De voorzitter opent de zitting op 14/02/2023 om 21:00.
Art.1: De notulen- en zittingsverslag van van de OCMW-raad van 13 december 2022 eenparig goed te keuren.
Op 12 april 2022 sloot het lokaal bestuur zich aan bij OFP PROLOCUS voor het voorzien in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel en zo de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel te verkleinen.
De raad heeft een effectief en plaatsvervangend afgevaardigde namens het bestuur aangeduid om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS. Dit was de schepen van personeel en een vervangend schepen.
Gezien de schepen van Personeel, Anja Desmet, op 14 februari 2023 haar mandaat als schepen neerlegt en wordt vervangen, is het aangewezen ook de effectief afgevaardigde voor de algemene vergadering van OFP PROLOCUS te wijzigen naar de nieuwe schepen van Personeel, nl Pauline Van Marcke.
decreet lokaal bestuur
Goedkeuring rechtspositieregeling gemeentepersoneel - meer bepaald hoofdstuk 7 - tweede pensioenpijler contractanten en bijlage 10
Raadsbesluit van 12 april 2022 inzake Tweede pensioenpijler: goedkeuring a) toetreding tot OFP Prolocus en aanstelling effectief en plaatsvervangend afgevaardigde namens het bestuur in de algemene vergadering b) kaderreglement en vervangen bijlage 10 in de rechtspositieregeling c) het toezeggingspercentage van 3% d) toetreding tot een 'MIPS-groep' en e) inning van de bijdragen via de RSZ.
Art. 1: Pauline Van Marcke, schepen - wonende Vichtsesteenweg 95 – 8570 Anzegem wordt afgevaardigd als effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus. Christophe Vandererven, schepen - wonende Kerkstraat 27 - 8570 Anzegem blijft plaatsvervanger van de effectief vertegenwoordiger indien zij niet aanwezig kan zijn.
Art.2: De voorzitter van de Raad en de algemene directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
Hogere vergoeding Fedasil voor LOI-plaatsen - hogere richtbedragen leefgelden
De lokale opvanginitiatieven (LOI) zijn individuele opvangstructuren die beheerd worden door de OCMW’s en waar asielzoekers materiële hulp krijgen zolang hun asielprocedure loopt. Qua financiële ondersteuning hebben betrokkenen zolang hun procedure loopt (en ze dus niet erkend zijn) enkel recht op een (wekelijks) leefgeld dat via het bevoegde OCMW uitgekeerd wordt. Het leefgeld is bedoeld voor uitgaven voor voeding, persoonlijke hygiëne en zakgeld. Poedermelk, schoolgeld, vervoer, vrijetijdsbesteding, schoonmaakproducten, enz. zijn niet inbegrepen in het leefgeld.
Voor het organiseren van de opvang (beheer en onderhoud infrastructuur, begeleiding, uitkeren leefgeld, enz. ) ontvangen de OCMW's een vergoeding via Fedasil. Recent werden de nieuwe, geïndexeerde bedragen voor deze vergoedingen bekend gemaakt:
Hieraan gekoppeld heeft Fedasil ook nieuwe richtcijfers bekend gemaakt voor (hogere) bedragen m.b.t. het wekelijks leefgeld:
Wekelijks leefgeld 2023 |
||
|
Minimum |
Maximum |
NBMV / alleenstaande volw./ volwassen gezinshoofd |
67 € (vroeger 61€) |
72 € (vroeger 70 €) |
Andere volwassenen in gezinsverband (samenwonend) |
50 € (vroeger 45 €) |
55 € (vroeger 50 €) |
Vermeerdering voor éénoudergezin |
10 € (vroeger 8 €) |
|
Kind < 3 jaar |
35 € (vroeger 31 €) |
40 € (vroeger 34 €) |
Kind 3 tot 12 jaar |
19 € (vroeger 17 €) |
23 € (vroeger 19 €) |
Kind 12 tot 18 jaar |
21 € (vroeger 19 €) |
25 € (vroeger 21 €) |
Vanuit het sociale dienst wordt voorgesteld om in Anzegem de maxima toe te passen, dit om ervoor te zorgen dat er m.b.t. de in Anzegem uitgekeerde LOI-leefgelden eenzelfde indexatie/stijging toegepast wordt cf. de bedragen van het leefloon (die 12% gestegen zijn in 1 jaar tijd). De toegekende vergoedingen vanuit Fedasil stijgen ook in vergelijkbare mate.
Aanpassing reglement
Er wordt voorgesteld de bedragen van de leefgelden mee op te nemen en vast te leggen door deze toe te voegen aan het reglement tussenkomst aan verzoekers om internationale bescherming.
Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook een aantal andere aanpassingen ter goedkeuring voor te leggen.
Positief advies van het BCSD dd. 19 januari jl.
De hogere uitgaven mbt leefgeld en andere uitgaven worden gecompenseerd door de hogere vergoeding vanuit Fedasil.
wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van andere categorieën van vreemdelingen
OCMW-raad 23 april 2019: herziening reglement
Art. 1: Akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen aan het reglement ondersteuning asielzoekers en erkende vluchtelingen van 12 januari 1019.
(aanpassingen in geel gemarkeerd)
Reglement ondersteuning verzoekers tot internationale bescherming en erkende vluchtelingen
Hoofdstuk 1: Tussenkomsten en ondersteuning van Verzoekers tot internationale bescherming in het lokaal opvanginitiatief (LOI)
Artikel 1: Wekelijks leefgeld
Niet begeleide minderjarigen / alleenstaande volwassene / volwassene gezinshoofd |
72€ |
Andere volwassenen in gezinsverband (samenwonend) |
55€ |
Vermeerdering voor éénoudergezinnen |
10€ |
Kind < 3 jaar |
40€ |
Kind 3 tot 12 jaar |
23€ |
Kind 12 tot 18 jaar |
25€ |
Het wekelijks leefgeld omvat een bedrag voor de uitgaven voor voeding, persoonlijke hygiëne en het zakgeld. Wat boven het minimale bedrag uitkomt, kan als waarborg en/of spaargeld worden gebruikt. Het is ook mogelijk dat een deel van het zakgeld gebruikt wordt als waarborg of schadevergoeding.
Poedermelk, schoolgeld, vervoer, vrijetijdsbesteding, schoonmaakproducten enz. zijn niet in het wekelijks leefgeld inbegrepen.
Zakgeld wordt altijd verstrekt, ook al verblijft de bewoner tijdelijk in een residentiële structuur waar maaltijden worden verstrekt (bijvoorbeeld een ziekenhuis).
Het wekelijks leefgeld wordt verminderd met de effectieve prijs van de door het OCMW betaalde warme maaltijden op de schoolfacturen.
Artikel 2: Voor de Verzoekers tot internationale bescherming van de lokale opvang wordt het abonnement voor De Lijn ten laste genomen (Buzzy-pazz of Omnipas), inclusief de aankoop van de kaart (€ 5 en 5 jaar geldig).
In afwachting van de aflevering hiervan kunnen de bewoners wekelijks een 10-rittenkaart van De Lijn krijgen.
Artikel 3: Voor de Verzoekers tot internationale bescherming van de lokale opvang wordt bij aankomst en vervolgens jaarlijks € 100 toegekend om te voorzien in de aankoop van schoenen. Bij aankomst wordt dit overgemaakt.
Voor kinderen (jonger dan 15 jaar) en op vraag van de begeleidende maatschappelijk werker kan een 2e keer per jaar een extra budget gevraagd worden van € 100 per kind.
Artikel 4: Verzoekers tot internationale bescherming van de lokale opvang krijgen maandelijks een bon om per gezinslid 10 stuks kledij gratis af te halen in de OCMW-kledijwinkel.
Er wordt per Verzoeker tot internationale bescherming een aanvullend bedrag van €50 per jaar voorzien voor de aankoop van ondergoed en kousen. Bij aankomst wordt dit overgemaakt.
Artikel 5: Bij aankomst in het LOI kan de Verzoeker tot internationale bescherming onmiddellijk over zijn leefgeld beschikken. Indien nodig krijgt hij een diepvriesmaaltijd aangeboden.
Een startpakket met basisbenodigdheden (shampoo, douchegel, tandpasta, tandenborstel, WC-papier, afwasmiddel, condooms en maandverband) en 2 sets lakens voor zijn/haar bed wordt voorzien. Daarnaast wordt ook voorzien in washandje, handdoeken, schoonmaakmateriaal, keukenhanddoeken, ….
Artikel 6: De schoolfacturen van de kinderen worden ten laste genomen, met uitzondering van de genoten warme maaltijden.
Artikel 7: Maandelijks worden verwijsbrieven tav dokter / apotheker met de richtlijnen voor de terugbetaling prestaties / medicatie aan de Verzoeker tot internationale bescherming bezorgd. De Verzoekers tot internationale bescherming worden verzocht één vaste huisarts en één vaste apotheker te kiezen.
Artikel 8: Verzoekers tot internationale bescherming hebben recht op een tussenkomst van € 150 per persoon per jaar voor het deelnemen aan sport en ontspanning. Deze tussenkomst wordt rechtstreeks betaald aan de organisatie of aan de Verzoeker tot internationale bescherming nadat hij het bewijs heeft voorgelegd dat hij zelf reeds de activiteit heeft betaald; de volle 100 % van de kostprijs kan door het OCMW ten laste worden genomen.
