De voorzitter opent de zitting op 10/10/2023 om 19:00.
Art.1: De notulen- en zittingsverslag van de gemeenteraad van 12 september 2023 eenparig goed te keuren.
Op 25 mei 2023 heeft politie een overleg gehouden met IMOG ihkv de informatie-uitwisseling bij GAS-boetes sluikstorten die via camera’s worden vastgesteld. Er werd vastgesteld dat het bestaande protocol tussen IMOG, politie en de lokale besturen gedateerd en niet meer conform de huidige regelgeving was ihkv de gegevensbescherming, de verwerking van gegevens, de camerawetgeving, …
De databeelden van de camera’s voor sluikstorten worden bekeken door de IMOG-vaststeller (aangesteld via de gemeenteraad) die na raadpleging van de beelden bij overtredingen van sluikstorten overgaat tot de opmaak van een bestuurlijk verslag ten behoeve van de sanctionerend ambtenaar.
Indien uit de beelden blijkt dat bijvoorbeeld de titularis van een voertuig (kentekenplaat) niet overeenstemt met de bestuurder (vb titularis kentekenplaat is een man en de overtreder sluikstorten aan de glasbol is een vrouw) die de overtreding pleegt, dan kan de sanctionerend ambtenaar niet overgaan tot het overmaken van een GAS-boete naar de kentekenplaathouder aangezien de beelden als bewijsmateriaal reeds laten zien dat de overtreder niet overeenstemmend is met de kentekenplaathouder. In deze zaken kan ook niet gevraagd worden aan de politie of de vrouw op beeld wordt herkend op basis van interne info (dit omwille van het feit dat in voornoemde de politie niet optreedt als vaststeller en aldus de vaststellingen ook niet heeft verricht).
Indien de IMOG-vaststeller tot geen identificatie komt van de overtreder sluikstorten maar er zijn wel elementen voorhanden om via verder onderzoek na te gaan wie de overtreder is, dient de IMOG-vaststeller zich te wenden tot diens werkgever IMOG en waarbij de werkgever IMOG als rechtspersoon aangifte verricht bij de politie omtrent het sluikstorten. Hierop zal de politie een GAS-proces-verbaal opmaken en dit overmaken aan de sanctionerend ambtenaar voor (dus in deze treedt de politie op als GAS-vaststeller ipv de IMOG-vaststeller) verdere opvolging.
Voornoemde werd geduid aan IMOG in het overleg d.d. 25 mei (politie-IMOG). Voornoemde werd eveneens geduid in het politiecollege van 20 juni (agendapunt in werking korps).
De DPO van de politiezone MIRA heeft het protocol geactualiseerd zie in bijlage waarbij de gegevensuitwisseling in het kader van GAS-vaststellingen bij overtredingen sluikstorten (via GAS-verordening beboet) wordt geregeld tussen de 3 partijen: lokaal bestuur, IMOG en politie zodat we binnen het juridisch kader blijven werken.
Aan de gemeenteraad wordt gevraag om de overeenkomst 'databeheer voor tijdelijk vaste camera's' goed te keuren.
Decreet Lokaal Bestuur
gemeenteraadsbesluit 16 december 2020 houdende aanstelling van intergemeentelijke GAS-vaststellers Imog.
gemeenteraadsbesluit 5 september 2017 strekkende tot het verlenen van positief advies aan Imog voor het inzetten van camerabewaking om sluikstorten en zwerfvuilte bestrijden.
Art.1: de protocolovereenkomst 'databeheer voor tijdelijke camera's' in kader van GAS-overtredingen sluikstorten goed te keuren.
Overeenkomst ‘Databeheer voor tijdelijk vaste camera’s’
Tussen:
Intergemeentelijke maatschappij voor openbare gezondheid (hierna: “Imog”), ingeschreven in het KBO met nummer 0206.848.639 en waarvan de maatschappelijke en hoofdexploitatiezetel zich bevindt te 8500 Kortrijk, Grote Markt zn.
Vertegenwoordigd door de voorzitter Rik Soens en algemeen directeur Johan Bonnier;
En:
De gemeente Anzegem, met zetel te De Vierschaar 1 8570 Anzegem
Vertegenwoordigd door de burgemeester Gino Devogelaere en algemeen directeur Sonja Nuyttens hiertoe gemachtigd bij de beslissing van de Gemeenteraad dd. 10 oktober 2023:
En:
Politiezone (hierna: PZ) MIRA, met zetel te Kalkhoevestraat 4, 8790 Waregem
Vertegenwoordigd door de korpschef, Vandecasteele Frederik
En vertegenwoordigd door de voorzitter, Kurt Vanryckeghem
NA TE HEBBEN UITEENGEZET:
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
In het kader van vaststellingen door middel van camerabeelden van inbreuken op de Algemene Politieverordening (hierna: APV), meer bepaald sluikstort en zwerfvuilproductie, leidt het complexe juridische kader hetwelk de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de onderscheiden partijen vaststelt, tot moeilijkheden in de praktijk wat betreft de correcte afhandeling van de inbreuken. Deze overeenkomst beoogt de bevoegdheden en verantwoordelijkheden uiteen te zetten opdat dit voor alle partijen duidelijk is en met het oog op de toepassing ervan voor een correcte afhandeling.
Artikel 2 – REGLEMENTAIR KADER
- Verord. (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna: “AVG”);
- Richtl. (EU) nr. 2016/680, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (“RGS”);
- Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna: “WGB”);
- Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
- Wet Kruispuntbank Voertuigen van 19 mei 2010;
- Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, gewijzigd door de wet van 21 maart 2018 (hierna: de “Camerawet”)
- Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (hierna; “WGP”);
Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (hierna: “WPA”) en de uitvoeringsbesluiten ter zake;
- Koninklijk Besluit van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten;
- Koninklijk Besluit van 28 mei 2018 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt;
- Ministeriële omzendbrief van 10 december 2009 betreffende de Wet van 21 maart 2007, gewijzigd door de Ministeriële omzendbrief van 13 mei 2011.
- Algemene politieverordening gemeente Anzegem (APV) vastgesteld op 13 december 2016 Vastgesteld op 13 december 2016 en aangepast door de gemeenteraad op: 28 februari 2018, 29 maart 2018, 4 september 2018, 23 april 2019, 11 februari 2020, 14 juli 2020, 11 mei 2021, 11 oktober 2022
3.1. Doeleinde
Het plaatsen van tijdelijk vaste camera’s en de verwerking van de beelden heeft tot doel de preventie, het vaststellen en het bewijzen en het sanctioneren van inbreuken op de Algemene Politieverordening, meer bepaald sluikstorten, zwerfvuil en andere hiermee gepaard gaande inbreuken bij glasbollen of andere collectieve afvalinzamelpunten en sluikstortgevoelige locaties (zgn. “hot spots”) op het openbaar domein binnen het werkingsgebied van IMOG.
3.2. De plaatsing van de camera’s
De concrete locaties tot plaatsing van een tijdelijke vaste camera-installatie worden in onderling overleg tussen IMOG, de politiezone MIRA en de gemeente Anzegem bepaald.
Het (ver)plaatsen, onderhoud en overdracht van informatie en persoonsgegevens voor de camera met tijdelijke vaste installatie gebeurt door IMOG overeenkomstig de in onderling overleg besproken wijze.
De plaatsing van de camera’s gebeurt op dusdanige wijze dat er geen beelden opgeleverd worden die de intimiteit van een persoon schenden, noch zijn ze gericht op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke, syndicale gezindheid, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.
3.3. De verplichtingen op basis van de wetgeving
IMOG staat in voor:
- voor het voldoen aan respectievelijk de register-,en informatievereiste zoals voorzien door de Camerawet (aanbrengen van pictogrammen), het KB van 8 mei 2018 en het KB van 10 februari 2008;
- het bijhouden van een register van de verwerkingsactiviteiten, cf. artikel 30 AVG;
- het nemen van de passende technische en organisatorische maatregelen voor alle verwerkingen van persoonsgegevens, om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen, cf. artikel 32 AVG.
- het nemen van alle voorzorgsmaatregelen teneinde de toegang tot de beelden te beveiligen door onbevoegden, cf. artikel 9, lid 2 van de Camerawet.
- het bewerkstelligen van een procedure waarbij de melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens wordt gemeld aan de toezichthoudende overheid en indien nodig, aan de betrokkenen, cf. artikel 33 en 34 AVG;
- het respecteren van de rechten van betrokkene en het bewerkstelligen van een procedure van rechtstreekse toegang en de uitoefening van de rechten van betrokkene, cf. artikelen 12 – 23 AVG en artikel 12 van de Camerawet.
4.1. Verzamelen van informatie en persoonsgegevens d.m.v. camera’s
De geplaatste camera’s verzamelen en verwerken informatie en persoonsgegevens. Alles binnen het filmbereik van de camera’s wordt gefilmd en opgenomen. Het gaat daarbij om bezoekers in de onmiddellijke omgeving van de camera’s, waarvan de locatie overeenkomstig artikel 3.2. van deze overeenkomst op zorgvuldige wijze werd bepaald.
4.2. Bewaren van de verzamelde beelden
De beelden die de camera’s genereren worden opgenomen en bijgevolg bewaard. De beelden worden bewaard op de server van IMOG, die hiervoor overeenkomstig artikel 3.3. van deze overeenkomst de passende beveiligingsmaatregelen treft. Door het nemen van deze maatregelen worden de beelden vertrouwelijk en integer behandeld en wordt de privacy gewaarborgd.
De beelden worden niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk en dit met een maximale bewaartermijn van één maand, behalve indien de opgenomen beelden kunnen aangewend worden om een misdrijf aan te tonen, om schade te bewijzen of om een dader, een ordeverstoorder, een getuige of een slachtoffer te identificeren. In dat geval zullen de beelden langer bewaard blijven als nodig is voor het onderzoek.
4.3. Raadplegen en toegang tot de beelden door medewerkers van IMOG
De beelden worden niet in real time bekeken. De opnames worden door de medewerkers van de handhavingscel van IMOG op retroactieve wijze bekeken binnen de doelstelling zoals bepaald in artikel 3.1. van deze overeenkomst.
IMOG voorziet daarbij eveneens de nodige maatregelen t.a.v haar betrokken personeelsleden ter vrijwaring van de vertrouwelijke behandeling van de camerabeelden. Voor de personeelsleden die in aanraking komen met de vertrouwelijke gegevens afkomstig van deze camera of de beelden ervan (hetzij dragers van informatie en persoonsgegevens), geldt het verbod zelf inzage te nemen van deze gegevens, deze gegevens te bewaren, te kopiëren of deze aan derden te bezorgen, behalve binnen de gestelde doeleinden en in toepassing van de procedure zoals bepaald in artikel 4.4. van deze overeenkomst . Bij overtreding kunnen sancties worden opgelegd.
4.4. Identificatie van overtreders en doorgifte van de gegevens met het oog op sanctionering
- In geval op basis van de camerabeelden inbreuken kunnen vastgesteld worden op de APV en de overtreders onmiddellijk kunnen worden geïdentificeerd of er is een nummerplaat zichtbaar op de beelden, dan kunnen de medewerkers van de handhavingscel van IMOG in hun hoedanigheid van GAS-vaststeller een bestuurlijk verslag (overeenkomstig het model als bijlage bij de omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties) opmaken. Bij een vaststelling van sluikstorten met persoonsgegevens, gevonden in het achtergelaten afval, wordt het aangetroffen materiaal gelabeld en de referentie ervan wordt gevoegd aan het bestuurlijk verslag.
Doorgifte van informatie en persoonsgegevens:
De politie is op geen enkele wijze partij in deze procedure en raadpleegt op geen enkele wijze informatie en/of persoonsgegevens ten behoeve van IMOG of ten behoeve van de vaststellende of sanctionerende ambtenaren.
- In geval de overtreders niet onmiddellijk geïdentificeerd kunnen worden door de GAS-vaststellers, is het voor hen niet mogelijk een bestuurlijk verslag op te stellen. De politie kan door de GAS-vaststellers niet gevraagd worden om aanvullende onderzoeksdaden te stellen, zoals het raadplegen van de databanken ter beschikking van de politie.
Doorgifte van informatie en persoonsgegevens: in geval dat een persoon herkenbaar in beeld werd gebracht, maar de GAS-ambtenaren zelf geen identificatie kunnen uitvoeren, melden zij dit aan IMOG, die op haar beurt beslist of zij aangifte wil doen aan de politie met het oog op verdere vervolging. In voorkomend geval, zal IMOG zelf deze aangifte doen (en dus niet de GAS-vaststellers), overeenkomstig de vigerende bepalingen van de Camerawet en via de meest beveiligde weg. De partijen maken hieromtrent de volgende onderlinge afspraken:
De politie handelt dit verder af overeenkomstig de geijkte weg waarbij er geen informatie en persoonsgegevens zullen worden doorgegeven aan IMOG of de vaststellende ambtenaren.
- Ingeval op de beelden aanwijzingen van misdrijven, andere dan vermelde inbreuken op het APV, worden de beelden onmiddellijk overgemaakt aan de politie voor verder opvolging door de politiediensten.
In bijlage schema ter verduidelijking van artikel 4.4.
Deze overeenkomst wijzigt en vervangt de voorgaande overeenkomst “databeheer voor tijdelijk vaste camera’s”.
