Terug
Gepubliceerd op 23/06/2022

Besluit  Gemeenteraad

di 14/06/2022 - 19:00

Gemeentelijke belastingen 2020-2025 - belasting op de tweede verblijven: goedkeuring aanpassing en verlenen vrijstelling verhoging.

Aanwezig: Koen Tack, Voorzitter
Gino Devogelaere, Burgemeester
Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Christophe Vandererven, Davy Demets, Schepenen
Johan Delrue, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Amandine Eeckhaut, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Raadsleden
Sonja Nuyttens, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Anja Desmet, Schepenen
Pauline Van Marcke, Raadsleden
Feitelijke en juridische overwegingen

Het reglement houdende gemeentelijke belasting op tweede verblijven voor de periode 2020-2025 dient aangepast te worden. Er wordt immers enkele moeilijkheden vastgesteld bij de praktische uitwerking van dit belastingreglement. Er wordt vastgesteld dat heel wat eigenaren van tweede verblijven niet op de hoogte zijn van de bestaande (eenmalige) aangifteplicht en het voor hen het verschil tussen een leegstaande woning enerzijds en een tweede verblijf anderzijds niet altijd duidelijk. Tevens wordt vastgesteld dat met de vernieuwde werkwijze met betrekking tot de registratie van leegstaand waarbij alle zakelijke gerechtigden van een woning waar geen inschrijving is, worden aangeschreven ook de nog niet gekende tweede verblijven boven water komen. Hierdoor is het voorzien van een aangifteplicht tweede verblijven eigenlijk overbodig geworden. Er wordt dan ook voorgesteld aan de gemeenteraad om de aangifteplicht en de ambtshalve vaststelling inclusief belastingverhoging van 10%, van een tweede verblijf te schrappen uit dit reglement. Hierbij aansluitend wordt ook voorgesteld om voor de ambtshalve vastgestelde tweede verblijven aanslagjaren 2020 en 2021 de belastingverhoging van 10% niet toe te passen.  

Een hernieuwing van het belastingreglement en aanpassing naar de nieuwe beleidsinsteken voor de periode 2020-2025 wordt hierbij vastgesteld. Het reglement legt volgende bepalingen vast: de belastingplichtige, het tarief van de heffing, de eventuele verschillende vrijstellingsgronden, de betalingstermijn en de beroepsprocedure.

Het bijhouden van de bevolkingsregisters is de taak en de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De inschrijving gebeurt door toedoen en na onderzoek van de gemeente, zodat de bevolkingsregisters correcte informatie verschaffen over het bevolkingsbestand. Deze correcte informatie is noodzakelijk voor statistische redenen, zodat een goed bevolkingsbeheer kan gevoerd worden, maar is ook noodzakelijk voor de veiligheid en identificatie van personen. Daarom is het belangrijk dat degene die zich op een verblijfplaats kan inschrijven dit effectief doet. De belasting op tweede verblijven kan ertoe bijdragen dat personen die hun feitelijke verblijfplaats in gemeente Anzegem hebben zich effectief laten inschrijven in de bevolkingsregisters voor hun hoofdverblijfplaats.

Het is anderzijds ook billijk dat personen, die naast hun hoofdverblijfplaats ook nog over een tweede verblijf beschikken, bijdragen tot de financiële behoeften van de gemeente daar zij ook vaak gebruik maken van de dienstverlening en infrastructuur van de gemeente. Op deze manier worden de lasten gespreid over alle gebruikers van de faciliteiten van de gemeente. 

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen zodoende het budgettair evenwicht te kunnen behouden.

Regelgeving

De grondwet, meer specifiek artikel 170§4;

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen;

Het decreet van 22 december 2017 over het het lokaal bestuur met latere wijzigingen;

De gecoördineerde omzendbrief KB/ABB 2019/2 d.d. 15 februari 2019 inzake de onderrichtingen over gemeentefiscaliteit vanwege het Agentschap voor Binnenlands bestuur.

Vorige beslissingen

Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 tot vaststelling van het belastingreglement tweede verblijven van 2020 tot en met 2025.

Publieke stemming
Aanwezig: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Christophe Vandererven, Davy Demets, Johan Delrue, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Amandine Eeckhaut, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko, Sonja Nuyttens
Voorstanders: Koen Tack, Gino Devogelaere, Louis Degroote, Yannick Ducatteeuw, Christophe Vandererven, Davy Demets, Johan Delrue, Prudent Lanneau, Willy Demeulemeester, Eddy Recour, Jeremie Vaneeckhout, Stephan Titeca, Amandine Eeckhaut, Tine Temmerman, Petra Devos, Rino Himpe, Davy Dewaele, Sofie Demurie, Nicolas Duquesnoy, Debbie Vandenberghe, Jolanta Steverlynck-Kokoszko
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Art. 1: Het belastingsreglement op de tweede verblijven wordt aangepast als volgt : 

Artikel1: Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente Anzegem.

 

Begripsomschrijving

Artikel 2: Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die voor de eigenaar, de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijf dient maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, studio’s, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans en die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.

Worden niet beschouwd als tweede verblijf:

  • lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen;
  • garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens;
  • studentenhuizen en – kamers.

De mogelijkheid tot onmiddellijke bewoning blijkt uit de feiten. De aanwezigheid van voldoende meubilair en van een leveringscontract elektriciteit worden als belangrijke indicaties weerhouden.

Belastingschuldige - belastingplichtige

Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.

Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt.

Zijn belastingplicht geldt ongeacht het feit of hij al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.

In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder.

De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Tarief

Artikel 4: Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 1.000 euro per tweede verblijf.

Aangifteplicht

Art.5: De eigenaar of in voorkomend geval, de huurder van een tweede verblijf, bedoeld in artikel 3 is verplicht hiervan een éénmalige aangifte te doen.

Hij gebruikt daartoe het formulier dat hem door het college van burgemeester en schepenen wordt bezorgd.  Deze aangifte blijft geldig tot herziening.

De initiële aangifte dient neergelegd voor de in het formulier vermelde datum.

De belastingplichtigen die voor 31 mei van het aanslagjaar géén aangifteformulier ontvangen hebben, zijn niettemin ertoe gehouden een spontane aangifte te doen aan het college van burgemeester en schepenen.

Art.6: Bij gebrek aan een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht tot bezwaar en beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. 

Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.

Art.7: De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 10%. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Wijze van invordering

Artikel  8 5  Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen en dit ten laatste op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar.

Artikel 9 6De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet door middel van overschrijving op het vermelde rekeningnummer.

Geschillen en bezwaren

Artikel 10 7: Bezwaar tegen de belasting

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Bezwaarschriften kunnen via duurzame dragen (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in bovenstaand lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschrift zijn: gemeentebelastingen@anzegem.be

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de 15 dagen na indiening ervan.

Artikel 11  8Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel  12  9De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit reglement op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur  van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

Artikel 13  10Dit reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Art. 2Voor wat betreft de ambtshalve vastgestelde tweede verblijven aanslagjaar 2020 en 2021 (waar geen of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte was) wordt geen belastingverhoging van 10%  toegepast. 

Art.3: in een volgende raadszitting wordt onder de rubriek 'mededelingen' verder ingegaan op de vraag van raadslid Kokoszko (fractie CD&V-Eendracht) inzake de praktische verschillen tussen de belastingen 'leegstand' en 'tweede verblijf'.