Ook een UiTpas aan kansentarief wordt aangeboden maar wordt door de bewoner zelf betaald. Gemeentelijke vakantie-activiteiten (buddy, speelpleinwerking, …) worden gestimuleerd en ten laste genomen.
Artikel 9: Per persoon en per maand wordt de aankoop voorzien van 1 NMBS-ticket heen en terug of 2 tickets enkele reis naar een bestemming naar keuze en dit met het budget voorzien voor sport en ontspanning.
Artikel 10: De kosten voor het volgen van lessen Nederlands worden tot een maximum bedrag van € 250 per persoon per jaar ten laste genomen. De terugbetaling van de kosten voor het volgen van andere opleidingen wordt individueel door BCSD beslist.
Artikel 11: De kostprijs die de Verzoeker tot internationale bescherming moet betalen voor de aankoop van een attest van immatriculatie (oranje kaart) en identiteitskaart cf. de door de gemeente Anzegem bepaalde tarieven.
Eveneens wordt telkens tussengekomen in de aankoop van pasfoto’s (maximaal € 15), aangezien elk van deze kaarten hiervan moeten voorzien zijn.
Artikel 12: Via het contract met NMBS wordt een treinticket voorzien voor de verplichte verplaatsingen in het kader van het interview en voor contact met de advocaat ter voorbereiding van het interview.
Artikel 13: De maandelijkse kosten voor het uitbetalen van het wekelijkse leefgeld voor Verzoekers tot internationale bescherming via het systeem van budgetbeheerrekening en de afnamerekeningen, worden ten laste genomen door het OCMW.
Artikel 14: Eenmalig in de verblijfsperiode van de Verzoeker tot internationale bescherming in het LOI wordt een tussenkomst voorzien van maximum € 200 voor de aankoop van een fiets. Deze wordt pas uitbetaald op vertoon van de bestelbon of factuur. Er kan ook een bon voor de kringloopwinkel worden opgemaakt zodat van de voorziene korting kan genoten worden.
Daarnaast wordt voorzien in een fietsslot met een maximum bedrag van € 20. Het Sociaal Huis voorziet een jaarlijks budget van € 50 in geval van noodzakelijke herstellingen en / of onderhoud.
De fiets mag enkel bij een positieve procedure meegenomen worden.
Artikel 15: Wordt de aankoop van luiers voor gezinnen met kinderen die nog niet zindelijk zijn voorzien. Er wordt daarbij rekening gehouden met de mate van behoefte.
Artikel 16: Bij ziekenhuisopname of ontslag ziekenhuisopname dient de Verzoeker zich te beroepen op openbaar vervoer. Dit voor vervoer van en naar de woonplaats.
Als door omstandigheden (bvb. persoon heeft een beperking of is fysiek hulpbehoevend) geen mogelijkheid is om zich te verplaatsen via openbaar vervoer, dan kan men beroep doen op Annah vervoer. Dit vervoer wordt aangevraagd via de maatschappelijk werker en wordt ten laste genomen. Indien geen mogelijkheden via openbaar vervoer of Annah, dan wordt de taxidienst ten laste genomen.
Bij uitzondering kan er voor ziekenhuisopname / consultatie bij specialist door het BCSD een beslissing genomen worden om Annah vervoer ten laste te nemen.
Artikel 17: De Sociale Dienst heeft 2 laptops ter beschikking. Deze worden ter beschikking gesteld van bewoners die lessen Nederlands volgen. De bewoner komt maandelijks langs ter nazicht van de laptop. De terbeschikkingstelling kan maandelijks verlengd worden. De bewoner ondertekent een contract waarin hij zich verbindt de laptop als goede huisvader te beheren.
Artikel 18: De kosten voor de cursussen maatschappelijke oriëntatie en Nederlands en het afleggen van examens via het agentschap Integratie en Inburgering (kaderend binnen het Integratiedecreet) worden zowel voor verplichte en niet-verplichte inburgeraars integraal ten laste genomen.
Hoofdstuk 2: Tussenkomsten en ondersteuning van erkende vluchtelingen
Artikel 1: Na positieve procedure/erkenning wordt in het kader van de zoektocht naar een woning wekelijks een extra treinticket toegestaan. Voor of na de treinrit dienen bewijzen van de zoektocht voorgelegd te worden aan de bevoegde maatschappelijk werker. Indien men dit niet kan bezorgen, dan kan het recht op tickets geweigerd worden.
Artikel 2: Een tussenkomst in de aankoop van schoolboeken in het kader van lessen Nederlands, georganiseerd door het OCMW of door externe organisatoren, mits voorlegging van een kasticket of factuur en met een maximum van € 150 per jaar.
Artikel 3: Tussenkomen in het jaarlijks lidgeld van de mutualiteit, wanneer een erkend vluchteling of subsidiair beschermde zich binnen de drie maanden lid moet maken.
Art.2: dit reglement wordt goedgekeurd met onmiddellijke ingang.
Art.3: Dit besluit wordt ter beschikking gesteld van de toezichthoudende overheid cf het decreet lokaal bestuur.
Met het oog op het verlagen van de drempels tot psychologische hulp, sloten de federale en de Vlaamse overheid eind 2020 een protocolakkoord en keurde het RIZIV een conventie goed waarmee het mogelijk gemaakt werd om een systeem van eerstelijnspsychologische zorg uit te rollen. Het doel van de eerstelijnspsychologische zorg is om deze zorg zo laagdrempelig mogelijk, lokaal en betaalbaar te maken voor kinderen & jongeren en volwassenen via individuele en/of groepsgesprekken.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de enerzijds eerstelijnspsychologische zorg die mikt op advies en kortdurende hulp voor wie kampt met milde of matige psychische problemen bij bijv. rouw en verlies, depressieve klachten, angstklachten, stress, burnout, enz. Daarnaast is er ook gespecialiseerde zorg (in de eerste lijn) voor mensen die behoefte hebben aan intensievere zorg.
Het eerste gesprek is altijd gratis. Voor volgende sessies wordt via de derdebetalersregeling gezorgd voor een verlaagd tarief van respectievelijk 11 € voor individuele sessies (4€ voor wie recht heeft op verhoogde tegemoetkoming) en 2,5 € per groepssessie. Dit telkens voor een gelimiteerd aantal sessies op jaarbasis.
De ganse praktische organisatie en planning is in handen van het de netwerken voor Geestelijke Gezondheidszorg (voor onze regio https://psyzuid.be/). De vergoeding van de (eerstelijns)psychologen verloopt volledig via het RIZIV.
Omdat het vindplaatsgericht en lokaal werken voorop staat, werd gezocht naar geschikte laagdrempelige en toegankelijke locaties. Als gevolg daarvan is er sinds enige tijd elke vrijdag elke vrijdag een eerstelijnspsycholoog (voor volwassenen) aanwezig in het Sociaal Huis. Dit biedt het voordeel dat er gemakkelijker en integraal kan samengewerkt worden.
Na een voorlopige regeling en een tijdelijke overeenkomst tijdens de opstartfase wordt nu een langdurige overeenkomst ter goedkeuring voorgelegd. Hierin worden een afspraken vastgelegd rond de praktische organisatie, de regionaal afgestemde vergoeding als doorverwezen mensen niet komen opdagen, enz.
Positief advies BCSD 15 juni 2021.
50 € per no show - voorzien in MJPA3
BCSD 15/06/2021 - beleidsadvies zitdag eerstelijnspsycholoog
VB 30/06/2021 - principieel akkoord samenwerkingsovereenkomst eerstelijnspsychologische zorg
VB 07/09/2022 - (tijdelijke) samenwerkingsovereenkomst met eerstelijnspsycholoog
Art. 1: De samenwerkingsovereenkomst m.b.t. de eerstelijnspsychologische zorg in bijlage goed te keuren als volgt:
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Eerstelijnspsycholoog – Sociaal Huis Anzegem
OCMW Anzegem wil extra inzetten op het mentaal welzijn van zijn burgers. Eén van de initiatieven die genomen worden is het toegankelijker maken van de eerstelijnspsychologische zorg via het Sociaal Huis.
Tussen de ondergetekenden:
Enerzijds,
Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Anzegem, hier vertegenwoordigd door Koen Tack, voorzitter OCMW-raad, en Sonja Nuyttens, algemeen directeur.
en anderzijds
Psycholoog Debbie Demiddel, die een samenwerkingsovereenkomst sloot met het netwerk geestelijk gezondheid volwassenen Zuid-West-Vlaanderen, hierna in de tekst "het netwerk" genoemd, aldaar vertegenwoordigd door het ziekenhuis PC Menen uit 8930 Menen;
hier aangeduid als de 'eerstelijnspsycholoog’ of de ‘ELP’.
overeengekomen wat volgt:
Artikel 1 Definities
- 'Eerstelijns psychologische zorg' kadert binnen de vastgelegde 'activiteiten op het vlak van preventie, geestelijke gezondheidszorgpromotie, vroegdetectie, -interventie en - diagnosestelling'. Voor de individuele cliënt bestaat dit aanbod uit een aantal eerstelijns psychologische sessies bij een klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog ter behandeling van een matig ernstig, vaak voorkomend psychisch probleem of groepstherapie.
- Dit aanbod is gebonden aan strikte voorwaarden rond verwijzing/aantal sessies/facturatie/ erkenning/…
- Consulten, zijn
- No show, is het onverwacht niet aanwezig zijn van de cliënt/cliënt op de afspraak omwille van niet of onvoldoende tijdig (ten laatste 24u voor de aanvang van de sessie) annuleren van de afspraak die een andere invulling van het consult onmogelijk maakt)
Artikel 2 Doel van de overeenkomst
Het doel van de eerstelijnspsychologische zorg is om psychologische zorg zo laagdrempelig mogelijk, lokaal en betaalbaar te maken.
Een intensieve samenwerking tussen de eerstelijnspsycholoog en de maatschappelijk werkers versterkt en vergemakkelijkt integrale trajecten en verhoogt de wederzijdse toegankelijkheid.
Bij alle zorgcommunicatie worden de regels van het beroepsgeheim gerespecteerd.
Artikel 3 “No Show”
In deze overeenkomst zijn volgende prestaties gevat, en dus vergoedbaar:
- De no show uren a rato van 50 €/u. Het gaat hierbij uitsluitend om cliënten op doorverwijzing van het Sociaal Huis.
- Om het aantal no show uren tot een minimum te beperken worden volgende afspraken vastgelegd:
De eerstelijnspsycholoog plant op dat moment nog geen nieuwe afspraak in.
- Tijdens de no show uren kan er indirecte cliëntenzorg plaatsvinden.
Artikel 4 Verbintenissen ELP
De ELP staat garant voor:
- Passende 'Eerstelijns psychologische zorg': 4 uren per week
- Overzichtelijke registratie van prestaties in uitvoering van deze overeenkomst, door middel van een prestatiestaat met minimale vermelding per no show: naam, datum en uur, locatie.
- Facturatie op basis van een door het OCMW bevestigde prestatiestaat
- Regelmatig overleg, afstemming en evaluatie met het Sociaal Huis
- Het bijhouden en ter beschikking stellen van relevante, anonieme gegevens m.b.t. het aantal gesprekken, soort thema’s/problematieken, profiel van de cliënten, enz.
Artikel 5 Verbintenissen OCMW
- Het Sociaal Huis biedt gratis gespreksruimte aan de ELP: Lieven Bauwensstraat 40, 8570 Anzegem, die voldoet aan de volgende kwaliteitsvoorwaarden:
- voor praktische afspraken betreffende de doorverwijzing, samenwerking en facturatie vanuit Sociaal Huis, kan de ELP zich wenden tot Annelies Demets (coördinator sociale dienst) of Stijn Maselis (clusterhoofd).
- Een vergoeding van 50 euro per no show, voor zover het gaat om een cliënt op doorverwijzing van het Sociaal Huis;
- Een punctuele betaling van de door de ELP aangeleverde facturen.
Artikel 6 Geldigheidstermijn van de overeenkomst
Deze overeenkomst treedt in werking op 01/03/2023 voor onbeperkte duur en zolang de werkings- en vergoedingsvoorwaarden voor ELP door de hogere overheid niet worden gewijzigd en zolang de ELP een overeenkomst heeft met het netwerk.
Deze overeenkomst kan door elke partij worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van 3 maand en mits de zorgcontinuïteit wordt gewaarborgd.
Het maximum van sessies dient gerespecteerd te worden (meer sessies kunnen leiden tot de beëindiging van deze overeenkomst).
Gedaan te Anzegem, op //2022, in twee exemplaren
Voor de eerstelijnspsycholoog, Voor het OCMW van Anzegem
Debbie Demiddel Sonja Nuyttens, algemeen directeur
Koen Tack, voorzitter OCMW-raad
Art.2: dit reglement wordt goedgekeurd met onmiddellijke ingang.
Art.3: Dit besluit wordt ter beschikking gesteld van de toezichthoudende overheid cf het decreet lokaal bestuur.
De Vlaamse regering streeft in haar Regeerakkoord 2019-2024 een werkzaamheidsgraad van 80% na en schuift hierbij een versterkte samenwerking tussen VDAB en de lokale besturen naar voor als één van de hefbomen.
Van de lokale besturen wordt verwacht dat men aanvullend werkt t.o.v. het Vlaamse beleid en hierbij inzet op een duurzame tewerkstelling van zoveel mogelijk burgers, met betrokkenheid van lokale partners en beleidsdomeinen (onderwijs, welzijn, jeugd, lokale economie, sociale economie,...), op maat van de lokale realiteit.
In de schoot van W13 en na het doorlopen van een gans traject van overleg en afstemming, werd een gezamenlijke regionale samenwerkingsovereenkomst voorbereid. Het gaat om een basisovereenkomst waarin een aantal principes, prioritaire doelgroepen en thema's worden aangestipt. De 8 gekozen thema's zijn nabijheidsstrategie VDAB versus uitkantelingsstrategie lokale besturen, jongeren, mensen met een migratieachtergrond, digitalisering, taal, kinderopvang, mobiliteit en lokale werkgelegenheid.
De samenwerkingsovereenkomst loopt tot uiterlijk 1 jaar na de huidige gemeentelijke legislatuur (dus tot eind 2025).
Jaarlijks zal er ook een actieplan opgemaakt worden waarin de samenwerkingsovereenkomst geconcretiseerd wordt. Deze worden 4x per jaar gemonitord en waar nodig bijgestuurd.
Bijlagen:
/
Art. 1: Akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst tussen de lokale besturen Zuid-West-Vlaanderen, W13 en VDAB West-Vlaanderen.
Samenwerkingsovereenkomst tussen de lokale besturen Zuid-West-Vlaanderen, W13 en VDAB West-Vlaanderen ‘Samen sterk voor lokaal werk’ 2022 – 2025
Tussen Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), met zetel te Keizerslaan 11, 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Robert De Clercq, directeur VDAB West Vlaanderen en W13
en het lokaal bestuur Anzegem en het lokaal bestuur Avelgem en het lokaal bestuur Deerlijk en het lokaal bestuur Harelbeke en het lokaal bestuur Kortrijk en het lokaal bestuur Kuurne en het lokaal bestuur Lendelede en het lokaal bestuur Menen en het lokaal bestuur Spiere-Helkijn en het lokaal bestuur Waregem en het lokaal bestuur Wervik en het lokaal bestuur Wevelgem en het lokaal bestuur Zwevegem
wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
Deel I. Algemene doelstelling
Het Vlaamse Regeerakkoord 2019-2024 wil de volgende jaren minstens 120.000 Vlamingen extra aan een job helpen. Een werkzaamheidsgraad van 80% tegen 2030 is het doel. In dat Vlaamse Regeerakkoord wordt een versterkte samenwerking tussen VDAB en de lokale besturen naar voor geschoven als één van de hefbomen in het bereiken van die ambitie. De opdracht van VDAB wordt door het Vlaamse Regeerakkoord uitgebreid tot de centrale datagedreven en resultaatsgerichte werkzaamheids- en loopbaanregisseur van het volledige activeringsbeleid in Vlaanderen. De samenwerking met lokale besturen en bedrijven wordt versterkt. De opdracht van de lokale besturen in het kader van het werkgelegenheidsbeleid kan als volgt geformuleerd worden: het beleid van lokale besturen, of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, zet aanvullend op het Vlaamse beleid in op een duurzame tewerkstelling van zoveel mogelijk burgers, met betrokkenheid van lokale partners en beleidsdomeinen (onderwijs, welzijn, jeugd, lokale economie, sociale economie,...), op maat van de lokale realiteit. Deze samenwerkingsovereenkomst beoogt een gezamenlijke arbeidsmarktstrategie tussen de lokale besturen van Zuid-West-Vlaanderen en VDAB West-Vlaanderen. VDAB en alle lokale besturen regio Zuid-West-Vlaanderen engageren zich met deze samenwerkingsovereenkomst om samen de regiefunctie rond tewerkstelling op te nemen. Alle partners engageren zich om, elk vanuit zijn eigen expertise, in dialoog te gaan en concrete acties uit te werken. Het uitgangspunt van deze overeenkomst is de gedeelde missie van de partners om elk talent op de juiste plek te krijgen, met een specifieke aandacht voor mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. We vertrekken vanuit deze regionale samenwerkingsovereenkomst, maar op basis van de lokale noden kunnen – te allen tijde – specifieke accenten opgenomen worden in een addendum. Dit addendum wordt in overleg met de respectieve partners opgemaakt en toegevoegd. Binnen deze samenwerkingsovereenkomst is er ruimte om los van bestaande structuren, in functie van de noden van specifieke doelgroepen en in functie van de lokale werkgelegenheid, afstemming te zoeken en acties op te zetten. Deze regionale samenwerkingsovereenkomst is complementair met de overeenkomst die op 2 juli 2021 werd afgesloten tussen VDAB West-Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen en POM WestVlaanderen. De provinciale overeenkomst omvat de uitdagingen, ambities en acties op provinciaal niveau en kan als dusdanig versterkend en/of flankerend werken aan deze regionale samenwerkingsovereenkomst.
Deel 2. Centrale doelstellingen en afbakening thema’s/doelgroep De focus wordt gelegd op de activering van de zogenaamde ‘kansengroep’, meer bepaald op het overbruggen van de afstand van deze kwetsbare doelgroep tot de arbeidsmarkt, door in te zetten op:
1. de ondersteuning van die mensen die het nodig hebben om (terug) op de arbeidsmarkt te raken, met als doel zoveel mogelijk mensen van deze groep een actieve rol op de arbeidsmarkt te geven
2. de ondersteuning van werkgevers in hun zoektocht naar geschikte werkkrachten en naar aangepaste ondersteuning op de werkvloer voor kwetsbare doelgroepen Bij deze centrale doelstellingen is er een evenwaardig engagement van beide partijen. Vanuit het partnerschap worden thema’s en doelgroepen specifiek benoemd waarrond er jaarlijks concrete acties worden genomen. Deze thema’s kwamen tot stand doorheen het overleg en de afstemming tussen zowel beleidsfora als interne stakeholders (OCMW’s, W13 en VDAB). Onderstaande doelgroepen en thema’s worden in de komende jaaractieplannen opgenomen. Daarbij legt de stuurgroep jaarlijks de prioriteiten vast waarrond dit samenwerkingsverband zal werken en waaruit concrete resultaten kunnen geformuleerd worden.
1. Nabijheidsstrategie VDAB versus uitkantelingsstrategie lokale besturen
2. Jongeren
3. Mensen met migratieachtergrond
4. Digitalisering
5. Taal
6. Kinderopvang
7. Mobiliteit
8. Lokale werkgelegenheid
De verdere uitwerking van deze overeenkomst steunt op de tien basisprincipes die op Vlaams niveau afgesproken werden tussen de VDAB en de lokale besturen (VVSG). (zie bijlage 1 van deze samenwerkingsovereenkomst)
Deel 3.Jaarlijks actieplan
De algemene doelstellingen van de samenwerkingsovereenkomst worden jaarlijks concreet gemaakt met een actieplan. In dit actieplan is er ruimte voor de aanpak van actuele noden (structurele acties, maar ook pilootprojecten en experimenten om een aanpak uit te bouwen). Dit met concrete resultaten voor de hele regio of voor 1 of meerdere besturen. Met impact op korte en lange termijn.
Dit actieplan wordt opgemaakt, beheerd en geëvalueerd door een stuurgroep. Om dit actieplan vorm te geven, worden noden en tendensen continu in kaart gebracht (databeheer), en wordt telkens op tijd beslist waar het volgend jaar de focus op moet liggen. Aansluitend aan deze overeenkomst wordt het actieplan 2023 én de afgestemde opvolgingssystematiek gekoppeld. Dit moet de respectieve beleidsfora toelaten een continu zicht te krijgen op de concretisering en de bijhorende realisatiegraad.
Deel 4. Werking en samenstelling stuurgroep i.f.v. opmaak en beheer actieplan
Een stuurgroep zorgt voor de opvolging van de doelstellingen in deze samenwerkingsovereenkomst en de opmaak en opvolging van het jaaractieplan. De stuurgroep bestaat uit een vertegenwoordiging van VDAB, de lokale besturen en de provinciale streekwerking Zuid-West-Vlaanderen. U vindt de samenstelling van de stuurgroep in bijlage 2.
Elk lid van de stuurgroep vertegenwoordigt zijn/haar organisatie en is verantwoordelijk om af te stemmen en terug te koppelen, om op die manier met een mandaat in de stuurgroep te zetelen.
Op basis van specifieke acties kunnen extra partners uitgenodigd worden om mee uit te werken. Er wordt afstemming voorzien met de technische werkgroep arbeidsmarkt die instaat voor de opvolging van de ambities en acties op vlak van arbeidsmarkt die opgenomen zijn in de socioeconomische streekvisie Zuid-West-Vlaanderen en het regionaal relanceplan. Er wordt tevens een jaarlijkse terugkoppeling voorzien op de Regioraad over de opvolging van deze samenwerkingsovereenkomst.
Deel 5. Duur Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van de legislatuur, plus een jaar met als uiterste einddatum 31 december 2025. Elk van de partijen heeft het recht de overeenkomst op te zeggen zonder dat dit in hoofde van de andere contractant eender welk recht doet ontstaan. Betwistingen die voortvloeien uit deze overeenkomst worden in onderling overleg afgehandeld en indien dit niet zou lukken, voorgelegd aan een door de partners aanvaarde bemiddelende instantie.
Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 2023.
Art. 2: Goedkeuring van het actieplan 2023 (zie bijlage)
Art. 3: Een afschrift van deze beslissing en de ondertekende samenwerkingsovereenkomst worden bezorgd aan W13
Sinds 2020 werkt het SH voor de karweidienst samen met vzw Werkplus uit Waregem. Recent liet Werkplus weten dat ze de samenwerking stop willen zetten. Dit enerzijds omwille van de nieuwe Vlaamse regelgeving rond individueel maatwerk (einde van het systeem Lokale Diensteneconomie en grondige wijziging mbt de financiering ervan) en anderzijds omwille van een moeilijk lopende instroom van (doelgroep)medewerkers.
De twee resterende LDE-initiatieven in de regio, nl. vzw Effect en vzw Talternatief hebben aangegeven om wel verder te willen inzetten op de aanvullende dienstverlening en het individueel maatwerk. Hun beide bestuursorganen beslisten zelfs om binnenkort over te gaan tot een fusie met de ambitie om voor de ganse regio Z-W-Vlaanderen een aanbod te kunnen doen.