Opgemaakt in evenveel exemplaren als partijen, op 10 oktober 2023;
Voor akkoord,
Voor de politiezone MIRA
|
Korpschef,
|
Voorzitter,
|
Voor IMOG
|
Voorzitter IMOG Dhr. Rik Soens
|
Algemeen directeur Dhr. Johan Bonnier
|
Voor de gemeente Anzegem |
De burgemeester Dhr. Gino Devogelaere
|
Algemeen directeur Mevr. Sonja Nuyttens
|
Bijlage 1 – schema ter verduidelijking van de procedure (zie bijlage)
Art.2: machtiging te verlenen aan de burgemeester en de algemeen directeur om deze overeenkomst te ondertekenen.
De deputatie van West-Vlaanderen besliste om voor het gebied Zuid-West-Vlaanderen middelen uit te trekken om plattelandsontwikkeling van onderuit te stimuleren (naar analogie met LEADER, een Europees, Vlaams en provinciaal subsidieprogramma voor regionale plattelandsontwikkeling). De middelen kunnen ingezet worden op grondgebied van gemeenten:
- Met meer dan 70% van het grondgebied op deelgemeenteniveau als open ruimte
- Met meer dan 50% van het grondgebied op deelgemeenteniveau als landbouwgebied
- Met minder dan 450 inwoners per km2 op deelgemeenteniveau
- Die geen centrumstad zijn
- Die geen deel uitmaken van een officieel LEADER-gebied.
Anzegem, Ingooigem, Kaster, Tiegem en Gijzelbrechtegem behoren tot deze scope. Om dit ook in Zuid-West-Vlaanderen van onderuit mee vorm te geven, wordt een regionale stuurgroep opgericht, waarin elke betrokken gemeente een vertegenwoordiger afvaardigt. De opstart van deze stuurgroep is voorzien eind oktober 2023. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd een effectief vertegenwoordiger en plaatsvervanger aan te duiden voor deze regionale stuurgroep.
De uitgebreide procesnota die als startnota kan fungeren kan gelezen worden in bijlage.
Decreet Lokaal Bestuur
Art.1: deel te nemen aan de regionale stuurgroep plattelandsontwikkeling Zuid-West-Vlaanderen.
Art.2: Gino Devogelaere, burgemeester, wonende Klijtstraat 2 - 8570 Anzegem, aan te duiden als effectief afgevaardigde voor deze stuurgroep en dit voor de resterende duur van de legislatuur 2019-2024.
Art.3: Petra Devos, gemeenteraadslid, wonende Sint-Antoniusstraat 98 - 8570 Anzegem, aan te duiden als plaatsvervangend afgevaardigde voor deze stuurgroep en dit voor de resterende duur van de legislatuur 2019-2024.
Het nieuwe Rechtspositiebesluit werd op 8 maart 2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het treedt bijgevolg in werking op 18 maart 2023. Dit nieuwe kaderbesluit geeft aan lokale besturen meer vrijheid op het vlak van de regels inzake werving en selectie, salarissen, toelagen en vergoedingen.
Het lokaal bestuur is niet verplicht om de bestaande rechtspositieregeling aan te passen. Er is namelijk geen verplichte timing vastgelegd. De lokale besturen kunnen dus de bestaande rechtspositieregeling op jouw eigen tempo aanpassen en kiezen wanneer/of welk deel wordt aanpast.
Om meer kandidaten te kunnen aantrekken bij toekomstige aanwervingen, is het aangewezen de beperkingen inzake diplomavoorwaarden zoveel mogelijk weg te laten. Kennis en kunde worden getest in het examen.
Daarom het voorstel de specifieke bepalingen van diploma weg te halen, behalve bij:
- maatschappelijk werker en boekhouder gezien dit beschermde beroepen zijn. Coördinator Sociale Dienst ook laten staan gezien daar zelfde vereisten van maatschappelijk werker opgenomen zijn. De diplomavoorwaarden voor de coördinator Sociale Dienst, gelijk aan deze van maatschappelijk werker, worden ook behouden gezien deze persoon ook sociale dossier behandelt.
- Bij de Buitenschoolse Kinderopvang (bediende en coördinator BKO) worden ook de specificaties behouden gezien het BOA-decreet tegen 2025 verder zal vereisten opleggen in kader van kwaliteit en diploma’s.
- Voor de decretale graden worden nog geen aanpassingen gedaan tot wanneer de situatie zich zal voordoen
- Clusterhoofd Infrastructuur behoudt de diplomavoorwaarde wegens de specificiteit van het werk
- Elektricien BA5- hoofdtechnieker culturele infrastructuur behoudt de diplomavoorwaarde wegens de specificiteit van het werk
Positief advies door het MAT op 28 september 2023.
Positief advies op het vakbondsoverleg op 6 oktober 2023.
Decreet lokaal bestuur en het bestuursdecreet, in het bijzonder de wijziging van 18 november 2022
wijziging artikel 31 Arbeidsovereenkomstenwet
artikel 30bis, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Raadsbesluit van 12 april 2022 inzake tweede pensioenpijler: goedkeuring a) toetreding tot OFP Prolocus en aanstelling effectief en plaatsvervangend afgevaardigde namens het bestuur in de algemene vergadering b) kaderreglement en vervangen bijlage 10 in de rechtspositieregeling c) het toezeggingspercentage van 3% d) toetreding tot een 'MIPS-groep' en e) inning van de bijdragen via de RSZ.
Raadsdbesluit van 8 november 2022 inzake Personeelsformatie: goedkeuring aanpassing
het organogram voor het personeel zoals vastgesteld door de raad op 2 december 2008 en latere wijzigingen;
Raadsbesluit van 16 augustus 2023 inzake wijziging rechtspositiebesluit
Art. 1: De wijzigingen aan de rechtspositieregeling bijlage 1 goed te keuren met directe ingang.
Art.2: Deze beslissing wordt ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid, conform de bepalingen vervat in het decreet lokaal bestuur.
De wetgeving is voortdurend in beweging. Daarom behoeft ook het arbeidsreglement regelmatig aanpassingen.
- Tijdsregistratie – bijlage 27
- Aanpassing glijtijd voor werkleider van 7u30 naar 7u00 als starttijd
- Toevoeging ploegbaas Groendienst aan de glijtijdregeling van 7u00 tot 19u00
- Toevoeging van buschauffeurs en coördinator busvervoer (glijtijd + aantal balansuren)
- Toevoeging functie ‘specialist logistieke ondersteuning’ aan de glijtijdregeling
- Maaltijden voor personeel – bijlage 30
Wegens de stijgende kostprijs van de maaltijden, worden deze deels doorgerekend:
- Fietspolicy fietslease – bijlage 31
Het bestuur besliste vorig jaar in te zetten op fietslease. Er werd een bijlage toegevoegd aan het arbeidsreglement. De softwareleverancier liet weten dat zij hun systemen hebben aangepast en simulaties pas mogelijk zijn vanaf de maand oktober van ieder jaar. Bijgevolg dient de bijlage zodanig aangepast te worden.
Art. 4.1 - Aangaan van een engagement
Je kan het plan op vrijwillige basis onderschrijven. Het moment van instap in het plan is telkens op 1 januari2. Vanaf 1 september oktober is het personeelslid steeds in de mogelijkheid om simulaties te maken. Uiterlijk op 12 december van het voorafgaande jaar, bv 12 december 2022 voor instap in het plan op 1 januari 2023, moeten de fietspolicy en het voorstel tot akkoord door het personeelslid en het lokaal bestuur Anzegem ondertekend zijn.
Gunstig advies in het MAT van 28 september 2023 en het vakbondsoverleg van 6 oktober 2023.
Decreet lokaal bestuur
Wet van instelling van de arbeidsreglementen van 8 april 1965 en latere wijzigingen
Arbeidswet van 16 maart 1971 en latere wijzigingen
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en de bijhorende uitvoeringsbesluiten
Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en latere wijzigingen
Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en latere wijzigingen
Programmawet van 22 december 1989
Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en latere wijzigingen
Wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, ook "arbeidstijdswet" genoemd en latere wijzigingen
Koninklijk besluit van 18 juni 1990 tot vaststelling van de afwijkingen van de minimumgrens van de duur van de prestaties der werknemers en latere wijzigingen
Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 (BVR) houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk werk, en latere wijzigingen
besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies.
Raadsbesluit van 10 mei 2022 inzake Rechtspositieregeling en bijlagen: goedkeuring aanpassingen.
Raadsbesluit van 8 november 2022 inzake Arbeidsreglement en bijlagen: goedkeuring aanpassingen en toevoegingen
Art.1: Bijlage 31 van het arbeidsreglement wordt aangepast met onmiddellijke ingang. De aanpassingen aan bijlagen 27 en 30 van het arbeidsreglement gaan in vanaf 1 januari 2024.
Art.2: Deze beslissing wordt ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid, conform de bepalingen vervat in het decreet lokaal bestuur.
Art.3: een gecoördineerd document wordt overgemaakt aan de Sociale Inspectie voor verder gevolg en via het intranet Marta ter beschikking gesteld van de medewerkers.
Voor het woningbouwproject op de hoek Waregemstraat-Oudenaardestraat wordt voorgesteld een grondruil te doen. De te ruilen oppervlaktes zijn ongeveer 25 m2 groot.
Voor de gemeente heeft de ruil als voordeel dat het perceel een betere vorm krijgt en dat er zo 6 parkeerplaatsen kunnen voorzien worden. De projectontwikkelaar krijgt op die manier ook een perceelsvorm die beter geschikt is om de woningen in te planten.
Op het plan in bijlage is
Rood gekleurd = momenteel eigendom van gemeente Anzegem => toekomstige eigendom van de projectontwikkelaar
Blauw gekleurd = heden eigendom van projectontwikkelaar => toekomstige eigendom van gemeente Anzegem.
Voorstel om alle kosten (opmeting, notaris,...) ten laste te leggen van de projectontwikkelaar.
Art.1: principieel akkoord te gaan met een grondruil voor het woningbouwproject op de hoek Waregemstraat-Oudenaardestraat. Alle kosten die gepaard gaan met de ruil (opmeting, notariskosten,...) zijn ten laste van de projectontwikkelaar.
Er werd een private verkaveling gerealiseerd in de Vichtsesteenweg (Houtzagerijstraat) door Groep Huyzentruyt, Wagenaarsstraat 33, 8791 Waregem.
De weg- en rioleringswerken voor de verkaveling Vichtesteenweg (Houtzagerijstraat) werden definitief opgeleverd en kunnen overgedragen worden naar het gemeentelijk openbaar domein.
Er werd een akte van kosteloze overdracht, opgemaakt door de notariskantoor 'Notarissen Deerlijk - Saey - Taelman - Degandt- Messine, voor overdracht van een perceel grond met openbare wegenis, speelzone voor kinderen, waterbuffer en infiltratie, gelegen Vichtsesteenweg, gekend volgens titel, sectie F, deel van nummer 361K P0000, en volgens recent uittreksel uit de kadastrale legger, sectie F, nummer 361B2 P0000, met een oppervlakte van zeventien are drieëndertig centiare (17a33ca).
De overdracht van de rioleringsinfrastructuur naar De Watergroep werd in dezelfde akte opgenomen.
Er werd een opmetingsplan opgemaakt door Christian Schepers, landmeter-expert te Destelbergen op 25 april 2022, waabij de gele kleur op het opmetingsplan de overdracht betreft naar de gemeente Anzegem en de dubbel gearceerde blauwe kleur op het opmetingsplan de overdracht betreft aan de Watergroep, zijnde ondergrondse inneming.
De overdracht naar de gemeente Anzegem kan geschieden om reden van openbaar nut, en meer in het bijzonder voor de opname in het gemeentelijk openbaar domein.
Alle kosten, rechten en erelonen van de akte vallen ten laste van de overdragers.
• Het Decreet Lokaal Bestuur, meerbepaald de artikels, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
• Het Decreet Lokaal Bestuur, meerbepaald de regels betreffende het bestuurlijk toezicht.
De beslissing van de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2018 tot goedkeuring van het tracé van de wegenis en ontwerp voor de verkaveling Vichtsesteenweg.
Art.1: de akte van kosteloze overdracht wegenis, speelzone, waterbuffer en infiltratie voor de verkaveling Vichtsesteenweg (Houtzagerijstraat), opgemaakt door de notariskantoor 'Notarissen Deerlijk - Saey - Taelman - Degandt- Messine, goed te keuren.
Art.2: De overdracht geschiedt om reden van openbaar nut, en meer in het bijzonder de opname in het gemeentelijk openbaar domein.
Art.3: Kennis te geven van dit besluit aan de toezichthoudende overheid volgens de regels vervat in het Decreet Lokaal Bestuur houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het algemeen toezicht op de gemeenten.
Gemeenten Anzegem plant op 25 november 2023 een nieuw bos aan op de westelijke zone van het Ecologisch Park Vichte.
Dit bos heeft nog geen naam.
Een naam voor dit bos draagt bij tot de profilering en uitstraling van deze plaats.
Anzegem wenst hiervoor de hulp van de inwoners in te roepen en schrijft een wedstrijd uit.
Decreet Lokaal Bestuur
Art. 1. een wedstrijd te organiseren voor het toekennen van een passende naam aan het bos dat geplant zal worden op de westelijke zone van het ecologisch park Vichte.
Art. 2: onderstaand wedstrijdreglement goed te keuren:
Reglement wedstrijd ‘bos zoekt naam’
Artikel 1: Algemeen
De wedstrijd ‘bos zoekt naam’ is toegankelijk voor iedereen (dus ook voor niet-inwoners), behalve voor leden van het college van burgemeester en schepenen. De wedstrijd loopt van 1 november t.e.m. 31 december 2023. Er wordt geen leeftijdsbeperking opgelegd. Wie deelneemt aan deze wedstrijd aanvaardt het reglement en elke mogelijke beslissing van de jury.
Artikel 2: Organisatie
Toezicht op het regelmatig verloop van de wedstrijd, op de strikte toepassing van het reglement, op het aanwijzen van de winnaar, het toewijzen van de prijs en het verzenden of overhandigen ervan wordt uitgeoefend door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Anzegem, tegen wiens beslissing geen verhaal bestaat.
Artikel 3: Deelnemen
Wie wil deelnemen aan de wedstrijd kan dit op de volgende manieren doen:
- via het webformulier www.anzegem.be/boszoektnaam
- het voorstel opsturen naar ‘Gemeente Anzegem, ‘bos zoekt naam’, De Vierschaar 1, 8570 Anzegem
Alle voorstellen worden bijgehouden door de Communicatiedienst. Deze dienst waarborgt ook de anonimiteit van de indiener. Dus alleen de Communicatiedienst kent de identiteit van de indiener.
Alle voorstellen worden door de dienst verzameld en vervolgens gegroepeerd in één document en dit zonder verwijzing naar de identiteit van de indiener. Pas wanneer de jury een winnaar heeft aangeduid, maakt de Communicatiedienst de identiteit van de winnaar bekend.
Door deel te nemen staat men alle rechten op de naam af aan de organisator.
Artikel 4: Verantwoordelijkheid
De organisator draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor verlies of beschadiging van documenten die geen of een laattijdige deelname tot gevolg zouden hebben.
Artikel 5 : Verloop van de wedstrijd
Enkel de voorstellen die het gemeentebestuur ten laatste op 31 december 2023 om 23u59 bereiken komen in aanmerking. Voor voorstellen die per brief worden opgestuurd, geldt de poststempel of de datumstempel (registratie op het gemeentehuis) als bewijs.
De Communicatiedienst houdt alle voorstellen bij en groepeert ze in één document (zonder de identiteit van de indiener prijs te geven) en roept daarna de jury samen. Het college van burgemeester en schepenen zal een onafhankelijke en deskundige jury samenstellen onder voorzitterschap van schepen Davy Demets.
Het gemeentebestuur schenkt aan de winnaar een Anzegembon t.w.v. € 50. Indien de winnende naam voorgesteld werd door meerdere deelnemers, zal een onschuldige hand de eindwinnaar trekken.
De jury behoudt zich het recht om geen winnaar aan te duiden als er geen geschikt voorstel wordt ingediend.
Artikel 6: Geschillen
Door aan deze wedstrijd deel te nemen aanvaardt de deelnemer alle punten van het reglement, evenals elke beslissing die de organisator zou moeten treffen. Deelnemers gaan akkoord dat zij als winnaar met naam en woonplaats (eventueel ook met foto) op de website of Aktiv verschijnen. Elke poging tot fraude wordt bestraft met onmiddellijke uitsluiting van de deelnemer. Niet voorziene gevallen worden behandeld door de organisator. Elke uitspraak is bindend.
Art. 3: Dit reglement wordt bekendgemaakt door publicatie op de gemeentelijke website en een vermelding in het infoblad Aktiv.
Art. 4: Kennis te geven van dit besluit aan de toezichthoudende overheid volgens de regels vervat in het decreet Lokaal Bestuur.
Op 13 september 2023 werd door het Centraal Kerkbestuur via het digitaal platform 'Religiopoint' op een gecoördineerde wijze de budgetten 2024 van 6 Anzegemse kerkfabrieken (uitzondering Sint-Stefanus waar nog enkele wijzigingen dienden doorgevoerd te worden) aan het gemeentebestuur overgemaakt. Deze waren allen voorzien van een gunstig advies vanuit het Bisdom Brugge dd 5 september 2023.
De cijfers voor wat betreft de budgetten 2024 en de hierbij gevraagde gemeentelijke toelage (exploitatie) zijn de volgende:
2024 | MJP 2020-2025 exploitatie |
Budget 2024 gemeentelijke exploitatietoelage |
MJP 2020-2025 investering |
Budget 2024 voorzien investeringen (geen gemeentelijke toelage) |
Sint-Jan-Baptist en Sint-Eligius | 56.690,83 euro | 9.128,40 euro | 0 | 5.000,00 euro |
Sint-Petrus | 16.048,31 euro | 12.953,81 euro | 0 | 0 |
Sint-Antonius Abt | 17.209,77 euro | 6.362,11 euro | 0 | 0 |
Sint-Arnoldus | 37.335,00 euro | 12.645,51 euro | 0 | 0 |
Sint-Mattheus | 15.795,00 euro | 1.260,75 euro | 0 | 0 |
Sint-Theresia van het Kind Jezus | 20.609,52 euro | 3.871,25 euro | 0 | 0 |
163.688,43 euro | 46.221,83 euro |
De gevraagde gemeentelijke bijdragen in de exploitatie van de budgetten 2024 passen allen in de goedgekeurde meerjarenplannen 2020-2025 (GR 8 oktober 2019). De gevraagde gemeentelijke exploitatietoelage voldoet aan de afspraken opgenomen in de afsprakennota CKB/CBS (GR 12 september 2023).
De budgetten 2024 van de kerkfabrieken werden besproken tijdens het overleg Centraal Kerkbestuur - College van Burgemeester en Schepenen van 20 juni 2023. Het grote verschil tussen de gevraagde toelage in de meerjarenplannen van de kerkfabrieken en het uiteindelijk budget 2024 kan verklaard worden door de budgettaire overschotten van verschillende kerkfabrieken uit 2022 die verwerkt werden in hun budget 2024 en de vermindering van het aantal eucharistievieringen (oa ten gevolge de herstructurering naar 2 parochiekerken en 5 buurtkerken) met consequenties voor inkomsten en uitgaven. Tot slot voelen de kerkfabrieken de gestegen prijzen ten gevolge de inflatie met gevolgen voor hun budgetten (gestegen kosten brandverzekering, onderhoud gebouw, aankoop stookolie, vrijwilligersvergoedingen...)
Er worden geen investeringsbudgetten gevraagd in de budgetten 2024 omdat, in toepassing van de afsprakennota, investeringswerken aan de kerkgebouwen worden opgenomen in de gemeentelijke budgetten. Het voorziene investeringsbudget van 5.000 euro voor kerkfabriek Sint-Jan wordt door hen gefinancierd vanuit eigen middelen (verzekeringsgelden kerk) en dient voor de renovatie van de pastorij (tuin). Er wordt de aandacht op gevestigd dat voor deze renovatie ook de wetgeving overheidsopdrachten zal moeten toegepast worden.
Er werd in het meerjarenplan van de gemeente 300.000 euro voorzien deze legislatuur voor investeringswerken. Verdeling van deze middelen en prioritering dient te gebeuren in overleg, binnen het CKB en met de gemeente.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, aangepast door het decreet van 6 juli 2012;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende de vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de erediensten en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
De ministeriële omzendbrief van 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 8 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de meerjarenplannen 2020-2025 van de diverse kerkfabrieken;
Het gemeenteraadsbesluit van 8 oktober 2019, aangepast door het gemeenteraadsbesluit van 14 juli 2020 en 12 september 2023 betreffende de goedkeuring van de afsprakennota College Burgmeester en Schepenen - Centraal Kerkbestuur.
Art.1: akte te nemen van de budgetten 2024 van volgende kerkfabrieken:
Voor de gemeentelijke bijdragen worden hierin voorzien:
2024 | Budget 2024 exploitatietoelage |
Budget 2024 investeringstoelage |
Sint-Jan-Baptist en Sint-Eligius | 9.128,40 euro | 0 |
Sint-Petrus | 12.953,81 euro | 0 |
Sint-Antonius Abt | 6.362,11 euro | 0 |
Sint-Arnoldus | 12.645,51 euro | 0 |
Sint-Mattheus | 1.260,75 euro | 0 |
Sint-Theresia van het Kind Jezus | 3.871,25 euro | 0 |
46.221,83 euro |
0 euro |
Art.2: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de verschillende kerkfabrieken en het erkend representatief orgaan;
Art.3: De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit reglement op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Op 19 september 2023 werd via het digitaal platform 'Religiopoint' een budgetwijziging 2023 overgemaakt van kerkfabriek Sint-Arnoldus aan het gemeentebestuur.
Deze budgetwijziging is voorzien van een gunstig advies vanuit het Bisdom Brugge dd 9 augustus 2023.
De gevraagde budgetwijziging heeft betrekking op een tekort in het exploitatiebudget van de kerkfabriek omwille van volgende redenen:
Omwille van deze redenen dient 4500 euro meer voorzien te worden op de budgetpost 'onderhoud hoofdgebouw eredienst', 460 euro wordt extra voorzien op de budgetpost 'verzekeringen hoofdgebouw erediensten', 290 euro extra voor uitgaven administratie (bankkosten, kantoorbenodigdheden en documentatie) en 20 euro extra op de budgetpost 'nutsvoorzieningen'. Tot slot wordt 3 euro extra voorzien voor miswijn.
Deze budgettaire aanpassingen (verhogingen) hebben tot gevolg dat een bijkomende gemeentelijke (exploitatie)toelage 2023 wordt gevraagd ten bedrage van 5.273,00 euro, waardoor de totale gemeentelijke toelage voor 2023 op 19.858,65 euro komt, daar waar in het initieel budget 2023 14.585,65 euro werd voorzien. Deze aan te passen gemeentelijke exploitatietoelage ligt lager dan de toelage voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 (GR 8 oktober 2019) waardoor de gemeenteraad akte kan nemen van deze budgetwijziging.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, aangepast door het decreet van 6 juli 2012;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende de vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de erediensten en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst;
De ministeriële omzendbrief van 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Het gemeenteraadsbesluit van 8 oktober 2019 betreffende de goedkeuring van de meerjarenplannen 2020-2025 van de diverse kerkfabrieken;
Het gemeenteraadsbesluit van 14 september 2021 betreffende de aktename van de budgetten 2022 van de kerkfabrieken.
Art.1: akte te nemen van van de budgetwijzing 2023 van de kerkfabriek Sint-Arnoldus waarbij ten gevolge van een aantal factoren een tekort is ontstaan in het exploitatiebudget van de kerkfabriek waardoor een bijkomende gemeentelijke toelage wordt gevraagd van 5.273,00 euro. De totale gemeentelijke exploitatietoelage voor wat betreft 2023 komt 19.858,65 euro te bedragen. Deze totale toelage past echter nog binnen de contouren van het meerjarenplan 2020-2025 van kerkfabriek Sint-Arnoldus.
Art.2: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de verschillende kerkfabrieken en het erkend representatief orgaan;
Art.3: De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit reglement op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De voorbije 2 jaar werd gewerkt binnen het PDPO-project 'bomen plannen/beheren/planten’ (kortweg Bomenplan), dit was een samenwerking tussen de provincie/regionaal landschap en enkele gemeenten waaronder gemeente Anzegem, gedurende het ganse traject gebeurde dat in samenspraak met de cluster Gemeentelijke Infrastructuur die instaat voor de aanleg en het beheer van het openbaar groen.
Het bomenplan omvat een inventaris, analyse en beheermaatregelen van individuele bomen in beheer van de gemeente, hoofdzakelijk langs straten en pleinen, niet in bosverband.
Binnen dit PDPO-project werd ook een aanplant gerealiseerd op gemeentelijk terrein en werden 2 publiekscampagnes georganiseerd (klimaatbomen voor burgers, en schaduwbomen voor landbouwers).
De provincie en het regionaal landschap stellen voor een goede opvolging en vervolg van dit project een samenwerkingsovereenkomst voor (abonnement bomenplan) met kostendeling.
Budget ACT_2.5.4 Bomenplan
De beslissing van de gemeenteraad van 14 september 2021 betreffende de goedkeuring van de overeenkomst voor het PDPO-project gemeentelijk bomenplan.
De beslissing van het college van 6 september 2023 betreffende de afronding van het PDPO-project 'bomen plannen/beheren/planten’ en de principiële goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst in kader van de opvolging van het Bomenplan Anzegem.
Art.1: de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren met de provincie en het regionaal landschap om het gemeentelijk bomenplan verder te ondersteunen en op te volgen, als volgt:
Samenwerkingsovereenkomst in kader van de opvolging van het Bomenplan Anzegem.
tussen de partijen
Het provinciebestuur West-Vlaanderen, waarvoor optreden de heer Jurgen Vanlerberghe, gedeputeerde voor Milieu, Natuur en Landschappen en de heer Peter Norro, directeur, hierna genoemd ‘de provincie’.
en
De vzw Regionaal Landschap Leie en Schelde, waarvoor optreden de heer Jurgen Vanlerberghe, voorzitter en de heer Stijn Vandamme, algemeen coördinator, hierna genoemd ‘RLLS’
en
Het gemeentebestuur van Anzegem, vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreedt de heer Koen Tack, voorzitter en mevrouw Sonja Nuyttens, algemeen directeur, hierna genoemd ‘de gemeente Anzegem’.
wordt overeengekomen hetgeen volgt:
Artikel 1 Algemeen
§1 historiek
Gedurende de jaren ’21-’23 liep een PDPO project onder de titel ‘bomen plannen/beheren/planten’. Het project betekende een samenwerking tussen een aantal West-Vlaamse gemeenten en de provincie, waarbij de volgende output werd gegenereerd m.b.t. het gemeentelijke bomenpatrimonium:
- Een inventarisatie van het actuele publieke bomenbestand;
- Een analyse van het actuele bomenbestand op een aantal parameters;
- De identificatie van alle noodzakelijke dringende ingrepen aan het actuele publieke bomenbestand;
- De identificatie van een aantal mogelijke ‘korte termijn projecten’ binnen het actuele publieke bomenbestand;
- De opmaak van een beheerplan voor het actuele publieke bomenbestand;
- De opmaak van een ‘kansenkaart’ voor nieuwe beplantingen;
- De organisatie van een concreet beplantingsproject op openbaar domein;
- De organisatie van een campagne ‘klimaatboom zoekt tuin’;
- De organisatie van een campagne ‘airkoe’.
§ 2 voorwerp/kader van de overeenkomst
Deze overeenkomst geeft invulling aan de opvolging van het Bomenplan van Anzegem.
Deze overeenkomst betekent een feitelijke samenwerking tussen de provincie, het RLLS en de gemeente, waarbij volgende output het opzet is :
§3 duur van de overeenkomst
Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2023 en eindigt op 31 december 2025. Deze overeenkomst treedt retroactief in werking omwille van de reeds opgestarte opmaak van het bomenplan/de kansenkaart en de eruit voortvloeiende publieksacties die de plantseizoenen volgen.
Deze samenwerkingsovereenkomst is telkens verlengbaar voor de duur van zes jaar. De verlenging van de samenwerkingsovereenkomst wordt door de partijen telkens uitdrukkelijk en schriftelijk bevestigd door de daartoe bevoegde organen.
Artikel 2 Engagementen van de provincie
De provincie West-Vlaanderen engageert zich tot het financieren van:
Hiervoor wordt een aparte samenwerkingsovereenkomst opgemaakt tussen het RLLS en de provincie.
Artikel 3: Engagementen van RLLS
Het RLLS engageert zich tot:
Artikel 4 Engagementen van de gemeente
De gemeente engageert zich tot:
Artikel 5 Communicatieve engagementen van de provincie, RLLS en de gemeente
De provincie, het RLLS en de gemeente communiceren allen over het bomenplan als zijnde een samenwerking tussen de gemeente, RLLS en de provincie. De logo’s van de drie partners worden altijd samen vermeld.
De participatie van de gemeente Anzegem in de opdrachthoudende vereniging IMOG.
De beheersoverdracht cfr art. 4 van de statuten van IMOG.
Het Lokaal Materialenplan UHAGBA 2023-2030, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 26 mei 2023.
De toelichting door IMOG op meerdere fora en in de raad van bestuur.
Toelichting Ontwerp lokaal materialenplan aan:
RvB 19 oktober 2021 met kennisname van het ontwerp Lokaal Materialenplan.
RvB 17 mei 2022: Opmaak en goedkeuring van het voorstel tot 3 sporenbeleid bij implementatie van het ontwerp materialenplan UHAGBA 2023-2030 in Imog-regio met 11 vragen aan gemeenten.
RvB 19 juli 2022: reactie Imog op het ontwerp Lokaal Materialenplan tijdens openbaar onderzoek dat liep van 1 juni 2022 tot 31 juli 2022.
RvB 17 januari 2023: kennisname van de antwoorden van 3 van onze vennoten.
Besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2023 betreffende ontwerp van Lokaal Materialenplan: uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.
RvB 20 juni 2023: kennisname goedkeuring Lokaal Materialenplan 2023-2030 – met voorstellen uitgeschreven in 11 vragen aan de vennoten.
Schrijven van Imog van 21 juni 2023, met verzoek tot antwoord op de 11 beleidskeuzes.
Toelichting Imog-implementatieplan aan de milieuambtenaren van de Imog-regio op 28 juni 2023.
Bezoek aan college van Anzegem dd. 12 juli 2023 met uitvoerige toelichting over het LMP UHAGBA 2023-2030 en het Imog-implementatieplan.
Schrijven van de Ovam van 17 juli 2023 betreffende de verplichte inzameling van bioafval vanaf 2024.
RvB 18 juli 2023: principiële goedkeuring van het ontwerpimplementatieplan Lokaal Materialenplan UHAGBA 2023-2030.
Schrijven van Imog van 31 juli 2023 met principieel goedgekeurd implementatieplan.
8 augustus 2023: eerste overleg tussen IMOG en de OVAM om meer duidelijkheid te krijgen over de bijzondere vraagstellingen uit de Imog-regio ten aanzien van het Lokaal materialenplan UHAGBA 2023-2030.
1 september 2023: 2de overleg tussen IMOG en de OVAM met antwoorden op onze vraagstelling.
8 september 2023: visitatie van de de OVAM voor alle IMOG-gemeenten.
RvB Imog 13 september: bespreking Imog-implementatieplan 2023-2030.
RvB Imog 19 september: goedkeuring Imog-implementatieplan 2023-2030.
De opmaak van een implementatieplan door IMOG voor de uitrol van het Lokaal Materialenplan UHAGBA 2023-2030.
Onderwerp | Uniform intergemeentelijk implementatieplan |
1. Restafval doelstellingen | Intergemeentelijke restafvalcijfer met uniform beleid |
2. Bijkomende inzameling organisch afval | GF(t)/Keukenafval en tuinafval via TAB afzonderlijk inzamelen ( t ) kleine hoeveelheden tuinafval (vb bloemen, terrasplanten, …) |
3. Inzamelscenario | Duo inzameling
Huis-à-huisinzameling (abonnement: nu reeds 23.000 gezinnen)
|
4. Bedrijfsafval | Vergelijkbaar en gelijkaardig bedrijfsafval inzamelen tijdens de huishoudelijk restafvalinzameling met aparte registratie en of aparte bedrijfsafvalstoffenronde (zoals in Kortrijk) en tegen aanrekenen van volledige inzamel- en verwerkingskosten aan het bedrijf |
5. Inzamelfrequentie | Tweewekelijks, alternerend tussen Restafval/ GF(t)/keukenafval en PMD/P&K met mogelijkheid tot een wekelijkse inzameling tijdens de zomermaanden en ook wekelijks in verstedelijkte centrumwijken van centrumsteden |
6. Recipiënten |
|
7. Retributies te indexeren | Restafval in zak: 2,34 € per restafvalzak van 50 l * En/of Restafval in emmers of rolcontainers: * Volume Vaste kost* * Aanbiedingskost Prijs/kg 2023 40 L € 2 /maand € 0,15 /aanbieding € 0,32 /kg 120 L € 2 /maand € 0,30 /aanbieding € 0,32 /kg 180 L € 2 /maand € 0,60 /aanbieding € 0,32 /kg
GF(t)/keukenafval: 1,17 € per aanbieding van 30 l emmer*
PMD-zak 100 l: 0,25 €/zak Retributies RA en GF(t) op basis van retributie 01/01/23 in Kruisem. * Deze retributies worden automatisch geïndexeerd in 2025 zoals voorzien in Kruisem * *enkel voor die gemeenten die via de diftarfactuur de forfaitaire belasting innen (1/1) |
De raad van bestuur van IMOG heeft in vergadering van 19 september met eenparigheid van stemmen dit implementatieplan goedgekeurd.
De vraag van IMOG aan haar gemeenten-vennoten om deze 7 onderwerpen van het implementatieplan ter goedkeuring voor te leggen in het eerstvolgende bevoegde beslissingsorgaan van de stad/gemeente en deze beslissing te bezorgen aan IMOG tegen ten laatste 27 oktober 2023.
De retributies dienen deel dienen uit te maken van dit implementatieplan.
Enkel met de notulen van deze beslissing en op basis van de beheersoverdracht van de gemeente aan IMOG kan tegen 01/11/2023 een afwijkingsdossier worden ingediend door IMOG.
Het beslissen van retributies is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het uitblijven van een beslissing van de vennoten kan leiden tot het doorrekenen van dubbele milieuheffing door de OVAM vanaf 01/01/2024, op het verbranden van restafval zoals opgenomen in de voorwaarden van Lokaal Materialenplan, Vlarema 9 en het decreet milieuheffingen.
Dit implementatieplan dient uiterlijk op 01/01/2026 te worden uitgerold, in overeenstemming met alle vennoten van de intercommunale IMOG.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 juli 2023.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 september 2023.
Art. 1: De gemeente verbindt er zich toe op basis van de beheersoverdracht aan IMOG en door middel van een uniform intergemeentelijk afval- en materialenbeleid, alle nodige middelen in te zetten om te kunnen voldoen aan de doelstellingen van het Lokaal Materialenplan UHAGBA 2023-2030.
Art. 2: Goedkeuring wordt verleend aan het IMOG-implementatieplan voor de uitrol van het Lokaal Materialenplan UHAGBA 2023-2030 waarbij wordt gekozen voor een uniform afval- en materialenbeleid met de 11 vennoten van de IMOG-regio en met intergemeentelijke restafvaldoelstellingen.
Art. 3: Er wordt gekozen voor de inzameling van een bijkomende afvalstroom GF(t)/keukenafval waarbij (t) staat voor kleine hoeveelheden tuinafval van bloemen, terrassen, balkons, … en waar de T-fractie (grote hoeveelheden tuinafval) afzonderlijk wordt ingezameld via de recyclageparken en via de bestaande Tuinafvalbakkenservice van IMOG wanneer deze stroom niet thuis wordt gecomposteerd.
Art. 4: Als inzamelscenario wordt gekozen voor de:
- Duo-inzameling huis-à-huis van
- Mono-inzameling van Tuinafval via de bestaande tuinafvalbakkenservice van IMOG
Art. 5: Het vergelijkbaar en gelijkaardig bedrijfsafval wordt opgehaald tijdens de huishoudelijk restafvalinzameling met aparte registratie en/of aparte bedrijfsafvalstoffenronde en tegen aanrekenen van volledige inzamel- en verwerkingskosten aan het bedrijf overeenkomstig het Lokaal Materialenplan.
Art. 6: Als frequentie gaat de keuze naar een tweewekelijkse ophaling, alternerend tussen Restafval/ GF(t)/keukenafval en PMD/P&K met mogelijkheid tot een wekelijkse inzameling tijdens de zomermaanden en ook wekelijks in verstedelijkte centrumwijken van centrumsteden.
Art. 7: Als recipiënt wordt gekozen voor:
Art. 8: De basis van de retributie wordt vastgelegd als volgt:
Volume Vaste kost** Aanbiedingskost Prijs/kg 2023
40 L € 2 /maand € 0,15 /aanbieding € 0,32 /kg
120 L € 2 /maand € 0,30 /aanbieding € 0,32 /kg
180 L € 2 /maand € 0,60 /aanbieding € 0,32 /kg
* enkel voor die gemeenten die via de diftarfactuur de forfaitaire belasting innen (1/1)
** De retributies zijn één of meerdere keren te indexeren en zullen worden bepaald op basis van de werkelijke kost van de recipiënten en van de inzameling.
*** het algemeen gemeentelijk retributiereglement wordt ten gepaste tijde aangepast (in de loop van 2025);
Art. 9: De inzameling van de bijkomende afvalstroom GF(t)/keukenafval en nieuwe retributies treden in voege uiterlijk op 1 januari 2026. Mocht uit de marktbevragingen voor inzameling en levering van recipiënten blijken dat een uniforme intergemeentelijke opstart sneller kan worden uitgerold, kan alsnog een beslissing genomen worden.
Art 10: Er wordt een marktbevraging ingericht voor de inzameling van restafval, PMD en P&K met ingang vanaf 1 januari 2025 op basis van 1 jaar inzameling volgens huidig inzamelscenario en de volgende 7 jaar volgens het implementatieplan met bijkomende inzameling van GF(t)/keukenafval. Een aantal vennoten wensen in 2025 tijdens de zomer wekelijks in te zamelen, wat niet meer mogelijk was voor 2023 en 2024.
Art. 11: De meerkost die dit scenario om geen bioafval in te zamelen in 2025 kan teweegbrengen, zal solidair over alle vennoten worden gedeeld.
Art. 12: Op basis van voorgaande bereidt IMOG een aanvraagdossier voor om een afwijking te verkrijgen op de verplichting om bioafval in te zamelen vanaf 01/01/2024. De afwijkingsaanvraag dient te worden overgemaakt aan de OVAM vóór 01/11/2023 en bestaat uit het goedgekeurde IMOG-implementatieplan, een gemotiveerde uiteenzetting van de te ondernemen acties om uiterlijk tegen 01/01/2026 te kunnen van start gaan met de inzameling van bioafval en te voldoen aan de voorwaarden van het Lokaal Materialenplan UHABGA 2023-2030, samen met de gemeenteraads- of collegebeslissingen van elke vennoot betreffende het uniform intergemeentelijk implementatieplan (inclusief de goedgekeurde retributies).
De gemeenteraad in zitting van 16 december 2019 nam een belastingreglement aan op masten en pylonen en dit voor de periode van 2020 tot en met 2025. Het reglement legt volgende bepalingen vast: de belastingplichtige, het tarief van de heffing, de verschillende vrijstellingsgronden, de betalingstermijn en de beroepsprocedure.
De gemeente Anzegem wordt gekenmerkt door zijn open uniek landschap. Masten en pylonen verstoren hiermee het open karakter van het landschap. De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Anzegem heeft een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van de gemeente Anzegem als woonomgeving en toeristische bestemming. Daardoor is de belasting op masten en pylonen dan ook vanuit dit oogpunt gerechtvaardigd.
De omzendbrief d.d. 15 februari 2019 houdende de onderrichtingen over gemeentefiscaliteit voorziet een vrijstelling voor windmolens en andere constructies voor het produceren van groene stroom. De raad van state heeft geoordeeld dat differentiaties ter aanmoediging van de productie van groene stroom objectief en redelijk zijn.
Er wordt een vrijstelling van deze belasting voorzien voor masten en pylonen geplaatst door diensten van openbaren besturen en andere openbare inrichtingen en instellingen (in functie van openbare dienstverlening).
Masten en pylonen die in hoofdzaak dienen voor de beoefening van de hoofdactiviteit door erkende gemeentelijke verenigingen worden vrijgesteld, dit er bescherming van de maatschappelijke cohesie en de zinvolle vrijetijdsbesteding die het verenigingsleven beoogt. Tevens is de financiële draagkracht van deze verenigingen immers beperkt.
De financiële toestand van de gemeente Anzegem rechtvaardigt en vereist de invoering van alle rendabele belastingen zodoende het budgettair evenwicht te kunnen behouden.
Naar aanleiding van de ontvangst van enkele bezwaren tegen deze belasting en de daarin opgenomen elementen zou het belastingreglement moeten aangepast worden. Deze aanpassing situeert zich bij artikel 6, de aangifteplicht waarbij gevraagd wordt aan belastingplichtigen die een aangifteformulier ontvangen dit in te dienen tegen de erin vermelde vervaldatum. Belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen zijn gehouden hun aangifte uiterlijk in te dienen op 31 mei van het aanslagjaar. Er wordt nu voorgesteld om dit gelijk te stellen en in het belastingreglement op te nemen dat diegene die een aangifteformulier ontvangen dit dienen in te dienen uiterlijk op 31 mei van het aanslagjaar, net zoals voor de belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen.
Deze aanpassing wordt doorgevoerd om elk risico te vermijden. De huidige rechtspraak lijkt geen problemen op te leveren voor de toepassing van het gemeentelijk belastingreglement.
Voor de volledigheid kan nog meegegeven worden dat de datum vermeld op het aangifteformulier dat bezorgd werd aan de belastingplichtigen veelal 31 mei van het respectievelijke aanslagjaar was.
De grondwet, meer specifiek artikel 170§4;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
De gecoördineerde omzendbrief KB/ABB 2019/2 d.d. 15 februari 2019 inzake de onderrichtingen over gemeentefiscaliteit vanwege het Agentschap voor Binnenlands bestuur.
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende vestiging van een belasting op masten en pylonen en dit voor de periode van 2020 tot en met 2025.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdnede vestiging van een gemeentelijke belasting op allerhande masten en pylonen wordt gewijzigd als volgt (zie rode tekst):
Periode
Art.1: Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op allerhande masten en pylonen geplaatst in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.
Begripsomschrijving
Art.2: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Belastingschuldige - belastingplichtige
Art.3: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of de pyloon op 1 januari van het belastingjaar op het grondgebied van Anzegem.
Tarieven
Art.4: De belasting wordt vastgesteld op 2.500 euro per mast of pyloon.
De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Vrijstellingen
Art.5: Vrijstelling wordt verleend voor:
Aangifteplicht
Art.6: De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend en voor de erin vermelde vervaldatum voor 31 mei van het aanslagjaar moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Art.7: De belastingplichtige is gehouden elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het belastingjaar van onderhavig reglement, op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging.
Art.8: Bij gebrek van aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijnen of ingeval van onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer wordt overgegaan tot ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruikt te maken van deze procedure de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van deze belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.
Art.9: De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Wijze van invordering
Art.10: Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen en dit ten laatste op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar.
Betaaltermijn
Art.11: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet door middel van overschrijving op het vermelde rekeningnummer.
Geschillen en bezwaren
Art.12: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarschriften kunnen via duurzame dragen (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in bovenstaand lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschrift zijn: gemeentebelastingen@anzegem.be
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de 15 dagen na indiening ervan.
Art.13: De aanpassingen aan deze verordening, zoals aangeduid in kleur treden met onmiddellijke ingang in werking.
Art.14: De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit reglement op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Art.15: Dit reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.
In het kader van de opdracht “Tijdelijke invulling site nieuw Gemeentepunt - wanden en plafonds polyvalente zaal” werd een bestek met nr. 2023/456 opgesteld i.s.m. Wielfaert Architecten en bouwcoördinator Proveko.
De werken omvatten renovatie van wanden en plafonds in de polyvalente zaal en traiteurzone teneinde te voldoen aan de EPB-voorwaarden, de brandwerende compartimentering, de akoestiek en het vermijden van geluidsoverdracht naar buiten.
De beschrijvende nota van Proveko bvba.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 126.072,51 excl. btw of € 152.547,74 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking
In het meerjarenplan 2020-2025 is er budget beschikbaar onder jaarbudgetrekening investering ACT_2.4.2/0119-90/2210000/BESTUUR/CBS/0/IP-A_2.4.2 (Gebouwen - bouw, verbouwing en groot onderhoud - ACT: Uitrol patrimoniumplan).
Financiële impact: Ja
Ingecalculeerd in budget/meerjarenplanning: Ja
Raming: € € 152.547,74 incl. 21% btw.
Jaarbudgetrekening investering ACT_2.4.2/0119-90/2210000/BESTUUR/CBS/0/IP-A_2.4.2 (Gebouwen - bouw, verbouwing en groot onderhoud - ACT: Uitrol patrimoniumplan).
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De beslissing van de gemeenteraad d.d. 8 september 2009 betreffende de definitie van het begrip ‘dagelijks bestuur’, gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing d.d. 15 december 2014, en herbevestigd door de gemeenteraad d.d. 31 januari 2019, en de visumplichtige verrichtingen.
Art.1: Het bestek met nr. 2023/456 en de raming voor de opdracht “Tijdelijke invulling site nieuw Gemeentepunt - wanden en plafonds polyvalente zaal”, opgesteld door de Aankoopdienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 126.072,51 excl. btw of € 152.547,74 incl. 21% btw.
Art.2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Art.3: Kennis te geven van dit besluit aan de toezichthoudende overheid volgens de regels vervat in het Decreet Lokaal Bestuur houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het algemeen bestuurlijk toezicht op de gemeenten.
Het netwerk van de gemeente is aan grondige vernieuwing toe. De huidige firewalls dienen ten laatste februari 2024 vervangen te zijn (end-of-life); de meeste switches op alle locaties zijn eveneens meer dan 6 jaar oud.
Om een performant, redundant en veilig netwerk uit te bouwen zijn alle mogelijke pistes grondig onderzocht.
Door middel van een audit werd beslist dat SDWAN een goede oplossing is en dankzij de audit werd een correcte materiaallijst voor de aankoop van het netwerkmateriaal en security materiaal opgemaakt. Hiermee wordt een veilige netwerk driehoek tussen de 3 hoofdlocaties = Gemeentehuis, Gemeentepunt, Sociaal Huis gerealiseerd en de onderliggende netwerkswitches op alle locaties eveneens gestandaardiseerd.
Volgende criteria ter evaluatie zijn voor ICT belangrijk:
• sterke expertise in netwerk en security domein
• kostprijs materiaal en diensten
• nabijheid van de integrator (lokaal sterke speler)
Voorgesteld wordt deze opdracht te gunnen ofwel via de raamovereenkomst ‘ICT-hardware’ van Creat/Farys, waardoor de gemeente vrijgesteld is van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale, ofwel gebruik te maken van het aankoopplatform BuylT Public.
De uitgave wordt geraamd op € 140.000,00 incl. btw.
Er is budget beschikbaar onder jaarbudgetrekening investering GBB_ICT/0119-01/2410000 (netwerkinfrastructuur).
Financiële impact: Ja
Ingecalculeerd in budget/meerjarenplanning: Ja
Raming: € 140.000,00 incl. btw
Jaarbudgetrekening investering GBB_ICT/0119-01/2410000 (netwerkinfrastructuur)
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
De beslissing van de gemeenteraad d.d. 8 september 2009 betreffende de definitie van het begrip ‘dagelijks bestuur’, gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing d.d. 15 december 2014, en herbevestigd door de gemeenteraad d.d. 31 januari 2019, en de visumplichtige verrichtingen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet).
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikels 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De beslissing van de gemeenteraad d.d. 8 september 2009 betreffende de definitie van het begrip ‘dagelijks bestuur’, gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing d.d. 15 december 2014, en herbevestigd door de gemeenteraad d.d. 31 januari 2019, en de visumplichtige verrichtingen.
De beslissing van de gemeenteraad d.d. 14 juni 2016 tot toetreding tot de aankoopcentrale Creat/Farys.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 3 mei 2023 om gebruik te maken van het aankoopplatform BuylT Public om na goedkeuring van het schepencollege en/of de gemeenteraad een overheidsopdracht te voeren en te gunnen via de aanvaarde factuur en de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 1: De opdracht voor het aankopen, leveren en installeren van Netwerk en Security materiaal ofwel via het ICT-hardware raamcontract van Creat/Farys, ofwel door gebruik te maken van aankoopplatform BuyIT Public goed te keuren. De raming bedraagt € 115.702,48 excl. btw of € 140.000,00 incl. btw.
Art.2: De opdracht te gunnen ofwel via de raamovereenkomst ‘ICT-hardware’ van Creat/Farys ofwel door gebruik te maken van het aankoopplatform BuyIT Public.
Art.3: Kennis te geven van dit besluit aan de toezichthoudende overheid volgens de regels vervat in het Decreet Lokaal Bestuur houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het algemeen bestuurlijk toezicht op de gemeenten.
Vanuit de koninklijke muziekvereniging Sint-Cecilia Vichte werd enige tijd geleden gevraagd om tot een regeling te komen inzake het gebruik instrumenten: enerzijds huurt de fanfare instrumenten aan het deeltijds kunstonderwijs (DKO) en gebruikt DKO de slagwerkinstrumenten en het lokaal van de harmonie.
Dit omvat twee aparte kwesties:
huurgeld instrument per schooljaar voor diegenen die een instrument wensen te huren (*3)
- 2e graad: 25 euro
- 3e graad : 50 euro (25 euro vanaf 2de kind of bij recht op kortingstarief)
- 4e graad : 75 euro (50 euro vanaf 2de kind of bij recht op kortingstarief)
(*3) Bij uitputting van de beschikbare huurinstrumenten dient men een instrument te huren in een winkel en is het winkeltarief van toepassing.
Huurgeld instrument is door het schoolbestuur bepaald op:
- 25 euro (lagere graad of kortingstarief middelbare graad)
- 50 euro (middelbare graad of kortingstarief hogere graad)
- 75 euro (hogere graad)
In Vichte worden er (dit schooljaar) 2 slagwerklessen per week georganiseerd waarop samen 2 leerlingen zijn ingeschreven in totaal. De lessen gaan door in het lokaal dat de fanfare huurt aan de gemeente (110 euro per maand) en de leerlingen gebruiken ook de instrumenten (slagwerk) eigendom van de fanfare.
In andere vestigingen van het kunstonderwijs is er geen enkele fanfare of harmonie die compensatie vraagt voor het gebruik van het lokaal, enerzijds omdat dit een mooie wisselwerking is tussen beide groepen (leerlingen stromen vaak dan door naar de fanfare). Wel is het zo dat in andere vestigingen DKO geen gebruik gemaakt wordt van instrumenten die eigendom zijn van de fanfare. Men maakt enkel gebruik van hun lokaal.
In de gemeenteraad van 11 oktober 2022 werd het (exclusief) gebruik van het lokaal vastgelegd op 110 euro per maand. Dit omwille van de grootte van de accommodatie en de exclusiviteit van gebruik wat een groot comfort biedt voor de vereniging.
Om het gebruik van het slagwerk, eigendom van de harmonie, door de leerlingen slagwerk DKO te compenseren, wordt voorgesteld om voor het gebruik van de instrumenten tijdens de slagwerklessen 50 euro per georganiseerde lesuur per schooljaar te betalen. Bv huidig schooljaar 2023-2024: 2u per week= 100 euro per academiejaar te betalen door gemeente Anzegem aan de desbetreffende harmonie.
In Ingooigem stelt zich deze vraag niet gezien er daar geen slagwerklessen georganiseerd worden.
Financiële impact: 100 euro voor dit schooljaar. Voor de volgende schooljaren is de kostprijs afhankelijk van het aantal lestijden die georganiseerd worden.
De betrokken harmonie kan zich vinden in dit voorstel. Zie verslag vergadering van bijeenkomst 8 juni en 20 september ll.
Financiële impact: ca 100 euro voor dit schooljaar. Voor de volgende schooljaren is de kostprijs afhankelijk van het aantal lestijden die georganiseerd worden.
Decreet Lokaal Bestuur
Art.1: het algemeen gemeentelijk subsidiereglement wordt aangepast als volgt met directe ingang:
onder de rubriek:
e) Toelagen in het kader van gebeurtenissen in het leven van inwoners, verenigingen, onderwijsinstellingen en personeelsleden van de eigen organisatie (gemeente en OCMW).
wordt een categorie 'Anzegemse fanfare/harmonie' toegevoegd met volgende tekst:
voor het gebruik van de muziekinstrumenten - eigendom van de desbetreffende Anzegemse fanfare/harmonie - door de plaatselijke afdeling van het stedelijk deeltijds kunstonderwijs wordt 50 euro per georganiseerde lesuur (bv. slagwerkles) per academiejaar toegekend aan de desbetreffende fanfare/harmonie.
Art.2: Deze beslissing wordt bekendgemaakt conform de bepalingen vervat in het decreet Lokaal Bestuur.
Sinds kort werden de herbruikbare bekers voor grote evenementen geleverd en werd er de voorbije weken ook geïnformeerd bij diverse maatwerkbedrijven om na te gaan wie deze bekers na gebruik zou kunnen afwassen, natellen en controleren op beschadiging e.d. Uiteindelijk werd hiervoor een partner gevonden in Hise vzw uit Harelbeke en kan nu vastgesteld worden hoe de flow van deze uitleen dient te verlopen en welke uitleenvoorwaarden dienen gerespecteerd te worden.
Hierbij moet rekening worden gehouden met heel wat factoren nl. de tussentijd nodig voor vervoer van en naar het maatwerkbedrijf van de gebruikte bekers , de benodigde reinigingstijd, de toe te stane maximum hoeveelheid bekers/per soort én per ontlener om ervoor te zorgen dat verschillende potentiële leners van deze dienstverlening gebruik kunnen maken voor evenementen die in hetzelfde weekend plaatsvinden en dit ook bekeken in functie van het aantal bekers per ophaalbak. Daartoe wordt nu een aanpassing aan het retributiereglement voorgelegd onder de vorm van een addendum aan het reglement voor de centrale uitleendienst.
Decreet Lokaal Bestuur
Gecoördineerd algemeen gemeentelijk retributiereglement
Beslissing Schepencollege dd 13/9/2023 tot goedkeuring samenwerkingsovereenkomst met Hise vzw voor afwassen en controleren herbruikbare bekers
Art. 1: Het algemeen gemeentelijk retributiereglement onder rubriek 4 vrije tijd - centrale Uitleendienst na p.52 met volgend addendum m.b.t. herbruikbare bekers als volgt aan te vullen:
Wat?
Gemeente Anzegem stelt herbruikbare bekers ter beschikking die kunnen geleend worden voor evenementen. Bij het gebruik van het geleende materiaal dienen alle schriftelijk en/of mondeling verstrekte richtlijnen met betrekking tot de gebruiksaanwijzing en behandeling strikt te worden nageleefd.
Voor wie?
Gemeente Anzegem stelt bekers ter beschikking aan:
allen gevestigd in Anzegem en onder de hierna gestelde voorwaarden.
Privé personen en niet-Anzegemse verenigingen kunnen geen gebruik maken van de herbruikbare bekers met uitzondering voor erkende huurders van gemeentelijke culturele infrastructuur.
Hoe?
De aanvragen worden uitsluitend via het webformulier met de volgende link aangevraagd: www.anzegem.be/uitleendienst, ten laatste 1 maand voorafgaand aan de activiteit, en ten vroegste 12 maand voorafgaand aan de activiteit. Bij het behandelen van de aanvragen wordt prioriteit verleend volgens de datum waarop de aanvraag werd ingediend.
De Uitleendienst bepaalt het aantal bekers en boxen op basis van beschikbaarheid. Per evenement worden max 2000 bekers in combinatie naar keuze (maar met een limiet per uitleenbeurt van max. 2000 bier/frisdrank / max. 200 wijn / max. 200 cava ) ter beschikking gesteld. Mits een degelijke motivatie en tijdige aanvraag kan het Schepencollege voor een groot evenement een uitzondering op deze aantallen toestaan.
De aanvrager ontvangt een bevestiging met vermelding van het aantal bekers en inzamelmateriaal dat voor hen gereserveerd staat. Op de bevestiging staat eveneens de nodige info omtrent de afhaling van de bekers.
Huurprijs?
Er wordt geen vergoeding aangerekend voor het gebruik van de bekers, maar wel voor de waskost ervan. Die bedraagt 93,77 euro voor een bak bier/frisdrankbekers en 26,49 euro voor een bak cava/wijnbekers. Hierbovenop betaalt de ontlener een vervoerskost van €60 voor het vervoer van de gebruikte/afgewassen bekers naar en van de sociale arbeidstewerkstellingsplaats door de eigen gemeentelijke diensten. Het verschuldigde bedrag wordt via bancontact betaald bij afhaling van de bekers.
Voor Anzegemse adviesraden, gemeentelijke diensten, OCMW van Anzegem, hulpdiensten nl. Fluvia, Rode Kruis en Mira wordt geen waskost noch vervoerskost aangerekend.
Wel verbindt elke gebruiker – ook wie geen was - en vervoerskosten dient te betalen - zich ertoe om de kosten van kapotte, beschadigde en verloren/gestolen bekers te vergoeden. Dit geldt eveneens voor de opbergboxen. Deze kosten worden na gebruik en controle achteraf gefactureerd aan de gebruikers.
Termijn?
Herbruikbare bekers worden op vrijdag opgehaald tijdens de openingsuren van de uitleendienst, en worden op de eerstvolgende maandag teruggebracht naar de uitleendienst, tenzij uitzonderlijk anders afgesproken.
Wordt het gereserveerde materiaal laattijdig teruggebracht, dan wordt het aantal manuren ( à rato van € 30/u) aangerekend nodig om alle extra kosten te dekken die gepaard gaan met het zoeken naar en het contacteren van de in gebreke gebleven huurder, het maken van een nieuwe afspraak om het materiaal te kunnen terugbrengen - al dan niet binnen de reguliere openingsuren - het contacteren van de opeenvolgende huurder om een nieuwe afspraak te maken om het materiaal in extremis op te pikken en het opnieuw afhaalklaar te maken.
Wordt het gereserveerde materiaal laattijdig afgehaald, dan wordt eveneens het aantal manuren ( à rato van €30/u) aangerekend om alle extra kosten te dekken die gepaard gaan met het zoeken naar en het contacteren van de in gebreke gebleven huurder en het maken van een nieuwe afspraak om het materiaal in extremis alsnog te kunnen afhalen - al dan niet binnen de reguliere openingsuren.
Gebruiksvoorwaarden?
De gebruiker zorgt tijdens het evenement voor de inzameling van de bekers en zet daartoe een eigen inzamel/waarborgsysteem op.
De gebruiker verbindt er zich toe het ontleende materiaal in geen geval aan derden uit te lenen of te verhuren.
De gebruiker verbindt zich er toe de bekers na gebruik per soort terug in de opbergboxen op te bergen waarin ze geleverd werden. De bekers dienen niet afgewassen teruggebracht te worden door de gebruiker.
De bekers moeten wel terug worden gebracht in ordentelijke staat, dus bij voorkeur uitgespoeld en zeker vrijgemaakt van niet normale vuilresten. Indien dit niet zo is (bv. stickers op bekers, sigarettenpeuken, vuil dat niet afgewassen kan worden, …), worden deze als beschadigd aangerekend.
Controle en schade?
De lener dient de Uitleendienst onmiddellijk bij of na afhaling ( desgevallend via mail) in kennis te stellen van eventuele tekortkomingen of beschadiging van het geleende materiaal, zelfs indien de lener hiervoor niet verantwoordelijk is. Indien er geen melding gebeurt van schade of tekortkomingen, wordt de lener zelf verantwoordelijk gesteld voor de schade die achteraf wordt vastgesteld.
Na elk evenement worden alle bekers door ons partnerbedrijf gecontroleerd en geteld. Alle kapotte, beschadigde en verloren bekers worden aan de gebruiker aangerekend aan een eenheidstarief van 1€ per bier/frisdrankbeker en 2.5€ per wijn/cava beker.
Het partnerbedrijf controleert eveneens na elk evenement de opbergboxen. Wanneer schade wordt vastgesteld aan dit materiaal, wordt dit aan de gebruiker aangerekend aan de vervangingsprijs van het materiaal, zijnde 30€/box.
Annulering?
Indien het materiaal niet op de afgesproken dag en uur kan afgehaald worden, moet dat tijdig aan de Uitleendienst gemeld worden.
Annuleren kan tot 5 dagen voor het afgesproken ophaalmoment. Indien niet tijdig of helemaal niet verwittigd wordt voor het niet afhalen van het materiaal, dan wordt het aantal manuren ( à rato van €30/u) aangerekend voor het administratief en/of praktisch afhaalklaar maken van het materiaal.
Inbreuken?
Het geleende materiaal kan, in geval van vastgestelde inbreuken op het reglement, ten allen tijde teruggevorderd worden door de gemeente.
Een lener kan bij volgende aanvragen geweerd worden indien er nog openstaande facturen of andere twistpunten zijn. Bij herhaaldelijke beschadiging of in slechte staat terugbrengen van het materiaal kan de betrokken lener eveneens van verdere lening worden uitgesloten.
Door het niet naleven van dit reglement kan de lener van verdere uitleningen worden uitgesloten
Slotbepalingen
De verantwoordelijke(n) van de uitleendienst kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor ongevallen of eventueel andere schadelijke gevolgen die zouden voortvloeien uit het gebruik van het geleende materiaal.
Door het lenen van het materiaal verklaart de lener zich akkoord met de bepalingen van dit reglement en waarborgt de stipte naleving ervan.
Er kan geen aanleiding zijn tot schadevergoeding indien toegezegd materiaal op het ogenblik van de afhaling niet beschikbaar is door omstandigheden vreemd aan de wil van de uitleendienst.
Eventuele bezwaren die steunen op de toepassing van dit reglement moeten schriftelijk gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen, uiterlijk 14 dagen nadat het bewuste feit zich heeft voorgedaan. Alle betwiste en in dit reglement niet voorziene gevallen moeten worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen.
Toevoegingen/wijzigingen aan de assortimentenlijst worden door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd in afwachting van een tussentijdse ( tweejaarlijkse) update van dit addendum door de Gemeenteraad.
Dit addendum treedt in werking met ingang van 15 oktober 2023.
Art.2 : Het algemeen gemeentelijk retributiereglement onder rubriek 4 vrije tijd - centrale uitleendienst na p.57 met volgend addendum m.b.t. assortimentenlijst herbruikbare bekers als volgt aan te vullen:
onderstaande tarieven worden niet geïndexeerd. Te reserveren maximum aantallen slechts toegestaan met inachtname van de gebruiksvoorwaarden hierboven.
herbruikbare bekers | max. | besteleenheid | waskost per ontlening | forfaitaire vervoerskost per ontlening: 60 euro |
bier of frisdrank ( 500st.) | 15 | box | 93,77 euro | |
cava( 100st.) | 7 | box | 26,49 euro | |
wijn (100st.) | 7 | box | 26,49 euro | |
vervangingslijst | ||||
bier of frisdrank: 1 euro | ||||
cava of wijn: 2,5 euro | ||||
opbergbox: 30 euro |
Anzegem wenst in te zetten op ondernemerschap en detailhandel ter bevordering van het economisch en sociaal weefsel van de gemeente. Hiertoe wordt een eindejaarsactie opgezet in samenwerking met Unizo Aktiv'o en hun ondersteunende partners : “Blijf hangen in Anzegem”.
De actie zal lopen van 1 december 2023 tot en met 31 januari 2024.
In die periode kan men, door te winkelen bij de deelnemende handelaars/ondernemers, stickers sparen. Heeft men een volle spaarkaart dan maakt men kans op een mooie prijs.
Handelaars/ondernemers die willen meedoen aan deze actie kunnen zich voor 15 oktober 2023 inschrijven via onze website.
Iedere handelaar/ondernemer/zelfstandige kan deelnemen (bakker, slager, kapper, schilder, garagist, horeca-uitbater, ...).
Het reglement van de vorige eindejaarsactie, goedgekeurd in het de gemeenteraaad van 8 november 2022, werd aangepast en gunstig geadviseerd door de Raad voor Economische Dynamiek (RED) van 7 september 2023 (verslag in bijlage).
De gegevens van de winnaars/deelnemers worden na de actie niet bewaard.
Voor de eindejaarsactie 2023 is er een budget voorzien van 10.000 euro.
budget: ACT_2.2.1 en budget gelijkblijvend beleid
Decreet Lokaal Bestuur
Het reglement van de vorige eindejaarsactie, goedgekeurd in het de gemeenteraaad van 8 november 2022
Raadslid Davy Dewaele (CD&V-Eendracht) stelt volgend amendement voor bij artikel 3: het minimumbedrag om voor elke categorie een stempel te bekomen, wordt op 15 euro geplaatst. Het is immers niet ondenkbaar dat een boeket geen 50 euro zou kosten en een kappersbeurt lager uitvalt dan 20 euro. Op die manier lijkt het bedrag van 15 euro een goed compromis te zijn en wordt het makkelijker om stempels te verzamelen.
