Op 29 juni 2022 werd door het CKB via het digitaal platform 'Religiopoint' op een gecoördineerde wijze de budgetten 2023 van de 7 Anzegemse kerkfabrieken aan het gemeentebestuur overgemaakt. Deze waren allen voorzien van een gunstig advies vanuit het Bisdom Brugge dd 13 juni 2022. Bij de het budget van kerkfabriek Sint-Theresia werd vanuit het bisdom echter nog een opmerking geformuleerd dat een toelage zal moeten voorzien worden op MAR 3100 en indien nodig een aanpassing van het meerjarenplan voor de voorziene uitgave van de renovatie van de kerktoren.
De gevraagde gemeentelijke toelagen (exploitatie) zijn de volgende:
2023 | MJP 2020-2025 exploitatie |
Budget 2023 gemeentelijke exploitatietoelage |
MJP 2020-2025 investering |
Budget 2023 voorzien investeringen (geen gemeentelijke toelage) |
Sint-Jan-Baptist en Sint-Eligius | 55.077,09 euro | 0 euro | 0 | 125.000,00 euro |
Sint-Petrus | 15.671,95 euro | 11.309,42 euro | 0 | 0 |
Sint-Antonius Abt | 17.344,29 euro | 3.357,59 euro | 0 | 0 |
Sint-Arnoldus | 37.305,00 euro | 14.585,65 euro | 0 | 0 |
Sint-Mattheus | 15.598,23 euro | 8.856,81 euro | 0 | 0 |
Sint-Theresia van het Kind Jezus | 20.205,40 euro | 6.788,49 euro | 0 | 120 780.78 euro |
Sint-Stefanus en Theodoricus | 50.865,00 euro | 38.337.51 euro | 0 | 0 |
212.066,96 euro | 83.235,47 euro |
De gevraagde gemeentelijke bijdragen in de exploitatie van de budgetten 2023 passen in de goedgekeurde meerjarenplannen 2020-2025 (GR 8 oktober 2019) en voldoen aan de afspraken opgenomen in de afsprakennota CKB/CBS (GR 14 juli 2020) (max 150.000 euro exploitatietoelage voor de 7 kerkfabrieken samen).
De budgetten 2023 van de kerkfabrieken werden besproken tijdens het overleg Centraal Kerkbestuur - College van Burgemeester en Schepenen van 18 mei 2022. Het grote verschil tussen de gevraagde toelage in de meerjarenplannen van de kerkfabrieken en het uiteindelijk budget 2023 kan verklaard worden door de budgettaire overschotten van verschillende kerkfabrieken uit 2021 die verwerkt werden in hun budget 2023 en de vermindering van het aantal eucharistievieringen (oa ten gevolge de herstructurering naar 2 parochiekerken en 5 buurtkerken) met consequenties voor inkomsten en uitgaven. In het budget van kerkfabriek Sint-Stefanus worden middelen voorzien voor het inzetten van poetspersoneel voor een halve dag per week gezien vrijwilligers dit werk niet meer aankunnen.
Er worden geen investeringsbudgetten gevraagd in de budgetten 2023 omdat, in toepassing van de afsprakennota, investeringswerken aan de kerkgebouwen worden opgenomen in de gemeentelijke budgetten. In het budget van kerkfabriek Sint-Theresia is wel een investeringsuitgave voorzien van 102.780.78 euro en dit voor de renovatie van de kerktoren/hervoegen op aangeven van Monumentwacht evenwel zonder in een financiering van deze uitgave te voorzien, vandaar ook het gunstig advies met opmerkingen vanuit het bisdom ten aanzien van dit budget (gezien het tekort in het budget bij de investeringen ten bedrage van 102.780,78 euro). Het voorzien investeringsbudget van 125.000 euro voor kerkfabriek Sint-Jan wordt door hen gefinancierd vanuit eigen middelen (verzekeringsgelden kerk) en dient voor de renovatie van de pastorij. Er wordt de aandacht op gevestigd dat voor deze renovatie ook de wetgeving overheidsopdrachten zal moeten toegepast worden.
Er werd in het meerjarenplan van de gemeente 300.000 euro voorzien deze legislatuur voor investeringswerken. Verdeling van deze middelen en prioritering dient te gebeuren in overleg, binnen het CKB en met de gemeente dus ook voor wat betreft een eventuele renovatie van de kerktoren van de Sint-Theresiakerk. De gemeente wacht in dit dossier dan ook de beslissing van het CKB af.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, aangepast door het decreet van 6 juli 2012;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende de vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de erediensten en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
De ministeriële omzendbrief van 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 8 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de meerjarenplannen 2020-2025 van de diverse kerkfabrieken;
Het gemeenteraadsbesluit van 8 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de afsprakennota College Burgmeester en Schepenen - Centraal Kerkbestuur;
Het gemeenteraadsbesluit van 14 juli 2020 betreffende de goedkeuring van de aanpassing van de afsprakennota overleg Centraal Kerkbestuur/college van Burgemeester en Schepenen.
Art.1: De gemeenteraad neemt akte van de budgetten 2023 van volgende kerkfabrieken:
Voor de gemeentelijke bijdragen worden hierin voorzien:
2023 | Budget 2023 exploitatietoelage |
Budget 2023 investeringstoelage |
Sint-Jan-Baptist en Sint-Eligius | 0 euro | 0 |
Sint-Petrus | 11.309,42 euro | 0 |
Sint-Antonius Abt | 3.357,59 euro | 0 |
Sint-Arnoldus | 14.585,65 euro | 0 |
Sint-Mattheus | 8.856,81 euro | 0 |
Sint-Theresia van het Kind Jezus | 6.788,49 euro | 0 |
Sint-Stefanus en Theodoricus | 38.337,51 euro | 0 |
83.2135,47 euro |
0 euro |
Art.2: Indien de kerkfabriek Sint-Theresia de ‘renovatie van de kerktoren/hervoegen’ wenst uit te voeren zal de voorziene werkwijze zoals opgenomen in de afsprakennota CKB/CBS (GR 14 juli 2020) moeten gevolgd worden. Alle investeringswerken voor gebouwen eredienst en pastorieën en waarvoor een tussenkomst van het gemeentebestuur kan gevraagd worden, worden opgenomen op het meerjarenplan van de gemeente en dit na en in overleg met CKB. Aan de betrokken kerkfabriek wordt gevraagd om de voorziene investeringsuitgave in het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Theresia via budgetwijziging te verwijderen.
Art.3: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de verschillende kerkfabrieken en het erkend representatief orgaan;
Art.4: De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit reglement op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.