De voorbije weken werd overlegd met vzw Effect om te bekijken op welke manier er kan samengewerkt worden. Om één en ander verder te concretiseren en om de nodige continuïteit in de dienstverlening te organiseren, moeten volgende stappen gezet worden:
De krijtlijnen van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst blijven grotendeels gelijk:
Besluit 2012/21/EU van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van art. 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, om de vergoedingen in dit kader te conformeren aan de regels van staatssteun
Het decreet lokale diensteneconomie van 22 november 2013
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Het decreet individueel maatwerk van 12 januari 2022
https://www.vlaanderen.be/departement-werk-sociale-economie/nieuwsberichten/vlaamse-regering-bekrachtigt-het-decreet-maatwerk-bij-individuele-inschakeling
Art. 1: De afsprakennota met vzw Werkplus stop te zetten via opheffing van het besluit van de OCMW-raad van 09.11.2021
Art. 2: Met vzw Effect een nieuwe afsprakennota af te sluiten:
Samenwerkingsovereenkomst
Deze overeenkomst wordt gesloten tussen:
Het gemeentebestuur van Anzegem, vertegenwoordigd door Koen Tack, voorzitter gemeente- en OCMW-raad en Sonja Nuyttens, Algemeen Directeur, gevestigd te Vierschaar 1, 8570 Anzegem, in uitvoering van
En
VZW Effect, vertegenwoordigd door Yvan WINNE, Voorzitter, en Steven LAPAUW, Directeur gevestigd te Damastweversstraat 1, 8500 Kortrijk.
Artikel 1 – Doel(groep)
netwerk;
Artikel 2 – Taken in opdracht van Gemeente/Sociaal Huis Anzegem
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 3 – Duur
Dit samenwerkingsakkoord start vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst. Deze samenwerkingsovereenkomst eindigt op 31/12/25. Mits een opzegtermijn van drie maanden, ingaande de eerste dag van de maand volgend op de maand van melding of kennisname van de schriftelijke opzeg per aangetekend schrijven, kan iedere partij de overeenkomst beëindigen
Artikel 4 – Afspraken omtrent de toekenning en de toewijzing van de opdracht
Het Sociaal Huis van Anzegem staat in voor de screening en invoeren van de klanten in het klantensysteem van vzw Effect.
Artikel 5 – Prijzen en facturatie
Artikel 6 – Tussentijdse rapportage en evaluatie
Artikel 7 - Parameters voor de berekening , controle en herziening van de compensatie
Hierbij wordt er rekening gehouden wordt met kosten en opbrengsten. De eventuele opleg in de werking zal gefactureerd worden aan VZW Effect aan het Lokaal bestuur van Anzegem per kwartaal.
Jaarlijks wordt er nagegaan of er geen sprake is van overcompensatie. VZW Effect dient hiertoe de nodige stukken voor te leggen.
verrekening op de eerstvolgende betaling. Als daarentegen blijkt dat de compensatie niet langer volstaat, wordt deze bijgestuurd conform de parameters voor berekening van de compensatie om in voege te gaan de eerste dag van het semester volgende op de controle en dit al dan niet gezamenlijk met een beperking van de omvang de opdracht.
Contactpersonen: Steven Lapauw (vzw Effect) & Stijn Maselis (Sociaal Huis Anzegem)
De overeenkomst is opgemaakt te Kortrijk op …………………..in ……..exemplaren op …/…/…
Voor OCMW Anzegem,
Koen Tack Sonja Nuyttens
voorzitter gemeente- en OCMW-raad Algemeen Directeur
Voor VZW Effect,
Yvan Winne Steven Lapauw
Voorzitter Directeur
Art. 3: Beide organisaties van dit besluit op de hoogte te brengen.
Art.4: deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de toezichthoudende overheid conform de regels vervat in het decreet lokaal bestuur.
Conform het huishoudelijk reglement wordt de mogelijkheid geboden om schriftelijk en mondeling vragen te stellen. Mondelinge vragen worden - zo mogelijk - onmiddellijk beantwoord of uiterlijk schriftelijk tegen de eerstvolgende zitting. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. De vragen en de eventuele antwoorden net als de mededelingen worden opgenomen in het zittingsverslag.
Decreet Lokaal Bestuur
Er kennis van te nemen dat er geen geen mondelinge vragen gesteld worden.
De voorzitter sluit de zitting op 14/02/2023 om 21:06.
Aansluitend op de openbare vergadering kan ook een gesloten gedeelte volgen. Deze is helaas niet toegankelijk voor het publiek.
Namens OCMW-raad,
Sonja Nuyttens
Algemeen directeur
Koen Tack
Voorzitter