vaccinatieschema zijn opgenomen. Ouders en leerlingen worden hierover geïnformeerd en geven hiervoor hun toestemming.

De huisarts ,de ouders of de directeur hebben de plicht om de CLB-arts te verwittigen bij besmettelijke infectieziekten.

Het CLB treft de nodige profylactische maatregelen.

De maatregelen zijn bindend voor leerlingen, ouders en personeel.

Ter info:

Bij volgende infectieziekten neemt de schooldirecteur contact met het CLB:

  •  Bof (dikoor)
  •  Buikgriep/voedselinfecties (vanaf 2 of meer gevallen (binnen een week) in een (klas)groep)
  •  Buiktyfus
  •  COVID-19 (coronavirus)
  •  Hepatitis A
  •   Hepatitis B
  •   Hersenvliesontsteking (meningitis)
  •   Infectie met EHEC (Escherichia coli, verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)
  •  Infectie met Shigella (verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)
  •  Kinderverlamming (polio)
  •  Kinkhoest (pertussis)
  • Krentenbaard (impetigo)
  •  Kroep (difterie)
  • Mazelen
  • Rode hond (rubella)
  •  Roodvonk (scarlatina)
  •  Schimmelinfecties
  • Schurft (scabiës)Tuberculose
  •  Windpokken (varicella, waterpokken)

Bij vragen of bezorgdheden in verband met infectieziekten die niet in bovenstaande lijst vermeld worden, mag ook steeds contact worden genomen met het CLB.

 

Artikel 49

          Multidisciplinair leerlingendossier:

Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB.

Dit dossier omvat:

  • Alle gegevens van de leerling die de CLB-medewerker nodig heeft voor leerlingenbegeleiding    (schoolloopbaangegevens, gegevens van systematische contacten, gegevens in kader van leerplichtbegeleiding ...)
  • Gegevens van Kind en Gezin
  • Een chronologisch overzicht van alle contacten en tussenkomsten van het CLB

Overdracht van het dossier :

Het multidisciplinaire dossier wordt bij schoolverandering overgedragen aan het nieuwe begeleidende CLB.

De ouder, in eigen naam of namens een niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling als de bekwame minder- of meerderjarige leerling  kan zich hiertegen verzetten.  

Overdracht van het dossier

Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB.
Dit dossier bevat alle voorhanden zijnde relevante persoonlijke gegevens van de leerling.


Hoofdstuk 18   Slotbepaling

Artikel 50

 Meer specifieke regels en afspraken worden na overleg in de schoolraad opgenomen in de infobrochure en het leerlingenreglement van de school. Deze regels en afspraken maken integraal deel uit van het schoolreglement.

 

Bijlage  - neutraliteitsverklaring

Beginselverklaring neutraliteit
van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs

Het onderwijs van steden en gemeenten is een openbare dienst en moet per definitie beantwoorden aan de principes van neutraliteit. Deze principes worden vastgelegd in een lokaal pedagogisch, agogisch of artistiek project, in het schoolreglement en in het schoolwerkplan. Ook voor de onderwijspraktijk (keuze van leerplannen en leermethodes) zijn ze richtinggevend. Schoolbesturen, schoolteams, cursisten, leerlingen en ouders stemmen hiermee in en dragen de neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs mee uit.

Wettelijk kader

Open voor iedereen
Scholen, centra en academies zijn toegankelijk voor iedereen die van hun aanbod wil genieten volgens artikel 6bis van de Schoolpactwet van 29 mei 1959. Dit artikel bepaalt dat een officiële school ‘een open karakter heeft door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen’.

Belgische Grondwet en Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind
Scholen, centra en academies respecteren in hun werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind.

Democratisch burgerschap versterken
Scholen, centra en academies respecteren de principes van de democratische rechtsstaat en versterken deze door hun aanbod, door de manier waarop ze zich organiseren, door een participatieve cultuur te stimuleren en door zelf model te staan voor een democratische samenleving.

Actief pluralisme

Verbondenheid stimuleren
Scholen, centra en academies gaan uit van de gemeenschappelijke waarden, overtuigingen, aspiraties … die mensen met elkaar delen, over en door alle mogelijke verschillen heen. Tegelijk spreken ze hun verwachtingen hieromtrent uit tegenover leerlingen, ouders en cursisten. Ze maken in hun curriculum plaats voor gemeenschappelijke waarden. Door hun aanpak stimuleren ze de verbondenheid tussen mensen in hun eigen leer- en leefgemeenschap en in de samenleving.

Diversiteit erkennen en respecteren
Scholen, centra en academies erkennen en respecteren de diversiteit bij hun leerlingen en cursisten op het vlak van filosofische, levensbeschouwelijke en religieuze overtuiging, sociale, etnische en talige achtergrond, nationaliteit, huidskleur, gender en seksuele voorkeur. Tegelijk stellen ze duidelijk de verwachting dat leerlingen, ouders en cursisten de aanwezige verschillen eveneens respecteren, dat ze bereid zijn te luisteren naar elkaar en begrip opbrengen voor andere opvattingen.

Diversiteit als meerwaarde benutten
Voor het realiseren van hun doelen vertrekken scholen, centra en academies van de meerwaarde die diversiteit biedt. Als dat mogelijk en relevant is, spelen ze in op de verschillen tussen leerlingen en cursisten door hun aanpak en door het aanbieden van inhoud (curriculum). Ze doen dat onder meer door een kritische dialoog tussen levensbeschouwingen en overtuigingen te stimuleren.

Lokaal verankerd, open op de wereld en op de toekomst

Lokale verankering
Scholen, centra en academies zijn sterk verweven met de lokale overheid en omgeving. Ze gaan actief op zoek naar samenwerking met andere scholen, buurtbewoners, (groot-)ouders, socio-economische partners of andere partners uit de wijk-, sport-, welzijns-, jeugd- en cultuursector.

Wereldburgerschap
Scholen, centra en academies zijn niet alleen verankerd in de lokale gemeenschap, maar ze staan ook open voor een wereld gekenmerkt door globalisering en internationalisering.

Duurzaamheid
Scholen, centra en academies erkennen de noodzaak om met het oog op de toekomst ecologisch duurzame en gezonde keuzes te maken en ze vertalen die overtuiging in hun aanbod en in hun manier van werken.

Art.3: het aangepaste schoolreglement te publiceren op de website van de school en van Anzegem.

Art.4: Het schoolreglement gewoon basisonderwijs wordt bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld (op papier of via een elektronische drager) aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord.