De gemeenteraad in zitting van 16 december 2019 nam een belastingreglement aan op masten en pylonen en dit voor de periode van 2020 tot en met 2025. Het reglement legt volgende bepalingen vast: de belastingplichtige, het tarief van de heffing, de verschillende vrijstellingsgronden, de betalingstermijn en de beroepsprocedure.
De gemeente Anzegem wordt gekenmerkt door zijn open uniek landschap. Masten en pylonen verstoren hiermee het open karakter van het landschap. De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Anzegem heeft een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van de gemeente Anzegem als woonomgeving en toeristische bestemming. Daardoor is de belasting op masten en pylonen dan ook vanuit dit oogpunt gerechtvaardigd.
De omzendbrief d.d. 15 februari 2019 houdende de onderrichtingen over gemeentefiscaliteit voorziet een vrijstelling voor windmolens en andere constructies voor het produceren van groene stroom. De raad van state heeft geoordeeld dat differentiaties ter aanmoediging van de productie van groene stroom objectief en redelijk zijn.
Er wordt een vrijstelling van deze belasting voorzien voor masten en pylonen geplaatst door diensten van openbaren besturen en andere openbare inrichtingen en instellingen (in functie van openbare dienstverlening).
Masten en pylonen die in hoofdzaak dienen voor de beoefening van de hoofdactiviteit door erkende gemeentelijke verenigingen worden vrijgesteld, dit er bescherming van de maatschappelijke cohesie en de zinvolle vrijetijdsbesteding die het verenigingsleven beoogt. Tevens is de financiële draagkracht van deze verenigingen immers beperkt.
De financiële toestand van de gemeente Anzegem rechtvaardigt en vereist de invoering van alle rendabele belastingen zodoende het budgettair evenwicht te kunnen behouden.
Naar aanleiding van de ontvangst van enkele bezwaren tegen deze belasting en de daarin opgenomen elementen zou het belastingreglement moeten aangepast worden. Deze aanpassing situeert zich bij artikel 6, de aangifteplicht waarbij gevraagd wordt aan belastingplichtigen die een aangifteformulier ontvangen dit in te dienen tegen de erin vermelde vervaldatum. Belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen zijn gehouden hun aangifte uiterlijk in te dienen op 31 mei van het aanslagjaar. Er wordt nu voorgesteld om dit gelijk te stellen en in het belastingreglement op te nemen dat diegene die een aangifteformulier ontvangen dit dienen in te dienen uiterlijk op 31 mei van het aanslagjaar, net zoals voor de belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen.
Deze aanpassing wordt doorgevoerd om elk risico te vermijden. De huidige rechtspraak lijkt geen problemen op te leveren voor de toepassing van het gemeentelijk belastingreglement.
Voor de volledigheid kan nog meegegeven worden dat de datum vermeld op het aangifteformulier dat bezorgd werd aan de belastingplichtigen veelal 31 mei van het respectievelijke aanslagjaar was.
De grondwet, meer specifiek artikel 170§4;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
De gecoördineerde omzendbrief KB/ABB 2019/2 d.d. 15 februari 2019 inzake de onderrichtingen over gemeentefiscaliteit vanwege het Agentschap voor Binnenlands bestuur.
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende vestiging van een belasting op masten en pylonen en dit voor de periode van 2020 tot en met 2025.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdnede vestiging van een gemeentelijke belasting op allerhande masten en pylonen wordt gewijzigd als volgt (zie rode tekst):
Periode
Art.1: Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op allerhande masten en pylonen geplaatst in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.
Begripsomschrijving
Art.2: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Belastingschuldige - belastingplichtige
Art.3: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of de pyloon op 1 januari van het belastingjaar op het grondgebied van Anzegem.
Tarieven
Art.4: De belasting wordt vastgesteld op 2.500 euro per mast of pyloon.
De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Vrijstellingen
Art.5: Vrijstelling wordt verleend voor:
Aangifteplicht
Art.6: De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend en voor de erin vermelde vervaldatum voor 31 mei van het aanslagjaar moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Art.7: De belastingplichtige is gehouden elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het belastingjaar van onderhavig reglement, op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging.
Art.8: Bij gebrek van aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijnen of ingeval van onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer wordt overgegaan tot ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruikt te maken van deze procedure de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van deze belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.
Art.9: De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Wijze van invordering
Art.10: Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen en dit ten laatste op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar.
Betaaltermijn
Art.11: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet door middel van overschrijving op het vermelde rekeningnummer.
Geschillen en bezwaren
Art.12: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarschriften kunnen via duurzame dragen (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in bovenstaand lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschrift zijn: gemeentebelastingen@anzegem.be
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de 15 dagen na indiening ervan.
Art.13: De aanpassingen aan deze verordening, zoals aangeduid in kleur treden met onmiddellijke ingang in werking.
Art.14: De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit reglement op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Art.15: Dit reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.