Artikel 3 Verplichtingen deelnemende handelaar
§1 Door deel te nemen verplicht een handelaar zich ertoe een prijs (geen kortingsbon) t.w.v. minimum 25 euro te doneren aan de prijzenpot. De prijzenpot wordt via de website bekendgemaakt.
§2 Een deelnemende zaak moet de affiche en/of sticker op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats aanbrengen.
§3 Een deelnemende handelaar voorziet elke klant van nieuwe spaarkaarten en plaatst een verzamelbox om de volle spaarkaarten te verzamelen
§4 Een deelnemende handelaar voorziet voor elke klant één stempel per aankoop in de kleurencategorie waartoe de handelaar behoort met een minimumbedrag van:
Art. 1: Het reglement spaaractie “Blijf hangen in Anzegem” wordt vastgesteld als volgt:
Artikel 1 Duur
§1 De actie loopt jaarlijks van 1 december tot en met 31 januari tot en met de eindejaarsperiode van 2024-2025.
§2 Indien door overmacht de actie niet tijdens bovenstaande periode kan doorgaan, kan er geschoven worden met de start- en einddatum van de actie. De actie zelf mag maximaal twee maanden duren.
§3 De deelnemende zaken verzamelen de volle stempelkaarten in hun zaak en dit gedurende de hele voormelde periode.
Artikel 2 Deelnemende zaken
§1 Elke deelnemende zaak verbindt zich tot deelname door inschrijving via https://www.anzegem.be/inschrijving-eindejaarsactie. De deelnemende zaken worden bekend gemaakt aan de bevolking via de gemeentelijke website en de sociale media.
§2 Communicatie met de zaken verloopt in hoofdzaak via e-mail. Het e-mailadres opgegeven in het inschrijvingsformulier wordt hiervoor gebruikt.
§3 De deelnemende zaken zullen ook visueel herkenbaar zijn aan de affiche en de sticket die hen via de gemeente zullen worden overhandigd.
Artikel 3 Verplichtingen deelnemende handelaar
§1 Door deel te nemen verplicht een handelaar zich ertoe een prijs (geen kortingsbon) t.w.v. minimum 25 euro te doneren aan de prijzenpot. De prijzenpot wordt via de website bekendgemaakt.
§2 Een deelnemende zaak moet de affiche en/of sticker op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats aanbrengen.
§3 Een deelnemende handelaar voorziet elke klant van nieuwe spaarkaarten en plaatst een verzamelbox om de volle spaarkaarten te verzamelen
§4 Een deelnemende handelaar voorziet voor elke klant één stempel per aankoop in de kleurencategorie waartoe de handelaar behoort met een minimumbedrag van:
§5 De gemeente stelt alle nodige stempels en stempelkaarten gratis ter beschikking van de deelnemende zaak.
Artikel 4 Indienen stempelkaarten bij de handelaar
§1 Het is de verantwoordelijkheid van elke deelnemende handelaar om de verzamelde stempelkaarten te bewaren.
§2 De verzamelboxen, de stempels en de overgebleven stempelkaarten worden in de week volgend op het beëindigen van de actie bezorgd aan de dienst Lokale Economie, De Vierschaar 1 – 8570 Anzegem.
Artikel 5 Prijzenpot & Prijsuitreiking
§1 De prijzenpot bevat alle prijzen van de gemeente Anzegem en de prijzen die de deelnemende handelaars aan de prijzenpot schenken.
§2 De prijzenpot wordt bekendgemaakt voor de start van de actie via de gemeentelijke website en de sociale media.
§3 De gewonnen prijzen kunnen geweigerd worden. (In dit geval zal de eerstvolgende reserve de prijs toegekend krijgen.)
§4 Om in aanmerking te komen voor een prijs dient men een geldige stempelkaart in bij een deelnemende handelaar naar keuze, in het gemeentehuis of in het Sociaal Huis.
§5 De handelaars stallen hun uit te delen prijs uit in de winkel tijdens de eindejaarsactie. Na de actie zullen zij op de hoogte gebracht worden wie hun prijs gewonnen heeft. De deelnemers hebben 3 maand de tijd om deze af te halen bij de handelaar, zo niet kan de handelaar ervoor kiezen om zijn prijs terug te krijgen.
§6 De hoofdprijzen + 5x Anzegembon ter waarde van €100 worden afgeroepen op de lentereceptie, de andere Anzegembonnen die door de gemeente uitgereikt worden moeten ook op de lentereceptie afgehaald worden.
Artikel 6 (On)geldigheid stempelkaarten
§1 Een stempelkaart is geldig wanneer deze minstens drie verschillende kleuren aan stempels bevat.
Daarnaast moet de stempelkaart volledig zijn. Dit betekent 15 geldige stempels van deelnemende handelaars en de vermelding van naam, adres, telefoon en/of e-mailadres.
Gegevens worden niet doorgegeven aan derden. Er wordt toestemming gevraagd aan de deelnemers of hun naam kenbaar mag gemaakt worden in een overzichtslijst wanneer ze een prijs hebben gewonnen. De lijst zal gedurende drie maanden op de gemeentelijke website en sociale media gepubliceerd worden.
§2 De stempelkaart wordt ingediend in een verzamelbox vóór 31 januari om 23u59.
§3 Stempelkaarten die samengevoegd, gekopieerd, … worden, zijn ongeldig.
§4 Ongeldige stempelkaarten komen niet in aanmerking om mee te dingen naar een prijs.
Artikel 7 Trekking
§1 De trekking gebeurt kort na het aflopen van de actie, de uitslag zal bekendgemaakt worden via de gemeentelijke website en sociale media.
§2 Winnaars worden per telefoon, per mail of per post verwittigd. Indien er toestemming werd gegeven door de deelnemers om de naam kenbaar te maken, worden de winnaars opgenomen in een overzichtslijst die wordt gepubliceerd op de website en/of sociale media.
Artikel 8 Overmacht
§1 De organisatoren wijzen elke verantwoordelijkheid af bij wijziging of annulering van deze actie om redenen van overmacht.
Artikel 9 Aanvaarding reglement
§1 Deelname aan deze spaaractie houdt de onvoorwaardelijke aanvaarding van dit reglement in door zowel deelnemer, handelaar als organisatoren. Situaties die niet uitdrukkelijk in dit reglement zijn voorzien, worden op soevereine wijze beslecht door de organisatie.
Artikel 10 Aansprakelijkheid
§1 De organisatoren kunnen niet aansprakelijk geacht worden voor een technisch probleem of een probleem veroorzaakt door derden waardoor niet kan worden deelgenomen.
Art. 2: Dit reglement wordt bekendgemaakt door de publicatie op de gemeentelijke website.
Art. 3: Kennis te geven van dit besluit aan de toezichthoudende overheid volgens de regels vervat in het decreet Lokaal Bestuur.
Toenemend vrachtverkeer, veel gevarieerder fietsverkeer, milieu impact, … Mobiliteitsproblemen los je niet op in je eentje. Ze zijn zo complex dat ze de grenzen van steden en gemeenten overstijgen. Daarom zijn er de vervoerregio’s.
Het regionaal mobiliteitsplan wordt het kader waarin voor elk mobiliteitsuitdaging staat hoe we dit willen oplossen en welke concrete acties nodig zijn.
Naar een integrale mobiliteitstransitie
De vervoerregio formuleerde zijn ambities voor de regio in heldere doelstellingen. Ze vatten samen wat de regio, nu en in de toekomst, belangrijk vindt vanuit mobiliteit. Wat we in de regio op vlak van mobiliteit willen realiseren.
Na uitgebreid onderzoek stelde de regio vast dat om de ambitieuze doelstellingen te bereiken, er een heuse mobiliteitstransitie nodig is. Dit vraagt om een volledige aanpak. De visie van de vervoerregio op mobiliteit bestaat dan ook uit drie pijlers: gedrag, ruimte en het mobiliteitsaanbod. De doelstellingen zijn enkel te bereiken door in te zetten op alle drie de pijlers tegelijkertijd: zowel ons verplaatsingsgedrag, de ruimte waarbinnen we ons verplaatsen als het mobiliteitsaanbod moet veranderen.
Het mobiliteitsplan geeft per pijler aan waar we vandaag staan, waar we naar toe willen en hoe we dit gaan bereiken.
Samenwerken als sleutel tot succes
Om dit regionaal mobiliteitsplan op te maken, te evalueren en verder op te volgen staat de vervoerregio aan het stuur. Zij raadplegen hiervoor op regelmatige basis specialisten, belangenorganisatie, …
Niet alleen voor de opmaak van dit plan, maar om uiteindelijk het verschil te kunnen maken op mobiliteitsvlak is samenwerking nodig. Tussen uw gemeente, andere overheden, met verschillende betrokken partners, maar ook met u als gebruiker van onze ruimte en infrastructuur. Elke burger is nodig om deze visie waar te maken.
De vervoerregio Vlaamse Ardennen heeft een voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan uitgewerkt. Dat plan legt de globale mobiliteitsvisie voor de komende 10 jaar (met een doorkijkperiode van 30 jaar) vast voor de vervoerregio op een strategisch niveau, en dat voor alle vervoerswijzen. In dit voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan werd rekening gehouden met het Ontwerp plan-MER. Het Ontwerp plan-MER beschrijft de mogelijke milieueffecten van het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan.
Na de vaststelling van het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan (met in bijlage het Ontwerp Plan-MER) door de vervoerregioraad Vlaamse Ardennen, heeft ook Vlaams Minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters haar akkoord gegeven tot verderzetting van de procedure. De documenten worden voor advies voorgelegd aan de gemeenteraad. Parallel loopt een openbaar onderzoek.
De adviestermijn start op 19 augustus 2023 en eindigt op 16 november 2023. De documenten die ter advies voorliggen zijn te raadplegen op de webpagina op het adres: https://www.vlaanderen.be/basisbereikbaarheid/vervoerregios/vervoerregio-vlaamse-ardennen/openbaar-onderzoek-vervoerregio-vlaamse-ardennen.
Op basis van de binnengekomen adviezen kan het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan en/of het ontwerp plan-MER zo nodig nog aangepast worden. Vervolgens zal het mobiliteitsplan definitief worden vastgesteld door de vervoerregioraad.
Het ontwerp RMP bevat een voorstel van wegencategorisering. Voor meer uitleg m.b.t. het onderscheid tussen interlokale en regionale wegen: zie p89-91 in de synthesenota. Belangrijk is dat een regionale weg een "hogere" categorie is dan een interlokale weg. De regionale wegen zijn meer gericht op doorstroming, waar in een interlokale weg leefbaarheid en bereikbaarheid meer aan belang winnen.
Met betrekking tot N8:
In het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan is opgenomen dat de N8 vanaf de N36 richting Ninove een interlokale weg zou worden.
op pagina 99 van het voorlopig ontwerp RMP VVR Kortrijk staat
De vervoerregio Vlaamse Ardennen geeft aan de N8 op haar grondgebied te zien als een
interlokale verbinding. Voor de oost-west relatie wordt geen maasdoorsnijding gezien met
een regionale weg. De selectie van de N8 als regionale weg is niet gewenst gezien de relatie
Oudenaarde – Waregem en Oudenaarde – Kortrijk niet via een route over de vervoerregio
Kortrijk wordt gezien, maar via een route over de N60 en E17. De vervoerregio Kortrijk kan
zich vinden in de selectie van de N8 tussen Kerkhove en de N60 als interregionale weg op
voorwaarde dat het ontsluiten van het zuiden van de vervoerregio Kortrijk op interlokaal
niveau (vb Avelgem – Oudenaarde) gewaarborgd blijft voor zowel vracht- als
personenvervoer. Dit houdt in dat bijvoorbeeld geen eenzijdig vrachtverbod mag worden
ingevoerd langsheen deze verbinding.
Het college besliste in zitting van 15 februari 2023 volgend advies uit te brengen op de nota Inhoudsafbakening van het regionaal mobiliteitsplan Vlaamse Ardennen:
De vervoerregioraad Kortrijk heeft in haar advies m.b.t. het dragend wegennet opgenomen dat de N382 het statuut van regionale weg krijgt, en dus dienst doet voor doorgaand vrachtverkeer van en naar de E17. De gemeente heeft m.b.t. dit advies haar standpunt laten opnemen als volgt: Het gemeentebestuur wenst dat de N382 een categorisering als interlokale weg krijgt, tot dat er op federaal niveau een vrachtroutenetwerk voor gans België is uitgetekend. Indien er toch zou beslist worden om de N382 te categoriseren als regionale weg, moet er een km-heffing voorzien worden die hoger is dan deze op N60 en N8.
Ook de N8 (tussen N391 en Kluisbergen) heeft in dit advies van Vervoerregio Kortrijk het statuut van regionale weg gekregen. We stellen vast dat in de Nota Inhoudsafbakening Vlaamse Ardennen de N8 vanaf Kluisbergen tot aan de N42 een statuut van interlokale weg zou krijgen. De gemeente Anzegem wenst dat de N8 een alternatief is voor de N382. Als de N8 een statuut van interlokale weg krijgt, zal een eventuele kilometerheffing op deze weg hoger liggen dan op de N382 (regionale weg), wat doorgaand vrachtverkeer zal ontmoedigen.
De gemeente Anzegem vraagt om bij het opstellen van het s-MER de impact van de categorisering van de wegen binnen de vervoerregio Vlaamse Ardennen op de wegen binnen de vervoerregio Kortrijk te onderzoeken. Dit onderzoek moet de beide vervoerregio's in staat stellen om een grensoverschrijdende visie te ontwikkelen.
Er wordt voorgesteld akkoord te gaan met het feit dat de N8 vanaf de N36 richting Ninove een interlokale weg zou worden (dit conform de visie opgenomen in het voorlopig ontwerp RMP VVR Kortrijk). De verbinding Oudenaarde-Kortrijk en Oudenaarde-Waregem gebeurt immers beter over de N60 en E17, en binnen de VVR Vlaamse Ardennen niet over de N8. Voorwaarde is wel dat het ontsluiten van het zuiden van de vervoerregio Kortrijk op interlokaal niveau (vb Avelgem – Oudenaarde) gewaarborgd blijft voor zowel vracht- als personenvervoer.
CBS 15 februari 2023: advies nota Inhoudsafbakening van het regionaal mobiliteitsplan Vlaamse Ardennen
Art.1: Volgend advies uit te brengen m.b.t. het voorlopig ontwerp regionaal mobiliteitsplan vervoerregio Vlaamse Ardennen:
akkoord te gaan met het feit dat de N8 vanaf de N36 richting Ninove een interlokale weg zou worden (dit conform de visie opgenomen in het voorlopig ontwerp RMP VVR Kortrijk). De voorwaarde is wel dat het ontsluiten van het zuiden van de vervoerregio Kortrijk op interlokaal niveau (vb Avelgem – Oudenaarde) gewaarborgd blijft voor zowel vracht- als personenvervoer.
Toenemend vrachtverkeer, veel gevarieerder fietsverkeer, milieu impact, … Mobiliteitsproblemen los je niet op in je eentje. Ze zijn zo complex dat ze de grenzen van steden en gemeenten overstijgen. Daarom zijn er de vervoerregio’s. Sinds 2019 werken we in de vervoerregio Kortrijk met alle betrokken gemeenten en mobiliteitspartners aan een gezamenlijke toekomstvisie voor de 13 gemeenten in de regio. Het gaat ook breder dan mobiliteit alleen, ook klimaat, ruimte, communicatie, … zijn minstens even belangrijk.
Het regionaal mobiliteitsplan wordt het kader waarin voor elk mobiliteitsuitdaging staat hoe we dit willen oplossen en welke concrete acties nodig zijn.
Naar een integrale mobiliteitstransitie
De vervoerregio formuleerde zijn ambities voor de regio in heldere doelstellingen. Ze vatten samen wat de regio, nu en in de toekomst, belangrijk vindt vanuit mobiliteit. Wat we in de regio op vlak van mobiliteit willen realiseren.
Na uitgebreid onderzoek stelde de regio vast dat om de ambitieuze doelstellingen te bereiken, er een heuse mobiliteitstransitie nodig is. Dit vraagt om een volledige aanpak. De visie van de vervoerregio op mobiliteit bestaat dan ook uit drie pijlers: gedrag, ruimte en het mobiliteitsaanbod. De doelstellingen zijn enkel te bereiken door in te zetten op alle drie de pijlers tegelijkertijd: zowel ons verplaatsingsgedrag, de ruimte waarbinnen we ons verplaatsen als het mobiliteitsaanbod moet veranderen.
Het mobiliteitsplan geeft per pijler aan waar we vandaag staan, waar we naar toe willen en hoe we dit gaan bereiken.
Samenwerken als sleutel tot succes
Om dit regionaal mobiliteitsplan op te maken, te evalueren en verder op te volgen staat de vervoerregio aan het stuur. Zij raadplegen hiervoor op regelmatige basis specialisten, belangenorganisatie, … Ook de burger werd eerder bevraagd en kan zich steeds informeren via de website van de vervoerregio Kortrijk.
Niet alleen voor de opmaak van dit plan, maar om uiteindelijk het verschil te kunnen maken op mobiliteitsvlak is samenwerking nodig. Tussen uw gemeente, andere overheden, met verschillende betrokken partners, maar ook met u als gebruiker van onze ruimte en infrastructuur. Elke burger is nodig om deze visie waar te maken.
De vervoerregio Kortrijk heeft een voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan uitgewerkt. Dat plan legt de globale mobiliteitsvisie voor de komende 10 jaar (met een doorkijkperiode van 30 jaar) vast voor de vervoerregio op een strategisch niveau, en dat voor alle vervoerswijzen. In dit voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan werd rekening gehouden met het Ontwerp plan-MER. Het Ontwerp plan-MER beschrijft de mogelijke milieueffecten van het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan.
Na de vaststelling van het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan (met in bijlage het Ontwerp Plan-MER) door de vervoerregioraad Kortrijk heeft ook Vlaams Minister van Mobiliteit & Openbare Werken, Lydia Peeters haar akkoord gegeven tot verderzetting van de procedure. Hierbij worden deze documenten aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd. Parallel loopt een openbaar onderzoek.
De opmerkingen moeten overgemaakt worden voor 31 oktober.
De adviestermijn start op 1 augustus en eindigt op 30 oktober 2023. De documenten die ter advies voorliggen kunt u vinden op de webpagina op het adres : vlaanderen.be/openbaar-onderzoek-vervoerregio-kortrijk
Op basis van de binnengekomen adviezen kan het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan en/of het ontwerp plan-MER zo nodig nog aangepast worden en wordt het vervolgens definitief vastgesteld door de Vervoerregioraad.
Het ontwerp RMP bevat een voorstel van wegencategorisering. Voor meer uitleg m.b.t. het onderscheid tussen interlokale en regionale wegen: zie p89-91 in de synthesenota. Belangrijk is dat een regionale weg een "hogere" categorie is dan een interlokale weg. De regionale wegen zijn meer gericht op doorstroming, waar in een interlokale weg leefbaarheid en bereikbaarheid meer aan belang winnen.
Met betrekking tot de selectie van de N382 als regionale weg en de omleidingsweg
op pagina 99 van het voorlopig ontwerp RMP:
Ten zuiden van de E17 wil de vervoerregio het doorgaande regionale verkeer en zeker het
vrachtverkeer, oa. ifv van het regionale overslagpunt te Avelgem (AVCT), maximaal
gebundeld op 2 assen: de N8 en de N382. De selectie van beide als regionale weg is
belangrijk om het verkeer door de kernen langs deze regionale wegen te spreiden. Hierbij
zijn maatregelen nodig om de verkeersleefbaarheid in de kernen langsheen deze assen
(Avelgem en Anzegem), te garanderen. Dit hangt samen met het lopende onderzoek naar
een omleidingsweg voor beide gemeenten (vanuit het regionale mobiliteitsplan wordt geen
uitspraak gedaan over keuzes binnen specifieke projecten). De N36 en de N50 daarentegen
worden geselecteerd als interlokale wegen, die voor vrachtverkeer een lokale rol vervullen.
Zo werd de N36 recent heraangelegd met de bedoeling om het doorgaand vrachtverkeer
te ontmoedigen.
Het laatste standpunt van het college was (beslissing cbs 30/11/2022 - p75 van de bijlagen van de synthesenota):
"Het gemeentebestuur wenst dat de N382 een categorisering als interlokale weg krijgt, tot dat er
op federaal niveau een vrachtroutenetwerk voor gans België is uitgetekend. Indien er toch zou beslist
worden om de N382 te categoriseren als regionale weg, moet er een km-heffing voorzien worden die
hoger is dan deze op N60 en N8."
Het standpunt van Avelgem was echter (p75 van de bijlagen van de synthesenota):
De gemeente Avelgem geeft aan dat de selectie van zowel de N8 als de N382 als regionale
weg het uitgangspunt is. Dit moet zich weerspiegelen in de signalisatie. Het is niet
wenselijk om vanuit de signalisatie enkel de N8 aan te geven als gewenste route.
Met betrekking tot de N8:
op pagina 99 van het voorlopig ontwerp RMP
De vervoerregio Vlaamse Ardennen geeft aan de N8 op haar grondgebied te zien als een
interlokale verbinding. Voor de oost-west relatie wordt geen maasdoorsnijding gezien met
een regionale weg. De selectie van de N8 als regionale weg is niet gewenst gezien de relatie
Oudenaarde – Waregem en Oudenaarde – Kortrijk niet via een route over de vervoerregio
Kortrijk wordt gezien, maar via een route over de N60 en E17. De vervoerregio Kortrijk kan
zich vinden in de selectie van de N8 tussen Kerkhove en de N60 als interregionale weg op
voorwaarde dat het ontsluiten van het zuiden van de vervoerregio Kortrijk op interlokaal
niveau (vb Avelgem – Oudenaarde) gewaarborgd blijft voor zowel vracht- als
personenvervoer. Dit houdt in dat bijvoorbeeld geen eenzijdig vrachtverbod mag worden
ingevoerd langsheen deze verbinding.
Het college besliste in zitting van 15 februari 2023 volgend advies uit te brengen op de nota Inhoudsafbakening van het regionaal mobiliteitsplan Vlaamse Ardennen:
De vervoerregioraad Kortrijk heeft in haar advies m.b.t. het dragend wegennet opgenomen dat de N382 het statuut van regionale weg krijgt, en dus dienst doet voor doorgaand vrachtverkeer van en naar de E17. De gemeente heeft m.b.t. dit advies haar standpunt laten opnemen als volgt: Het gemeentebestuur wenst dat de N382 een categorisering als interlokale weg krijgt, tot dat er op federaal niveau een vrachtroutenetwerk voor gans België is uitgetekend. Indien er toch zou beslist worden om de N382 te categoriseren als regionale weg, moet er een km-heffing voorzien worden die hoger is dan deze op N60 en N8.
Ook de N8 (tussen N391 en Kluisbergen) heeft in dit advies van Vervoerregio Kortrijk het statuut van regionale weg gekregen. We stellen vast dat in de Nota Inhoudsafbakening Vlaamse Ardennen de N8 vanaf Kluisbergen tot aan de N42 een statuut van interlokale weg zou krijgen. De gemeente Anzegem wenst dat de N8 een alternatief is voor de N382. Als de N8 een statuut van interlokale weg krijgt, zal een eventuele kilometerheffing op deze weg hoger liggen dan op de N382 (regionale weg), wat doorgaand vrachtverkeer zal ontmoedigen.
De gemeente Anzegem vraagt om bij het opstellen van het s-MER de impact van de categorisering van de wegen binnen de vervoerregio Vlaamse Ardennen op de wegen binnen de vervoerregio Kortrijk te onderzoeken. Dit onderzoek moet de beide vervoerregio's in staat stellen om een grensoverschrijdende visie te ontwikkelen.
Er wordt voorgesteld akkoord te gaan met de formulering zoals opgenomen in het voorlopig ontwerp RMP. De verbinding Oudenaarde-Kortrijk en Oudenaarde-Waregem gebeurt immers beter over de N60 en E17, en binnen de VVR Vlaamse Ardennen niet over de N8. Voorwaarde is wel dat het ontsluiten van het zuiden van de vervoerregio Kortrijk op interlokaal niveau (vb Avelgem – Oudenaarde) gewaarborgd blijft voor zowel vracht- als personenvervoer.
Beslissing cbs van 30/11/2023: Vervoerregioraad -voorstel advies aan minister m.b.t. N382
Beslissing cbs van 15/2/2023: Strategisch MER voor het regionaal mobiliteitsplan van de vervoerregio Vlaamse Ardennen - adviesvraag bij nota inhoudsafbakening
Art.1: Volgend advies uit te brengen m.b.t. het voorlopig ontwerp regionaal mobiliteitsplan vervoerregio Kortrijk:
Met betrekking tot de selectie van de N382: Het gemeentebestuur wenst dat de N382 een categorisering als interlokale weg krijgt, tot dat er
op federaal niveau een vrachtroutenetwerk voor gans België is uitgetekend. Indien er toch zou beslist
worden om de N382 te categoriseren als regionale weg, moet er een km-heffing voorzien worden die
hoger is dan deze op N60 en N8.
Conform het huishoudelijk reglement wordt de mogelijkheid geboden om schriftelijk en mondeling vragen te stellen. Mondelinge vragen worden - zo mogelijk - onmiddellijk beantwoord of uiterlijk schriftelijk tegen de eerstvolgende zitting. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. De vragen en de eventuele antwoorden net als de mededelingen worden opgenomen in het zittingsverslag.
kennis te nemen van de mondelinge vragen vanuit de gemeenteraad. Deze werden - zo mogelijk - onmiddellijk beantwoord of uiterlijk schriftelijk tegen de eerstvolgende zitting. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. De vragen en de eventuele antwoorden net als de mededelingen worden opgenomen in het zittingsverslag.
De voorzitter sluit de zitting op 10/10/2023 om 20:35.
Aansluitend op de openbare vergadering kan ook een gesloten gedeelte volgen. Deze is helaas niet toegankelijk voor het publiek.
Namens Gemeenteraad,
Sonja Nuyttens
Algemeen directeur
Koen Tack
Voorzitter